Aviva and the mysterious note
Het was kwart over twee toen Aviva de les Transfigurations verliet met haar teruggekregen verslag in haar handen. Ze had weer een mooi cijfer binnengesleept en bekeek de dikke O bovenaan het blad nog eens bewonderend. Ze had er hard voor gewerkt om haar vorige onvoldoende omhoog te halen en kon weer opgelucht ademhalen toen Professor McGonagall het verslag voor haar neus op het tafeltje legde; haar hele dag was weer goed gemaakt. Eigenlijk was dat niet de enige reden dat ze zo vrolijk was, morgen was ze immers jarig en ze keek erg uit naar het weekend, waarin ze zeker weten gezellig met haar vrienden het kasteel zou ontsnappen om in Hogsmeade bij The Three Broomsticks wat butterbeer achterover te gooien. Maar dat moest helaas nog even wachten.
Aviva propte het verslag in haar tas en liep de gang op. Ze veegde gauw een ontsnapte, blonde pluk haar terug onder haar Hufflepuff muts. Ondanks dat het al bijna zomer was, was ze verliefd op de muts en droeg ze hem zodra ze de kans kreeg. Ze was een Hufflepuff, en de wereld zou het weten ook!
Onderweg zei ze wat medeleerlingen gedag en wees een van de eerstejaars het dichtstbijzijnde toilet. Toen het meisje haar had bedankt en haastig wegrende, sloeg Aviva de band van haar tas weer om haar schouder en wierp een vluchtige blik uit het raam. Het was een heerlijke dag en ze besloot dat ze vandaag maar eens bij Hagrid langs zou gaan, wetende dat ze hem al een lange tijd niet meer had gezien. Het was de laatste tijd alleen maar zulk rotweer geweest dat het verleidelijk was om vandaag alleen maar op het gras in de zon te gaan liggen. Ze had vanmiddag nog Herbology, maar voor nu had ze even een paar uurtjes voor zichzelf. Aviva liep op haar gemakje naar buiten de schoolgronden op en liep regelrecht naar het huisje van Hagrid, waar Fang voor de deur in het gras lag en vrolijk kwispelend zijn kop hief toen hij haar zag aankomen lopen.
'Dag Fang!' Ze aaide de grijze hond over zijn logge kop en klopte vervolgens op Hagrids voordeur. Bijna direct vloog het deurtje open en stak de gigantische man zijn behaarde gezicht door de deuropening. Aviva keek hem wat verwonderd aan. 'Waarom ben je niet buiten, Hagrid? Het is heerlijk weer.'
Hagrid legde een gigantische wijsvinger tegen zijn lippen en gebaarde haar stiller te zijn. Hij duwde een grote hand in haar rug en leidde haar het huisje binnen.
'K zou ook wel buiten zitte',' begon hij en hij pauzeerde even om de deur te sluiten, 'maar dat kannie nu.' Hij liep haastig naar de achterkant van het huisje, waar een giga bed geplaatst stond.
Aviva keek hem na en trok verbaasd een wenkbrauw op. Hagrid gedroeg zich nogal gejaagd en nerveus om de een of andere reden. 'Hagrid? Gaat het wel goed?'
'Ja-ja,' antwoordde hij gauw en hij liep weer langs haar heen, waardoor Aviva zich noodgedwongen achterover in de grote, luie stoel liet vallen om niet ondersteboven gelopen te worden. 'Kom, gauw,' zei hij en hij trok haar weer uit de stoel. Hij greep een grote tas van de tafel en liep het huisje uit. Zonder iets te vragen holde Aviva achter hem aan en volgde hem het Forbidden Forest in. Het kostte haar veel moeite om hem bij te houden en ze was opgelucht toen hij eindelijk halt hield. Haar ademhaling was ondertussen zwaar gestegen en terwijl ze hem aankeek, probeerde ze deze weer onder controle te krijgen. 'Hagrid, kun je me nou even zeggen wat er aan de hand is?'
Hagrid grinnikte en keek haar aan. Zijn rode appelwangetjes glommen in het beetje zonlicht dat door de bomen brak. 'Je denk toch nie' dat ik je verjaardag ben vergeten, Aviva?'
Even keek ze hem verbouwereerd aan, maar toen begonnen haar ogen te schitteren en glimlachte ze breed. 'Ga weg! Dat is morgen pas!' lachte ze en gaf Hagrid een speels duwtje.
De man grinnikte nogmaals. 'Dat weet 'k, mar dit is alvast,' antwoordde hij en hij wenkte haar.
Ze liepen nog een paar meter verder, totdat ze op een groot nest stuitten, dat middenin het pad lag. Bovenop het nest lag een grote, grijze Hippogriff, die waakzaam opkeek toen ze Hagrid en haar aan zag komen lopen. Ze hield haar vleugel ongemakkelijk gestrekt en op eerste gezicht leek het gewond. Hagrid stak zijn arm uit, doelend dat ze even moest wachten en liep toen behoedzaam op het dier af. Vier meter van het nest verwijderd, knielde hij neer en boog, maar hij hield zijn blik strak op het dier gericht.
Het dier wachtte af, stond uiteindelijk op en boog zijn hoofd. Aviva's ogen groeiden van verrassing toen ze zag waar het dier zijn vleugel de gehele tijd overheen had gehouden. In het nest lang een jong, met grote gouden ogen en zachte donsveertjes.
Hagrid opende de tas en haalde er een stuk vlees uit voor de moeder en keek toen om naar Aviva. 'K dach dat je dit wel leuk zou vinden.'
Aviva glimlachte en knikte instemmend. 'Ze is prachtig!'
'Fijne verjaardag alvast, Aviva!'
Na nog een half uurtje bij Hagrid te zijn geweest, maakte Aviva baan naar de kassen voor de Herbology les, haar laatste uur van de dag. Het duurde nog een paar weken voordat ze haar zesde jaar op Hogwarts af zou maken en ze kon niet wachten tot de zomervakantie weer zou beginnen. Ze had het warme weer, de vakanties en zwemmen in de zee gemist en hoewel ze dat laatste ook wel kon doen in het Hogwarts meer, was het niet hetzelfde. Eerlijk gezegd kon ze ook niet wachten om Fred op te zoeken in Diagon Alley. Ze had hem erg gemist de laatste weken, zeker met al die zware toetsen en alle stress. Om nog maar te zwijgen over de knieblessure die ze had opgelopen tijdens Quidditch. Weken had ze er last van gehad en het leek maar niet weg te trekken, zelfs Poppy leek er niet veel aan te kunnen veranderen. Desondanks zette ze een glimlach op en ging gewoon verder met haar leven; één kleine tegenslag ging dit jaar niet verpesten!
