nogmaals... help me dit verhaal zo goed mogelijk te maken alsjeblieft!!! enne, dit is een kort hoofdstukje, of zou ik het bij de proloog in doen?

‘’Ja, hij komt bij.” Een vrouw van middelbare leeftijd liep op haar zoontje af en woelde even met haar hand door zijn haar. Daarna ging ze naast het bed op een gammel krukje zitten. De man opende even zijn helderblauwe ogen maar sloot ze direct weer tegen het felle licht. Hij probeerde het een tweede maal. De vrouw stelde zich voor. ‘’Ik ben Machilde, en blijf maar rustig liggen. De Broeders komen je zo halen.’’ De man lag op zijn buik en zag nu waarom, in zijn rug zat een grote gapende wond. Het bloed stroomde er nog uit. Hij voelde er niets van. Opeens kwamen de herinneringen weer. Hij was in de rivier in een stroomversnelling geraakt. Het woeste en kolkende water sleurde hem mee . Steeds sneller en sneller. Zijn lichaam koelde af en zijn vingertoppen werden blauw. Het plan om naar de oever te komen had hij al gauw aan de kant gezet, het water stroomde te snel en hij had zeker geen kracht meer. De gedachte aan zijn vrouw zorgde ervoor dat hij de moed niet verloor en zich niet overgaf aan de kracht van het water. Voor hem hingen er takken in het water, steeds meer en steeds dikker. Hij ging met zijn hoofd onder water om een grote tak te ontwijken, maar dit zorgde ervoor dat de tak tegen zijn rug aan schuurde en het bloed zich met het water vermengde. Toen raakte hij bewusteloos.
Voor de tweede keer werd de man wakker. Nu lag hij in een grote huifkar. Deze werd getrokken door twee bruine paarden die gemend werden door een man met een eenvoudige bruine mantel om. Naast hem zat een man in dezelfde kledij als degene op de bok. Het zijn monniken, bedacht de man hardop, waarop de monnik hem met een schuin hoofd aankeek. ‘’Wilt u wat drinken?’’ vroeg hij. De man knikte van ja. ‘’Mag ik u vragen hoe u heet? Vroeg de monnik, terwijl hij de man een aardenwerken beker gevuld met fris water voorhield. Even dacht de man na en zei:’’ Ik ben Florian, een handelsman uit het Rijk van Seryane. Ik ben door rovers overvallen en in de rivier gegooid. Ik ben alles kwijt.’’ De monnik keek hem medelijdend aan en zei ‘’gelukkig voor u kunt u op ons klooster blijven, net zo lang als nodig is. ” Florian dankte de monnik hartelijk en sloot zijn ogen weer. Dit keer droomde hij niet en viel hij niet in slaap, hij piekerde. Hij was het verloren. Hij kon het niet maken, zeker niet bij zijn broer. Voordat hij zijn broer weer op zou zoeken zou hij het vinden. Hij zou niet stoppen met zoeken voor hij het gevonden had.

Reageer (3)

  • Duendes

    GO YOUUUU

    7 jaar geleden
  • KvotheEdemaRuh

    haha jaaaah zooon fout zocht ik.. Ik pas het wel aan:)

    8 jaar geleden
  • Duendes

    Nicee!!
    Ik denk dat dit nog bij het proloog kan, maar het maakt niet zoveel uit xD

    De man schudde met zijn hoofd van ja.

    Meen je dit, Cecile? :')
    Hij schudde ja?
    Hij schudde of hij knikte
    Nee schudden - ja knikken

    8 jaar geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen