Wauw, prachtige steen, maar is dat alles?

Eindelijk word ik definitief wakker. Ik ben verschillende keren wakker geweest, maar te moe om het langer dan vijf minuten vol te houden. 1 keer zei Jenny wat, mijn geheugen … wat is ermee? Wat vertelde ze weer? Ik probeer het me terug te herinneren, maar dat gaat niet zo gemakkelijk, mijn geheugen lijkt wel water. Telkens ik iets vind en probeer vast te grijpen glipt het door mijn vingers door. Misschien in stukjes proberen vanaf het begin. Ik kom in een grote zaal, ah juist 3 andere tieners, niet zo sterk als ik natuurlijk. Het gevecht met die andere jongen, hij ontweek alles, hij is snel, dat is goed voor hem, maar toch heb ik waarschijnlijk gewonnen … maar daar stopt mijn geheugen … ik herinner me niets van mijn overwinning. Het volgende dat ik weet is dat Jenny naast me zat wanneer ik wakker werd. We hebben gepraat over … Wat was het weer? Mijn kracht? Of misschien dat ik zo groot ben? Nee ik weet het weer, het ging over onze ouders, net als mij kende zij haar echte ouders ook niet. Haar zwaard heeft ze wel gekregen van haar echte ouders. Ik heb ook gevraagd wat er gebeurd was aan het einde van het gevecht geloof ik, maar daar heeft ze niet op geantwoord, daar ging ze over vertellen als de 2 andere terug waren. Waar zijn die 2 eigenlijk naar toe? Jenny zei iets over lakens halen. Willen ze hier op de grond naast me komen liggen? Zien ze in mij een soort koning? Misschien is er dat gebeurd aan het einde van het gevecht, ik heb Gale met die laatste slag heel gemakkelijk verslagen, Gale was zo vernederd dat hij in gratie bij mij wou komen door hier op de grond te slapen en is wel lakens gaan halen. Misschien is hij nog wel een van mijn standbeelden gaan halen en kon hij het alleen niet dragen. Wie weet ligt er zelfs een kroon bij! Mooi, ik sta dus boven de anderen.
“Ben je wakker Lolan? Ik voelde je bewegen en werd dus ook wakker.”
Ik knik vol vertrouwen omdat ik weet dat ik beter ben. Waar zou mijn kroon zijn? Waarschijnlijk ben ik nadat ik tot koning ben gekroond flauw gevallen van de eer of zo. Ik ben altijd met ontzetting en wantrouwen bekeken door anderen. Maar ze waren ook wel bang van mijn kracht. Jenny zal die kroon waarschijnlijk eerbiedig onder het bed gelegd hebben. Ik krijg wel waar ik recht op heb.
“Ik moet zeggen dat je er veel wakkerder uitziet dan daarstraks. Hoe voel je je?”
“Goed, ik herinner me ons gesprek en ik denk dat ik weet wat je niet wou vertellen daarstraks.”
Jenny kijkt verschrikt en daarna aangenaam verrast precies of ze het me niet graag wou vertellen.
“Wat herinner je je dan terug?”
“Ik weet wat er na mijn gevecht met Gale gebeurd is, hij voelde zich vernederd nadat ik hem genadeloos versloeg. Dan knielde hij voor mij alsof ik wat een koning was en nu is hij een van mijn standbeelden gaan halen om in mijn gratie te komen. Was er ook ergens een kroon?”
Voor Jenny lijkt het wel of ik van een andere planeet kom. Net of ze van geen standbeelden en kroon weet. Waarschijnlijk wilde ze het me niet meer vertellen als ik het nog wist, want dan zouden ze mijn onderdanen blijven.
“Ik heb geen idee waar je het over hebt, er is geen kroon en jij hebt Gale niet verslagen.”
Nu is het mijn beurt om stom te kijken. Ik was er zo zeker van, ookal kan ik het me niet goed meer herinneren. Hoe kan ik zo’n bonenstaak nu niet hebben verslagen? Dat kan alleen als ik vergif heb gegeten of gedronken of zo. Ik ben de sterkste mens in heel Unova!
Voor ik nog iets kan zeggen komen Alia en Gale binnen met wat lakens. Alia kijkt of ze heel verdrietig is, net of haar ouders net gestorven zijn. Ik wil zeggen, kniel voor je koning, maar dan besef ik wat Jenny net zei … ik heb niet gewonnen, Gale wel. Dat is onmogelijk.
Gale kijkt eerder blij als hij ziet dat ik rechtop zit, er lijkt wel een last van zijn schouders te vallen. Ik begrijp niet wat er gaande is, ze verzwijgen allemaal iets voor me. Hoe komt het dat ik rechtop zit eigenlijk? Waarschijnlijk ben ik recht geveerd op het moment dat ik hoorde dat ik niet gewonnen ben.
“Welkom terug,” zeg ik, “blijf daar niet staan en maak dat je hier naast mijn bed ligt of zit of zo. Ik ben nieuwsgierig wat jullie me willen vertellen.”
“Je hebt nog niets verteld dan?” vraagt Gale aan Jenny. Ze knikt terug van niet. Dit maakt me alleen maar nieuwsgieriger.
Naar mijn gevoel gaan ze veel te traag naast mijn bed zitten. Pas wanneer ze allemaal geïnstalleerd zijn wil Gale gaan praten, maar hij is heel moe zo te zien. Hij geeuwt heel erg hard, toch heb ik niet echt zin om te wachten tot de volgende ochtend. Maar dat is buiten Alia gerekend. Ze drukt Gale tegen de grond en zegt iets tegen hem, hij hoort het precies niet helemaal meer want hij is meteen vertrokken.