Ze zwaaide de deur naar de kassen open en liep naar binnen. Herbology was niet haar favoriete vak, maar ze vond het met de planten werken erg ontspannend, als ze haar niet probeerden te vermoorden tenminste. Vandaag was gelukkig niet één van die dagen. Het enige wat ze vandaag moesten doen was een vragenlijst invullen en wat potten vullen met verschillende vruchten. Dit soort lessen waren het leukst, want Pomona Sprout gaf de klas de vrijheid om gezellig te kletsen en te doen wat ze wilden, als ze het werk maar afkregen. Aviva was net met Justin in gesprek geraakt over de opkomende Quidditch wedstrijd, waarvan zij zeker overtuigd was dat Slytherin deze zou gaan winnen in verband met een geblesseerde keepster bij Ravenclaw toen ze zich omdraaide om een gieter te pakken, zodat ze de Puffapods van de eerstejaars wat water kon geven. Toen ze zich weer omdraaide, dwarrelde er iets vanuit de lucht naar beneden op haar tafel. Het was een stukje perkament, waar iets op geschreven stond. Aviva keek om zich heen om te zien of het iemand anders was opgevallen en pakte toen het papiertje op. Er was opgeschreven met normale zwarte inkt en stond een korte boodschap op: 'De reus in het water wijst je de weg.'
Ze herhaalde de zin wat verward en draaide toen het papiertje om. Haar naam stond op de andere kant gekalkt. Haar wenkbrauwen kropen naar elkaar toe in een diepe frons en toen propte ze het briefje in haar zak. De rest van de les bleef het briefje haar teisteren en probeerde ze te bedenken wat het betekende.
Het was al laat op de namiddag toen de les was afgelopen en Aviva kon de knagende honger niet van zich af schudden. Ze was blij toen ze eindelijk kon aanschuiven voor het avondmaal. Daar staarde ze nadenkend naar het briefje in haar handen, de speech van de hoofdmeester ging straal langs haar heen. Ze vroeg zich af van wie dit briefje kwam en waarom haar naam erop stond. Zou het een verjaardagsverrassing zijn? Of was het een grap van een van de Slytherins? Of zelfs van iemand van haar eigen afdeling? Hoewel ze zeker niet naïef was, besloot ze toch om de aanwijzing te volgen, wat voor kwaad kon het nou eigenlijk? 'De reus... in het water...' herhaalde ze hardop voor zichzelf. Ze liet haar handen zakken en keek om zich heen. Het enige water dat hier te vinden was, was het meer aan het kasteel. En de enige reus die zich daarin schuilhield, was de reuze-inktvis. Maar hoe kon de reuze-inktvis op haar wachten?
'Wat is dat?' Ernie MacMillan, een van haar jaargenoten in de Hufflepuff-afdeling, boog zich over haar schouder en keek nieuwsgierig naar het briefje in haar handen.
'Ik vond het in de kas,' antwoordde ze en ze liet hem het briefje zien. 'Mijn naam staat er op.'
Ernie fronste en keek er verwonderd naar. 'Apart.' Hij gaf haar het briefje weer terug en pakte nog een drumstick van de grote gouden schaal. 'Is het een soort raadsel of zo?'
'Ik denk het. Of het is een hele slechte grap.' Ze keek hem veroordelend aan, maar Ernie schudde wild zijn hoofd. 'Ik was het niet. Deze keer echt niet.'
'Justin, jij dan?'
Justin keek op van zijn bord, die vol geschept was met gebakken aardappeltjes en schudde ook zijn hoofd. 'Viv, je weet toch dat als Ernie het niet is, ik het ook niet ben.'
Aviva haalde haar schouders op, daar had hij een punt. Misschien was het toch niet een grap en anders waren de jongens erg goed in acteren. Ze opende haar tas, haalde één van haar favoriete boeken eruit en borg het briefje daarin op. Ze sloeg de kaft dicht en staarde er even naar, nog een paar weken en dan kon ze eindelijk het laatste deel van de Twilight serie lezen.
Nadat Aviva voldoende had gegeten, verliet ze de zaal en ging ze haar eigen weg. Ze liep door de gang met het briefje in haar hand geklemd, die ze na het maal weer uit haar tas had gehaald. Het was nog licht buiten, dus ze had nog voldoende tijd om te zien wat er zo belangrijk was aan de inktvis in het meer.
'Wilde je zo nog naar de bibliotheek?'
Aviva draaide zich om. Hermione stond met haar boeken in haar handen en keek haar afwachtend aan. Ze was glad vergeten dat ze met Hermione had afgesproken. 'Oh, shit, sorry Hermione. Een andere keer, oké?'
Ze knikte begrijpend. 'Geen probleem. Oh, en alvast een fijne verjaardag! Ik zie je morgen vast wel in Hogsmeade.' Ze zwaaide een keer en liep toen op een drafje achter de Gryffindors aan.
Aviva zuchtte een keer en liep toen richting de grote deur naar buiten. Bij het meer aangekomen stond ze even stil, zette haar handen in haar zij en keek uit over het uitgestrekte meer, dat tussen de bergen verdween aan de horizon. Het meer rimpelde door het briesje dat over het water jaagde en de zon deed het glinsteren alsof er duizenden diamanten op het oppervlak lagen. Aviva keek om zich heen, maar er was niks te zien dat haar een weg leek te wijzen. Zuchtend ging ze in het gras zitten en pakte verveeld wat steentjes, die ze vervolgens zo ver mogelijk het water in probeerde te gooien. Stiekem had ze gehoopt dat er werkelijk iets ging gebeuren, iets dat haar uit die eeuwige sleur kon halen, maar helaas. Toen ze het laatste steentje het water in had geslingerd, stond ze weer op. Maar net toen ze weer wilde terugkeren naar het kasteel, klonk er beweging achter haar in het water. Langzaam en zeer behoedzaam draaide Aviva zich om en zag tot haar schrik een enorme tentakel boven haar uit torenen. De gladde, blauwe huid glansde in het licht van de zon en de slijmerige zuignappen staarden haar aan als tientallen ogen. Aviva zette een stap opzij, klaar om weg te rennen, maar het moment dat ze dat deed, zag ze iets aan het uiteinde van de tentakel hangen. Ze legde haar hand boven haar ogen tegen de zon en zag dat de inktvis een touwtje vasthield, waaraan een potje bungelde.
