• OO3
Cleo Mitchells
“Natuurlijk mam.” Ik klem mijn telefoon tussen mijn kaak en mijn schouder en open met mijn vrije hand de klemmende deur naar mijn kamer. Het is al later op de avond en ik heb mijn hele dag doorgebracht in de tuinen van de campus. Mijn verslag wilde vandaag beter vlotten en het stemt me goed. Niet goed genoeg om dat positieve gevoel te behouden tijdens een telefoon gesprek met mijn hyperactieve moeder. Ze ratelt nog wat door aan de andere kant van de lijn en ik beantwoord zo nu en dan met een goed getimede ‘uhu’ of ‘hmhm’, zonder daadwerkelijk te luisteren.
Zodra ik mijn kamer betreed dringt de aanwezigheid van Azazel zich aan me op. Hier in mijn kamer heeft de zon geen enkele inbreng en waarschijnlijk heeft hij gewacht op mijn terugkeer. Ik probeer hem te verdrukken maar hij laat zich niet afschepen. "Moeders is goedgemutst vandaag." Merkt hij wat droogjes op. Ik negeer hem uiteraard en doe een poging mijn aandacht meer op het verhaal van mijn ma te richten. “… kan zijn dat ze er in de vakantie dus ook is. Als jij dan ook naar huis komt zijn we weer een keer compleet. Daarbij neemt Sarah haar nieuwe vriend mee zodat we kennis kunnen maken.”
Ja, voor de tiende keer. Sarah wisselt meer van vriend dan van ondergoed. Mijn oudere zus laat er geen gras over groeien en vindt zo’n vijf keer per jaar de ware. “Wat is zijn naam nu weer.” Merk ik dan ook nauwelijks geïnteresseerd op. “Marcus. Het lijkt een leuke jongen. Zeg wanneer neem jij eens iemand mee naar huis?” God daar hebben we het. Ik plof neer om mijn bed en kan een geërgerde zucht niet inhouden. "Ja Cleo, wanneer neem jij eens iemand mee naar huis. Of stel ze voor aan mij, dan kunnen we lachen." Merkt Azazel op. Ik maak een wegwuif gebaar in het niets ten teken dat hij zijn kop moet houden. “Wanneer jij ophoudt er naar te vragen.” Antwoord ik mijn moeder in een poging het nog enigszins vriendelijk te laten klinken. Mijn toon maakt zoals gewoonlijk niets uit want ze is al weer aan het woord voor ik er bij stil kan staan hoe scherp mijn woorden klonken. “O Cleo je zou ons zo blij maken als we eens iemand van daar konden ontmoeten. Je zegt altijd wel dat alles prima gaat en dat je het naar je zin hebt maar het is niet tastbaar op deze manier.”
Hoe vaak heb ik deze preek al aangehoord? Het is dan ook de rede dat ik meestal smoesjes bedenk tegen de tijd dat de vakantie ter spraken komt. Sorry ik heb zo veel huiswerk dat het me niet gaat lukken een sociaal leven hoog te houden. Een andere keer mam, ik blijf met wat meiden op campus om hier samen te genieten van de vakantie. O shit, ik heb mijn tijd echt nodig om mijn studiepunten bij elkaar te krijgen. Afijn je snapt hem.
“Weet ik mam. Ik zal kijken of er iemand zin heeft om mee te gaan. Het hoeft niet per se mijn verloofde te zijn toch?” Grap ik wat droogjes, wetend dat ik het toch niet ga doen. Sterker nog, ik heb niemand. "Loner." Gniffelt Azazel in mijn oor. Ik voel hoe hij lacht. “Kop dicht.” Ontglipt het me fel, wat alleen maar meer gelach oplevert. “Wat?” Hoor ik aan de andere kant van de lijn. “Nee niks, ze zijn lawaai aan het maken onder het voetballen.” Lieg ik zonder er bij na te denken. “Je was toch op je kamer schat?” Kut, kut, kut. “Nee ik ben nog buiten, ik moet hangen ze willen me op doel hebben. Doei mam, tot snel!” En ik hang op, haar woorden afkappend.
“AZAZEL! Laat me gewoon met rust!” Snauw ik meteen. Weer gelach. "Hoe kwader je wordt…" “Hoe meer je er van geniet. Ik weet het, ik weet het.” Gefrustreerd laat ik me achterovervallen op mijn bed en sluit mijn ogen waar een diepe duisternis me onthaalt. “Azazel?” "Hmm?" “Waarom kan ik je niet zien maar alleen horen en voelen?” Ik voel hoe hij het zich gemakkelijk maakt en een geheimzinnige grijns tevoorschijn tovert. “Is het weer vragen uurtje?”
“Kun je gewoon een keer antwoord geven? Jij weet alles over mij. Zelfs meer dan ik over mezelf schijn te weten.” Mompel ik beschuldigend. Het blijft even stil en ik besef me tot mijn genoegen dat hij voor het eerst sinds zijn aanwezigheid overweegt of hij zal antwoorden. "Wil je me graag zien?" Natuurlijk, net wat voor hem. Een vraag beantwoorden met een tegenvraag. “Dat is geen antwoord.” Berisp ik hem dan ook.
Plotseling loopt er een rilling langs mijn ruggengraat en het kippenvel springt me op de armen. Een onheilspellend gevoel bekruipt me en ik open met een ruk mijn ogen in een poging het af te schudden. "Ik kan me nog niet toonbaar maken. Je bent er niet klaar voor." De toon in zijn stem is serieuzer dan ik hem ooit gehoord heb en roept meer vragen op dan het beantwoord. Langzaam trekt het nare gevoel weg terwijl ik weer overeind ga zitten.
“Deed jij dat?” Fluister ik, het antwoord eigenlijk al kennend. "Ja." Weer kippenvel, deze keer wel als reactie op iets waar ik zelf de hand in heb. Mijn hartslag versnelt hoorbaar en ik bijt nerveus op mijn onderlip. “Hoe?”
"Vragenuurtje is voorbij." En hij draait zich van me weg ten teken dat het gesprek voorbij is. Vragenuurtje is blijkbaar vragenminuutje.
Reageer (9)
Volgens mij is Cleo verwikkeld in een grote strijd met zichzelf; maar hé, dat is juist wat een verhaal interessant maakt, ey?
6 jaar geledenZooo goed geschreven!!!!
8 jaar geledenIk weet niet waarom, maar ik mag Azazel wel eigenlijk. On to the next chapter!
Ehww scaryyy, maar goed geschreven. ^^
8 jaar geledenWat een engerd!
8 jaar geledenhet is zo goed geschreven! snel verder!
8 jaar geledenik ben benieuwd wie die jongen met de groene ogen is...