Het feest

Ik vocht me een weg door de menigte heen. Mijn zwaard flitste. Het meisje naast mij vocht ook met haar zwaard. We kwamen de troonzaal binnen. 'Whaaaah!' Ik schrok wakker. 'Weer diezelfde droom?' Ik keek op de klok. Het was al 10 uur 's morgens, dus ik stond op. Mijn ouders waren aan het eten en ik schoof aan de tafel. Ik zei dat ik die droom weer had gehad. Mijn ouders zeiden dat ze echt niet wisten wat het kon betekenen. Ik ging naar buiten na het eten en ging wat rondhangen. Plots besefte ik dat het morgen een feestdag was! De koning, eigenlijk tiran, koning Torque was jarig. Dan moet iedereen naar het kasteel in het centrum van het rijk komen en wordt er feest gevierd, de hele dag lang. Ik ging terug naar huis, waar mijn ouders al aan het inpakken waren. Die namiddag vertrokken we en de volgende dag waren we er. We vierden feest en toen zag ik opeens een gezicht in de menigte dat naar mij stond te staren. Ik staarde terug. Het was het meisje uit de droom. Ze liep op me af. Ik keek om me heen. Mijn ouders waren verdwenen. Ik kon me niet bewegen. Ze stond nu vlak voor me en zei: 'Wie ben jij??' 'Maxime, maar wie ben jij? Je kwam in mijn dromen voor!' 'Ik ben Fenne en jij kwam ook in mijn dromen voor! Hoe kan dit toch?!' Er brak plots paniek uit. Fenne en ik zochten naar onze ouders, maar vonden ze niet. We werden opeens door een hand vastgegrepen en meegetrokken. Degene die ons vasthield zei: 'Ik ben Melchior, de tovenaar van de koning. Maar ik haat hem, hij is een tiran. Ik heb jaren geleden een droom gehad, een voorspellende droom. Jullie kwamen daarin voor. Jullie ouders zijn gevangen genomen omdat ze valselijk beschuldigd zijn van onruststokerij. Ik ben hier om jullie te helpen. Jullie hebben allebei 2 magische krachten en die moeten jullie leren gebruiken. Hier, neem deze zwaarden. In het bos zit een groep mensen die bij mij hoort. Ga naar hen toe en zeg wie je bent. Zij zullen je helpen. Ga nu.' Hij duwde ons weg en we liepen, compleet verbijsterd, in de richting van het bos.