Langzaam liet de inktvis zijn tentakel zakken en zo kon Aviva met gemak het potje aanpakken. Er zat een briefje in. Ze richtte zich op, glimlachte zelfverzekerd naar de inktvis en keek toe hoe deze weer het water in verdween.
Aviva draaide de dop van het flesje en peuterde met de enige inspanning het papiertje eruit. Voorzichtig vouwde ze het open en zag hierop weer een raadsel staan: 'Zorg dat je geen beuk krijgt.'
Hier hoefde ze niet lang over na te denken: de beukwilg. Toen ze het flesje wilde opruimen, hoorde ze iets rinkelend op de bodem en keek er nog eens naar. Op de bodem lag een klein, zilver balletje, niet groter dan de nagel van haar duim. Een beetje argwanend liet ze het balletje uit het flesje rollen en stopte deze vervolgens in haar broekzak. Ze propte het papiertje terug in het flesje en deze in de tas die nog om haar schouders ging en liep het veld af richting de beukwilg. Naarmate ze de boom naderde, merkte ze dat een spanning haar lichaam overnam. Ze had plezier in de zoektocht, al had ze geen idee waar deze naar leidde of door wie hij was opgezet. Het feit dat die persoon zijn leven op het spel zette om een aanwijzing bij de beukwilg te plaatsen, moest aangeven hoe geschift deze persoon was. De boom had in jaren veel gevaar betekend voor de leerlingen en had er toch zeker wel een paar verwond. Op veilige afstand bleef ze stilstaan en keek op naar de boom. De grote wortels staken uit de grond, alsof deze elk moment zouden bewegen en de benen zouden nemen. De reusachtige takken bewogen dreigend heen en weer in de wind, alsof de boom haar al had gezien. Ze slikte een keer nerveus. Eerlijk gezegd was dit het dichtste dat ze ooit bij dat ding in de buurt was gekomen en ze moest wel knettergek zijn dat ze nog dichterbij zou komen. Toen zag ze op de grond nog geen meter van de stam verwijderd een flesje liggen, met alweer een briefje erin. Er moest een manier zijn om de boom af te leiden zodat ze dat flesje te pakken kon krijgen. Plotseling kreeg ze een idee en haalde haar staf tevoorschijn uit haar tas.
'Avis!' sprak ze hardop uit en in een mum van tijd schoten er vijf blauwe vogeltjes uit haar staf, die vrolijk fluitend rond haar hoofd bleven vliegen. De beukwilg had zo'n vijf grote, gevaarlijke armen, dus dit moest genoeg afleiding zijn.
Ze richtte haar staf op de stam en zwaaide met een zelfverzekerde armbeweging. 'Oppugno!'
Direct schoot de vlucht vogels op de boom af en begon deze vijandig te pikken. Aviva wachtte geen moment en rende op het flesje af. Met wilde zwaaien haalde de boom uit naar de kwetterende blauwe beestjes. Koortsachtig bleef Aviva omkijken naar de boom, bang dat deze opeens de aanval op haar inzette, maar hij was zo bezig met de vogels die om hem heen vlogen dat hij geen aandacht leek te hebben voor Aviva. Ze greep het flesje, zette haar hakken ferm in de grond en draaide zich haastig om. Boven haar klonk plotseling een schel gepiep en nog geen seconde later raakte een van de knotsen de grond vlak naast haar. Een gil ontglipte haar en ze begon nog harder te rennen. Uiteindelijk lukte het haar net op tijd om buiten zijn bereik te komen en liet ze zich hijgend in het gras vallen. Ze staarde naar de hemel en hield toen het flesje voor haar gezicht. 'De idioot die dit heeft verzonnen, mag wat gaan uitleggen,' mompelde ze en ze trok de dop eraf. Ze haalde het briefje eruit en las het hardop voor: 'Waar vleugels fladderen en brieven vallen.'
Met een zucht liet ze haar hoofd in het gras vallen. 'De owlery.'
Langzaamaan begon het donker te worden op Hogwarts. Gelukkig was het de hele dag heerlijk weer geweest en hoefde Aviva zich geen zorgen te maken om eventuele kou. De zon was nog net tussen de bergen te zien en scheen een prachtig gouden licht op het meer. De lucht was gevuld met oranje en rode kleuren. Het was een eindje lopen naar de Owlery en toen ze daar aan kwam, was de zon al bijna verdwenen. Ze liep de trap op naar boven, oplettend dat ze niet tegen de ondergepoepte muren aan botste. Toen ze in de opening verscheen, werd ze gegroet door honderden uilen, ieder met een bijzonder stemgeluid. Ze liep de gangetjes door, steeds verder omhoog, en zocht naar een volgende aanwijzing, maar nergens zag ze ook maar een flesje zitten. Ze keek in de hoekjes en gaatjes, in de nesten en zelfs in hokken van de grote schooluilen. Uiteindelijk bleef ze stilstaan en volgde een paar uilen met haar ogen. Toen zag ze het; een van de uilen had een briefje om zijn poot hangen. Ze kon het natuurlijk mis hebben en dan was dit alleen een boodschap voor een van de andere honderden leerlingen, maar ze moest het erop wagen. Gelukkig herkende ze de kerkuil, het was die van een oudere jaars Hufflepuff, Alex Summerby. Hij zat in het Quidditch team als Seeker en ze had hem wel vaker in en uit de Owlery zien lopen. Geruchten gingen dat het om zijn Muggle vriendin ging die in zijn dorp gewoon naar school ging.
Ze stak haar arm uit en floot een keer hard. Een heleboel uilen draaiden hun koppen om. 'Scuddle!' riep ze, nadat ze zich kon herinneren dat dit de naam was van de uil. Het prachtige beest maakte een sierlijke bocht in de lucht en landde op haar arm. Hoewel ze de naam kende van de uil, was ze niet zeker hoe deze zou reageren als zij het briefje probeerde te pakken. Ze hield haar ogen strak op de uil en bewoog haar hand naar zijn poot toe. Plotseling hapte hij fel naar haar hand en beet in haar vel, dat direct begon te bloedde. 'Rotbeest,' zei ze hardop mopperend terwijl ze haar vinger in haar mond nam. 'Ik heb dat briefje nodig. Niet vervelend doen.'
De tweede keer liet het dier het gelukkig wel toe, zodat ze het briefje kon pakken. Het leek erop dat hij alleen reageerde op haar getwijfeld en haar pestte. Ze zwaaide haar arm omhoog toen ze het briefje had zodat de uil zich kon afzetten en weer kon wegvliegen. 'Mooie beesten zijn jullie wel, maar ik haat het echt als jullie zo doen.'
De uil kraste luid, alsof hij haar uitlachte. Aviva stak haar tong uit en opende vervolgens het briefje. 'De zon gaat onder, de aarde wordt zwart. Kom naar het speelveld in het diepst van de nacht.'
'Het Quidditchveld dus?' sprak ze hardop. Ze keek naar buiten door het open raam. De zon was al onder en de schoolgronden waren verlaten en gehuld in duisternis. Het moest zeker al een uur of elf zijn, misschien zelfs al later. Gelukkig had ze morgen geen les omdat het zaterdag was, anders zou ze nog spijt krijgen dat ze zolang wakker was gebleven. Ze hoopte wel dat er met dit briefje een einde kwam aan de zoektocht, even is leuk, maar ze was al bijna geplet door die stomme boom en gebeten door een vogel. Dat was echt wel genoeg voor één dag.
Nadat ze een tijdje binnen had gezeten en het ondertussen kwart voor twaalf was, glipte ze de deur door naar buiten. Tot haar verrassing had niemand haar betrapt, sterker nog, er leek zelfs niemand op wacht te staan. Geen Prefects, geen leraren en ook geen Filch. Aviva vond het prima, zolang zij geen straf zou krijgen, vond ze het prima. Ze haalde haar staf tevoorschijn en zorgde daarmee voor wat licht, zodat ze niet per ongeluk zou struikelen. Het was nog een tijdje lopen totdat ze eindelijk op het veld aan kwam, maar toch zeker wel rond middernacht. Ze ging midden op het veld staan en keek om zich heen. Het was aardedonker en alleen de maan leek de silhouetten van de torens en tribunes vaag aan te geven. In de verte zag ze de hoepels glanzen, maar behalve dat, leek er niks te zien. Het veld was veel te groot om een aanwijzing op kwijt te kunnen, bovendien had ze echt geen zin om die zo laat nog te moeten zoeken. Ze zuchtte en liet haar armen langs haar lichaam hangen. Het was dus toch een flauwe grap.
Net toen ze zich wilde omdraaiden schoot er een felle bal van licht over het veld heen. Daarboven bleef hij hangen en verlichtte de hele arena. Aviva keek er met grote ogen naar, niet helemaal wetend wat ze ervan moest denken. Plotseling klonk er luide muziek dat leek te komen van elke richting. Het vulde het veld direct met gezelligheid en Aviva keek schichtig om zich heen, zoekend naar de bron van deze verrassing. Niet lang daarna klonken er verschrikkelijk harde knallen en schoten er vuurpijlen de lucht in, die uit elkaar spatten in prachtige, heldere kleuren en de lucht met een nog mooier licht vulde. Vormen van dieren en bijzondere vormen vulden de lucht op magische wijzen en schitterden helderder dan de sterren. Een spotlight ging aan en scheen op een van de tribunes waar een groot uithangdoek hing met haar naam erop. Vanuit alle kanten in de duisternis kwamen leerlingen aangerend met toeters, bellen en behangen met slingers. Het waren vrienden uit allerlei afdelingen en haar hele Quidditch team, allemaal hier voor haar. Glazen met Butterbeer werd op de tribunes geplaatst, samen met bakken chips en nootjes. Aviva gilde een keer overrompeld. 'Wat is dit?'
'Een feestje voor jou,' klonk het toen ineens achter haar. De stem deed haar hart overslaan toen ze hem herkende. 'Fred!'
Ze vloog hem om zijn nek en drukte een dikke zoen op zijn wang. 'Wat doe jij hier! Wat doen jullie hier?' verbeterde ze haar zin toen ze ook George aan zag komen lopen.
'Je denkt toch niet dat we je verjaardag gaan missen?'
'We hadden op dit moment ook in de Bahama's kunnen zitten, maar nee, Fred wilde perse langs school voor jou,' antwoordde George plagend.
Aviva glimlachte zo breed dat haar wangen er pijn van deden. 'Jullie zijn te gek. Ik was bijna vermoord door die zoektocht van jullie.'
'Nah, je deed het prima! Je denkt toch niet dat we je niet overal hebben gevolgd? Heb je dat zilveren balletje nog?'
Aviva knikte en haalde het uit haar zak. 'Maar wat is het?'
'Dat zul je wel zien.' Fred opende haar hand, zweefde zijn stok er een keer overheen en sloot toen haar hand weer. 'Gooi hem maar zo hoog mogelijk in de lucht.'
Ze keek hem even nieuwsgierig aan, niet helemaal zeker of het een goed idee was en gooide toen uit eindelijk het balletje zo hard als ze kon het veld over. Er klonk een zachte plof en toen was het stil. Aviva staarde naar de andere kant van het veld en vernauwde haar ogen. Plotseling kwam er een klein, zilveren draakje, niet groter dan een hond uit de schaduwen zette en rende haar kant op.
'Wat is dit?' Ze volgde het diertje met haar ogen, terwijl het rondjes om haar heen rende.
Fred grinnikte. 'Het is geen echte draak. Het is een nieuw stuk speelgoed dat we hebben uitgevonden. Het is een balletje dat zich in een magisch wezen vervormt. Deze krijg je van ons voor je verjaardag.'
'Hij is echt leuk!' Aviva aaide het dier over zijn kop en voelde dat zijn schubben net zo koud waren als het balletje dat ze eerder in haar handen had gehouden. Ze stopte even en keek om zich heen. Haar Quidditch team zat al een de Butterbeer bij de tribune; Summerby met zijn uil op zijn schouders. Harry stond even verderop met Hermione en Ron, met zijn bezem in zijn handen. Ze bedacht zich dat hij degene moet zijn geweest die het briefje de kas in had gegooid, daarom ging hij naar buiten. Hermione had haar boeken nog in haar handen, klaarblijkelijk was zijn niet naar de bibliotheek gegaan. Wat een acteurs. Ze grinnikte in zichzelf bij de gedachte, ze was er compleet ingestonken!
'Oh,' zei Fred en hij trok haar aan haar mouw, 'we hebben nog een verrassing voor je.'
Aviva volgde hun blik, overrompeld dat ze nog meer voor haar hadden. Ze werd door de tweeling omgedraaid en werd gedwongen naar de uitgang van het veld te kijken. Vanuit de schaduwen kwam een figuur aan gelopen. Het duurde even voordat Aviva duidelijk kon zien wie het was, maar toen het licht over zijn gezicht scheen, slaakte ze een gil. 'Cedric!' Ze omhelsde de lange jongen die ze al jaren niet meer had gezien en keek hem stomverbaasd aan. 'Maar, maar je was dood?'
'Ik?' lachte hij en hij schudde zijn hoofd. 'Nee, hoor. Ik was gewoon op vakantie.'
Aviva lachte hartelijk en omhelsde hem nogmaals voordat ze zich naar de enorme groep omkeerde en glimlachte. 'Nou, laat het feest maar beginnen!'
Aviva propte het verslag in haar tas en liep de gang op. Ze veegde gauw een ontsnapte, blonde pluk haar terug onder haar Hufflepuff muts. Ondanks dat het al bijna zomer was, was ze verliefd op de muts en droeg ze hem zodra ze de kans kreeg. Ze was een Hufflepuff, en de wereld zou het weten ook!
Onderweg zei ze wat medeleerlingen gedag en wees een van de eerstejaars het dichtstbijzijnde toilet. Toen het meisje haar had bedankt en haastig wegrende, sloeg Aviva de band van haar tas weer om haar schouder en wierp een vluchtige blik uit het raam. Het was een heerlijke dag en ze besloot dat ze vandaag maar eens bij Hagrid langs zou gaan, wetende dat ze hem al een lange tijd niet meer had gezien. Het was de laatste tijd alleen maar zulk rotweer geweest dat het verleidelijk was om vandaag alleen maar op het gras in de zon te gaan liggen. Ze had vanmiddag nog Herbology, maar voor nu had ze even een paar uurtjes voor zichzelf. Aviva liep op haar gemakje naar buiten de schoolgronden op en liep regelrecht naar het huisje van Hagrid, waar Fang voor de deur in het gras lag en vrolijk kwispelend zijn kop hief toen hij haar zag aankomen lopen.
'Dag Fang!' Ze aaide de grijze hond over zijn logge kop en klopte vervolgens op Hagrids voordeur. Bijna direct vloog het deurtje open en stak de gigantische man zijn behaarde gezicht door de deuropening. Aviva keek hem wat verwonderd aan. 'Waarom ben je niet buiten, Hagrid? Het is heerlijk weer.'
Hagrid legde een gigantische wijsvinger tegen zijn lippen en gebaarde haar stiller te zijn. Hij duwde een grote hand in haar rug en leidde haar het huisje binnen.
'K zou ook wel buiten zitte',' begon hij en hij pauzeerde even om de deur te sluiten, 'maar dat kannie nu.' Hij liep haastig naar de achterkant van het huisje, waar een giga bed geplaatst stond.
Aviva keek hem na en trok verbaasd een wenkbrauw op. Hagrid gedroeg zich nogal gejaagd en nerveus om de een of andere reden. 'Hagrid? Gaat het wel goed?'
'Ja-ja,' antwoordde hij gauw en hij liep weer langs haar heen, waardoor Aviva zich noodgedwongen achterover in de grote, luie stoel liet vallen om niet ondersteboven gelopen te worden. 'Kom, gauw,' zei hij en hij trok haar weer uit de stoel. Hij greep een grote tas van de tafel en liep het huisje uit. Zonder iets te vragen holde Aviva achter hem aan en volgde hem het Forbidden Forest in. Het kostte haar veel moeite om hem bij te houden en ze was opgelucht toen hij eindelijk halt hield. Haar ademhaling was ondertussen zwaar gestegen en terwijl ze hem aankeek, probeerde ze deze weer onder controle te krijgen. 'Hagrid, kun je me nou even zeggen wat er aan de hand is?'
Hagrid grinnikte en keek haar aan. Zijn rode appelwangetjes glommen in het beetje zonlicht dat door de bomen brak. 'Je denk toch nie' dat ik je verjaardag ben vergeten, Aviva?'
Even keek ze hem verbouwereerd aan, maar toen begonnen haar ogen te schitteren en glimlachte ze breed. 'Ga weg! Dat is morgen pas!' lachte ze en gaf Hagrid een speels duwtje.
De man grinnikte nogmaals. 'Dat weet 'k, mar dit is alvast,' antwoordde hij en hij wenkte haar.
Ze liepen nog een paar meter verder, totdat ze op een groot nest stuitten, dat middenin het pad lag. Bovenop het nest lag een grote, grijze Hippogriff, die waakzaam opkeek toen ze Hagrid en haar aan zag komen lopen. Ze hield haar vleugel ongemakkelijk gestrekt en op eerste gezicht leek het gewond. Hagrid stak zijn arm uit, doelend dat ze even moest wachten en liep toen behoedzaam op het dier af. Vier meter van het nest verwijderd, knielde hij neer en boog, maar hij hield zijn blik strak op het dier gericht.
Het dier wachtte af, stond uiteindelijk op en boog zijn hoofd. Aviva's ogen groeiden van verrassing toen ze zag waar het dier zijn vleugel de gehele tijd overheen had gehouden. In het nest lang een jong, met grote gouden ogen en zachte donsveertjes.
Hagrid opende de tas en haalde er een stuk vlees uit voor de moeder en keek toen om naar Aviva. 'K dach dat je dit wel leuk zou vinden.'
Aviva glimlachte en knikte instemmend. 'Ze is prachtig!'
'Fijne verjaardag alvast, Aviva!'
Na nog een half uurtje bij Hagrid te zijn geweest, maakte Aviva baan naar de kassen voor de Herbology les, haar laatste uur van de dag. Het duurde nog een paar weken voordat ze haar zesde jaar op Hogwarts af zou maken en ze kon niet wachten tot de zomervakantie weer zou beginnen. Ze had het warme weer, de vakanties en zwemmen in de zee gemist en hoewel ze dat laatste ook wel kon doen in het Hogwarts meer, was het niet hetzelfde. Eerlijk gezegd kon ze ook niet wachten om Fred op te zoeken in Diagon Alley. Ze had hem erg gemist de laatste weken, zeker met al die zware toetsen en alle stress. Om nog maar te zwijgen over de knieblessure die ze had opgelopen tijdens Quidditch. Weken had ze er last van gehad en het leek maar niet weg te trekken, zelfs Poppy leek er niet veel aan te kunnen veranderen. Desondanks zette ze een glimlach op en ging gewoon verder met haar leven; één kleine tegenslag ging dit jaar niet verpesten!
Ze zwaaide de deur naar de kassen open en liep naar binnen. Herbology was niet haar favoriete vak, maar ze vond het met de planten werken erg ontspannend, als ze haar niet probeerden te vermoorden tenminste. Vandaag was gelukkig niet één van die dagen. Het enige wat ze vandaag moesten doen was een vragenlijst invullen en wat potten vullen met verschillende vruchten. Dit soort lessen waren het leukst, want Pomona Sprout gaf de klas de vrijheid om gezellig te kletsen en te doen wat ze wilden, als ze het werk maar afkregen. Aviva was net met Justin in gesprek geraakt over de opkomende Quidditch wedstrijd, waarvan zij zeker overtuigd was dat Slytherin deze zou gaan winnen in verband met een geblesseerde keepster bij Ravenclaw toen ze zich omdraaide om een gieter te pakken, zodat ze de Puffapods van de eerstejaars wat water kon geven. Toen ze zich weer omdraaide, dwarrelde er iets vanuit de lucht naar beneden op haar tafel. Het was een stukje perkament, waar iets op geschreven stond. Aviva keek om zich heen om te zien of het iemand anders was opgevallen en pakte toen het papiertje op. Er was opgeschreven met normale zwarte inkt en stond een korte boodschap op: 'De reus in het water wijst je de weg.'
Ze herhaalde de zin wat verward en draaide toen het papiertje om. Haar naam stond op de andere kant gekalkt. Haar wenkbrauwen kropen naar elkaar toe in een diepe frons en toen propte ze het briefje in haar zak. De rest van de les bleef het briefje haar teisteren en probeerde ze te bedenken wat het betekende.
Het was al laat op de namiddag toen de les was afgelopen en Aviva kon de knagende honger niet van zich af schudden. Ze was blij toen ze eindelijk kon aanschuiven voor het avondmaal. Daar staarde ze nadenkend naar het briefje in haar handen, de speech van de hoofdmeester ging straal langs haar heen. Ze vroeg zich af van wie dit briefje kwam en waarom haar naam erop stond. Zou het een verjaardagsverrassing zijn? Of was het een grap van een van de Slytherins? Of zelfs van iemand van haar eigen afdeling? Hoewel ze zeker niet naïef was, besloot ze toch om de aanwijzing te volgen, wat voor kwaad kon het nou eigenlijk? 'De reus... in het water...' herhaalde ze hardop voor zichzelf. Ze liet haar handen zakken en keek om zich heen. Het enige water dat hier te vinden was, was het meer aan het kasteel. En de enige reus die zich daarin schuilhield, was de reuze-inktvis. Maar hoe kon de reuze-inktvis op haar wachten?
'Wat is dat?' Ernie MacMillan, een van haar jaargenoten in de Hufflepuff-afdeling, boog zich over haar schouder en keek nieuwsgierig naar het briefje in haar handen.
'Ik vond het in de kas,' antwoordde ze en ze liet hem het briefje zien. 'Mijn naam staat er op.'
Ernie fronste en keek er verwonderd naar. 'Apart.' Hij gaf haar het briefje weer terug en pakte nog een drumstick van de grote gouden schaal. 'Is het een soort raadsel of zo?'
'Ik denk het. Of het is een hele slechte grap.' Ze keek hem veroordelend aan, maar Ernie schudde wild zijn hoofd. 'Ik was het niet. Deze keer echt niet.'
'Justin, jij dan?'
Justin keek op van zijn bord, die vol geschept was met gebakken aardappeltjes en schudde ook zijn hoofd. 'Viv, je weet toch dat als Ernie het niet is, ik het ook niet ben.'
Aviva haalde haar schouders op, daar had hij een punt. Misschien was het toch niet een grap en anders waren de jongens erg goed in acteren. Ze opende haar tas, haalde één van haar favoriete boeken eruit en borg het briefje daarin op. Ze sloeg de kaft dicht en staarde er even naar, nog een paar weken en dan kon ze eindelijk het laatste deel van de Twilight serie lezen.
Nadat Aviva voldoende had gegeten, verliet ze de zaal en ging ze haar eigen weg. Ze liep door de gang met het briefje in haar hand geklemd, die ze na het maal weer uit haar tas had gehaald. Het was nog licht buiten, dus ze had nog voldoende tijd om te zien wat er zo belangrijk was aan de inktvis in het meer.
'Wilde je zo nog naar de bibliotheek?'
Aviva draaide zich om. Hermione stond met haar boeken in haar handen en keek haar afwachtend aan. Ze was glad vergeten dat ze met Hermione had afgesproken. 'Oh, shit, sorry Hermione. Een andere keer, oké?'
Ze knikte begrijpend. 'Geen probleem. Oh, en alvast een fijne verjaardag! Ik zie je morgen vast wel in Hogsmeade.' Ze zwaaide een keer en liep toen op een drafje achter de Gryffindors aan.
Aviva zuchtte een keer en liep toen richting de grote deur naar buiten. Bij het meer aangekomen stond ze even stil, zette haar handen in haar zij en keek uit over het uitgestrekte meer, dat tussen de bergen verdween aan de horizon. Het meer rimpelde door het briesje dat over het water jaagde en de zon deed het glinsteren alsof er duizenden diamanten op het oppervlak lagen. Aviva keek om zich heen, maar er was niks te zien dat haar een weg leek te wijzen. Zuchtend ging ze in het gras zitten en pakte verveeld wat steentjes, die ze vervolgens zo ver mogelijk het water in probeerde te gooien. Stiekem had ze gehoopt dat er werkelijk iets ging gebeuren, iets dat haar uit die eeuwige sleur kon halen, maar helaas. Toen ze het laatste steentje het water in had geslingerd, stond ze weer op. Maar net toen ze weer wilde terugkeren naar het kasteel, klonk er beweging achter haar in het water. Langzaam en zeer behoedzaam draaide Aviva zich om en zag tot haar schrik een enorme tentakel boven haar uit torenen. De gladde, blauwe huid glansde in het licht van de zon en de slijmerige zuignappen staarden haar aan als tientallen ogen. Aviva zette een stap opzij, klaar om weg te rennen, maar het moment dat ze dat deed, zag ze iets aan het uiteinde van de tentakel hangen. Ze legde haar hand boven haar ogen tegen de zon en zag dat de inktvis een touwtje vasthield, waaraan een potje bungelde.
Langzaam liet de inktvis zijn tentakel zakken en zo kon Aviva met gemak het potje aanpakken. Er zat een briefje in. Ze richtte zich op, glimlachte zelfverzekerd naar de inktvis en keek toe hoe deze weer het water in verdween.
Aviva draaide de dop van het flesje en peuterde met de enige inspanning het papiertje eruit. Voorzichtig vouwde ze het open en zag hierop weer een raadsel staan: 'Zorg dat je geen beuk krijgt.'
Hier hoefde ze niet lang over na te denken: de beukwilg. Toen ze het flesje wilde opruimen, hoorde ze iets rinkelend op de bodem en keek er nog eens naar. Op de bodem lag een klein, zilver balletje, niet groter dan de nagel van haar duim. Een beetje argwanend liet ze het balletje uit het flesje rollen en stopte deze vervolgens in haar broekzak. Ze propte het papiertje terug in het flesje en deze in de tas die nog om haar schouders ging en liep het veld af richting de beukwilg. Naarmate ze de boom naderde, merkte ze dat een spanning haar lichaam overnam. Ze had plezier in de zoektocht, al had ze geen idee waar deze naar leidde of door wie hij was opgezet. Het feit dat die persoon zijn leven op het spel zette om een aanwijzing bij de beukwilg te plaatsen, moest aangeven hoe geschift deze persoon was. De boom had in jaren veel gevaar betekend voor de leerlingen en had er toch zeker wel een paar verwond. Op veilige afstand bleef ze stilstaan en keek op naar de boom. De grote wortels staken uit de grond, alsof deze elk moment zouden bewegen en de benen zouden nemen. De reusachtige takken bewogen dreigend heen en weer in de wind, alsof de boom haar al had gezien. Ze slikte een keer nerveus. Eerlijk gezegd was dit het dichtste dat ze ooit bij dat ding in de buurt was gekomen en ze moest wel knettergek zijn dat ze nog dichterbij zou komen. Toen zag ze op de grond nog geen meter van de stam verwijderd een flesje liggen, met alweer een briefje erin. Er moest een manier zijn om de boom af te leiden zodat ze dat flesje te pakken kon krijgen. Plotseling kreeg ze een idee en haalde haar staf tevoorschijn uit haar tas.
'Avis!' sprak ze hardop uit en in een mum van tijd schoten er vijf blauwe vogeltjes uit haar staf, die vrolijk fluitend rond haar hoofd bleven vliegen. De beukwilg had zo'n vijf grote, gevaarlijke armen, dus dit moest genoeg afleiding zijn.
Ze richtte haar staf op de stam en zwaaide met een zelfverzekerde armbeweging. 'Oppugno!'
Direct schoot de vlucht vogels op de boom af en begon deze vijandig te pikken. Aviva wachtte geen moment en rende op het flesje af. Met wilde zwaaien haalde de boom uit naar de kwetterende blauwe beestjes. Koortsachtig bleef Aviva omkijken naar de boom, bang dat deze opeens de aanval op haar inzette, maar hij was zo bezig met de vogels die om hem heen vlogen dat hij geen aandacht leek te hebben voor Aviva. Ze greep het flesje, zette haar hakken ferm in de grond en draaide zich haastig om. Boven haar klonk plotseling een schel gepiep en nog geen seconde later raakte een van de knotsen de grond vlak naast haar. Een gil ontglipte haar en ze begon nog harder te rennen. Uiteindelijk lukte het haar net op tijd om buiten zijn bereik te komen en liet ze zich hijgend in het gras vallen. Ze staarde naar de hemel en hield toen het flesje voor haar gezicht. 'De idioot die dit heeft verzonnen, mag wat gaan uitleggen,' mompelde ze en ze trok de dop eraf. Ze haalde het briefje eruit en las het hardop voor: 'Waar vleugels fladderen en brieven vallen.'
Met een zucht liet ze haar hoofd in het gras vallen. 'De owlery.'
Langzaamaan begon het donker te worden op Hogwarts. Gelukkig was het de hele dag heerlijk weer geweest en hoefde Aviva zich geen zorgen te maken om eventuele kou. De zon was nog net tussen de bergen te zien en scheen een prachtig gouden licht op het meer. De lucht was gevuld met oranje en rode kleuren. Het was een eindje lopen naar de Owlery en toen ze daar aan kwam, was de zon al bijna verdwenen. Ze liep de trap op naar boven, oplettend dat ze niet tegen de ondergepoepte muren aan botste. Toen ze in de opening verscheen, werd ze gegroet door honderden uilen, ieder met een bijzonder stemgeluid. Ze liep de gangetjes door, steeds verder omhoog, en zocht naar een volgende aanwijzing, maar nergens zag ze ook maar een flesje zitten. Ze keek in de hoekjes en gaatjes, in de nesten en zelfs in hokken van de grote schooluilen. Uiteindelijk bleef ze stilstaan en volgde een paar uilen met haar ogen. Toen zag ze het; een van de uilen had een briefje om zijn poot hangen. Ze kon het natuurlijk mis hebben en dan was dit alleen een boodschap voor een van de andere honderden leerlingen, maar ze moest het erop wagen. Gelukkig herkende ze de kerkuil, het was die van een oudere jaars Hufflepuff, Alex Summerby. Hij zat in het Quidditch team als Seeker en ze had hem wel vaker in en uit de Owlery zien lopen. Geruchten gingen dat het om zijn Muggle vriendin ging die in zijn dorp gewoon naar school ging.
Ze stak haar arm uit en floot een keer hard. Een heleboel uilen draaiden hun koppen om. 'Scuddle!' riep ze, nadat ze zich kon herinneren dat dit de naam was van de uil. Het prachtige beest maakte een sierlijke bocht in de lucht en landde op haar arm. Hoewel ze de naam kende van de uil, was ze niet zeker hoe deze zou reageren als zij het briefje probeerde te pakken. Ze hield haar ogen strak op de uil en bewoog haar hand naar zijn poot toe. Plotseling hapte hij fel naar haar hand en beet in haar vel, dat direct begon te bloedde. 'Rotbeest,' zei ze hardop mopperend terwijl ze haar vinger in haar mond nam. 'Ik heb dat briefje nodig. Niet vervelend doen.'
De tweede keer liet het dier het gelukkig wel toe, zodat ze het briefje kon pakken. Het leek erop dat hij alleen reageerde op haar getwijfeld en haar pestte. Ze zwaaide haar arm omhoog toen ze het briefje had zodat de uil zich kon afzetten en weer kon wegvliegen. 'Mooie beesten zijn jullie wel, maar ik haat het echt als jullie zo doen.'
De uil kraste luid, alsof hij haar uitlachte. Aviva stak haar tong uit en opende vervolgens het briefje. 'De zon gaat onder, de aarde wordt zwart. Kom naar het speelveld in het diepst van de nacht.'
'Het Quidditchveld dus?' sprak ze hardop. Ze keek naar buiten door het open raam. De zon was al onder en de schoolgronden waren verlaten en gehuld in duisternis. Het moest zeker al een uur of elf zijn, misschien zelfs al later. Gelukkig had ze morgen geen les omdat het zaterdag was, anders zou ze nog spijt krijgen dat ze zolang wakker was gebleven. Ze hoopte wel dat er met dit briefje een einde kwam aan de zoektocht, even is leuk, maar ze was al bijna geplet door die stomme boom en gebeten door een vogel. Dat was echt wel genoeg voor één dag.
Nadat ze een tijdje binnen had gezeten en het ondertussen kwart voor twaalf was, glipte ze de deur door naar buiten. Tot haar verrassing had niemand haar betrapt, sterker nog, er leek zelfs niemand op wacht te staan. Geen Prefects, geen leraren en ook geen Filch. Aviva vond het prima, zolang zij geen straf zou krijgen, vond ze het prima. Ze haalde haar staf tevoorschijn en zorgde daarmee voor wat licht, zodat ze niet per ongeluk zou struikelen. Het was nog een tijdje lopen totdat ze eindelijk op het veld aan kwam, maar toch zeker wel rond middernacht. Ze ging midden op het veld staan en keek om zich heen. Het was aardedonker en alleen de maan leek de silhouetten van de torens en tribunes vaag aan te geven. In de verte zag ze de hoepels glanzen, maar behalve dat, leek er niks te zien. Het veld was veel te groot om een aanwijzing op kwijt te kunnen, bovendien had ze echt geen zin om die zo laat nog te moeten zoeken. Ze zuchtte en liet haar armen langs haar lichaam hangen. Het was dus toch een flauwe grap.
Net toen ze zich wilde omdraaiden schoot er een felle bal van licht over het veld heen. Daarboven bleef hij hangen en verlichtte de hele arena. Aviva keek er met grote ogen naar, niet helemaal wetend wat ze ervan moest denken. Plotseling klonk er luide muziek dat leek te komen van elke richting. Het vulde het veld direct met gezelligheid en Aviva keek schichtig om zich heen, zoekend naar de bron van deze verrassing. Niet lang daarna klonken er verschrikkelijk harde knallen en schoten er vuurpijlen de lucht in, die uit elkaar spatten in prachtige, heldere kleuren en de lucht met een nog mooier licht vulde. Vormen van dieren en bijzondere vormen vulden de lucht op magische wijzen en schitterden helderder dan de sterren. Een spotlight ging aan en scheen op een van de tribunes waar een groot uithangdoek hing met haar naam erop. Vanuit alle kanten in de duisternis kwamen leerlingen aangerend met toeters, bellen en behangen met slingers. Het waren vrienden uit allerlei afdelingen en haar hele Quidditch team, allemaal hier voor haar. Glazen met Butterbeer werd op de tribunes geplaatst, samen met bakken chips en nootjes. Aviva gilde een keer overrompeld. 'Wat is dit?'
'Een feestje voor jou,' klonk het toen ineens achter haar. De stem deed haar hart overslaan toen ze hem herkende. 'Fred!'
Ze vloog hem om zijn nek en drukte een dikke zoen op zijn wang. 'Wat doe jij hier! Wat doen jullie hier?' verbeterde ze haar zin toen ze ook George aan zag komen lopen.
'Je denkt toch niet dat we je verjaardag gaan missen?'
'We hadden op dit moment ook in de Bahama's kunnen zitten, maar nee, Fred wilde perse langs school voor jou,' antwoordde George plagend.
Aviva glimlachte zo breed dat haar wangen er pijn van deden. 'Jullie zijn te gek. Ik was bijna vermoord door die zoektocht van jullie.'
'Nah, je deed het prima! Je denkt toch niet dat we je niet overal hebben gevolgd? Heb je dat zilveren balletje nog?'
Aviva knikte en haalde het uit haar zak. 'Maar wat is het?'
'Dat zul je wel zien.' Fred opende haar hand, zweefde zijn stok er een keer overheen en sloot toen haar hand weer. 'Gooi hem maar zo hoog mogelijk in de lucht.'
Ze keek hem even nieuwsgierig aan, niet helemaal zeker of het een goed idee was en gooide toen uit eindelijk het balletje zo hard als ze kon het veld over. Er klonk een zachte plof en toen was het stil. Aviva staarde naar de andere kant van het veld en vernauwde haar ogen. Plotseling kwam er een klein, zilveren draakje, niet groter dan een hond uit de schaduwen zette en rende haar kant op.
'Wat is dit?' Ze volgde het diertje met haar ogen, terwijl het rondjes om haar heen rende.
Fred grinnikte. 'Het is geen echte draak. Het is een nieuw stuk speelgoed dat we hebben uitgevonden. Het is een balletje dat zich in een magisch wezen vervormt. Deze krijg je van ons voor je verjaardag.'
'Hij is echt leuk!' Aviva aaide het dier over zijn kop en voelde dat zijn schubben net zo koud waren als het balletje dat ze eerder in haar handen had gehouden. Ze stopte even en keek om zich heen. Haar Quidditch team zat al een de Butterbeer bij de tribune; Summerby met zijn uil op zijn schouders. Harry stond even verderop met Hermione en Ron, met zijn bezem in zijn handen. Ze bedacht zich dat hij degene moet zijn geweest die het briefje de kas in had gegooid, daarom ging hij naar buiten. Hermione had haar boeken nog in haar handen, klaarblijkelijk was zijn niet naar de bibliotheek gegaan. Wat een acteurs. Ze grinnikte in zichzelf bij de gedachte, ze was er compleet ingestonken!
'Oh,' zei Fred en hij trok haar aan haar mouw, 'we hebben nog een verrassing voor je.'
Aviva volgde hun blik, overrompeld dat ze nog meer voor haar hadden. Ze werd door de tweeling omgedraaid en werd gedwongen naar de uitgang van het veld te kijken. Vanuit de schaduwen kwam een figuur aan gelopen. Het duurde even voordat Aviva duidelijk kon zien wie het was, maar toen het licht over zijn gezicht scheen, slaakte ze een gil. 'Cedric!' Ze omhelsde de lange jongen die ze al jaren niet meer had gezien en keek hem stomverbaasd aan. 'Maar, maar je was dood?'
'Ik?' lachte hij en hij schudde zijn hoofd. 'Nee, hoor. Ik was gewoon op vakantie.'
Aviva lachte hartelijk en omhelsde hem nogmaals voordat ze zich naar de enorme groep omkeerde en glimlachte. 'Nou, laat het feest maar beginnen!'
Er zijn nog geen reacties.