“Sorry Lolan, we zullen moeten wachten tot morgen, die lakens waren best zwaar en het is een lange dag geweest, en met hetgeen wat wij ontdekt hebben zal de dag morgen nog langer zijn.’
Ik weet niet zeker wat ze ontdekt hebben, maar onder het laken bij Alia zie ik een bult, alsof ze een voorwerp verstopt heeft. Het maakt me al niet meer uit, ik wil enkel mijn verhaal weten en ze zijn te moe om zich te verantwoorden nu. Dan zal ik maar moeten wachten, al ben ik uitgerust. Hoe lang heb ik eigenlijk geslapen? Hier binnen kun je het niet zien, we hebben geen zon, ergens moet je het kunnen zien, maar ik ga nu echt niet rondlopen om dat te zoeken. Hoopvol kijk ik naar Jenny, misschien dat zij het me wil vertellen maar ook zij ligt al onder haar lakens.
“Probeer nog maar wat te slapen Lolan,” Alia weer, “dan gaat het morgen veel beter, slaap lekker.”
Ze draait zich om en ik denk niet dat ze van plan is om nog ergens antwoord te geven. Morgen dan. Ik ga grommend zelf ook terug liggen. Ik weiger om nog goedenacht te zeggen tegen de rest.
De volgende ochtend ben ik niet de eerste die wakker word. Tenminste, ik denk dat het ochtend is. Nog steeds kun je het nergens zien, of toch? Nu pas merk ik op dat de zoldering beweegt. Heel traag natuurlijk, gisteren toen ik voor de laatste keer wakker werd zag ik dat het er anders uitzag. Er staat op de zoldering een tekening van de zon en gisteren stond die aan de rechterkant onderaan. Nu staat die getekende zon schuin links bovenaan. Dus misschien kunnen we zo bedenken dat het de tijd aangeeft. Nu lijkt het alsof we halverwege de voormiddag zijn.
Blijkbaar is iedereen al wakker en wachten ze op mij. Ik ga dus rechtop zitten.
“Steek maar van wal,” begin ik, “ik heb een hele nacht moeten wachten en nu wil ik het weten.”
Alia zucht maar zij is wel degene die verteld. Ik weet niet of ik alles wel wil horen, want hierdoor kan ik niet anders dan mijn nederlaag toegeven. Vaarwel koningschap.
“Jenny vertelde dat je je dubbele trap/slag nog kan herinneren, hetgeen dat daarna gebeurd is, ging onze stoutste dromen te boven. We geloven allemaal dat jij de sterkste bent, maar diep in mij hoopte ik dat Gale ging winnen. Alleen omdat het er zo nadelig uitzag voor hem. Ik vind wel dat hij nu het woord moet nemen.”
Het kan niet anders dan dat ze dat hadden afgesproken, want Gale is niet eens een klein beetje verbaast. Grrr, ik weet nog niet hoe dat hij het gedaan heeft, maar de gedachte dat hij mij heeft kunnen verslaan is ondragelijk.
“Bij die trap die je uitvoerde dacht ik dat ik verloren was, die zou zeer zwaar aankomen. Normaal gezien had dat zo moeten zijn, maar ik voelde in mij iets opborrelen. Wat ik je nu ga vertellen klinkt waarschijnlijk heel raar, als ik dat vroeger in het dorp verteld zou hebben dan zou ik aan de galg zijn verschenen voor hekserij. Ik heb al een tijdje een soort afgesloten ruimte in mijn brein gevoeld. Nooit kon ik er doorheen komen, nooit heb ik geweten wat er achter lag. Dan kwam het moment dat jij die slag uitvoerde brak ik door de barrière. Ik weet niet of je je nog kan herinneren dat je zag dat ik mijn handen voor mij uitstrekte, maar dat maakt op zich niet veel uit. Volgens Jenny kwam er een paarsachtige gloed uit mijn handen die een haast onzichtbare muur vormde tussen ons. Jij bent met de volledige slag tegen die muur aangelopen en waarschijnlijk heeft die paarse gloed een reactie in je lichaam veroorzaakt. Ik en de meisjes zijn tot de conclusie gekomen dat het een soort magie is mede door naar dit boek te kijken. Dat laatste stuk heeft Alia ontdekt, kijk maar even.”
Terwijl Gale het boek neemt, zie ik dat er tekst staat, maar die kan ik niet lezen.
“Wat is er met dat boek, er staan rare letters, dat is alles.”
“Er staat meer dan dat Lolan, ik had het eerst niet gezien. Onder de titel die we beiden niet verstaan maar wel lezen staat er wel iets dat we kunnen verstaan. Er staat er ‘geheimen der magie’. Dit maakt dat onze gedachtegang wel eens juist kon zijn.”
Ik kijk wezenloos voor me, magie, dat gelooft toch niemand, alleen kinderen. Ik ben de oudste van de hoop hier, stomme kinderen, de gedachte alleen al, magie, belachelijk.
“Weet je wat dit betekent Lolan?” vraagt Alia, “Dit wil zeggen dat Gale magie kan gebruiken, al moet hij het eerst nog goed leren controleren. Hiermee kunnen we een nieuw doel bereiken.”
“Nieuw doel? Heeft er al iemand gemerkt dat we niets meer te doen hebben? Ik weet zelfs niet of we nog ooit uit dit doolhof van gangen geraken.” zegt Jenny.
Wel een dom idee dat we niet meer naar buiten zouden kunnen, we zijn toch ook binnengeraakt dus gaan we langs dezelfde weg terug, duh.
“Jenny, een doel hebben we niet, maar we kunnen nog wel naar buiten, langs de weg dat we gekomen zijn natuurlijk.”
“Dat gaat niet!” Jenny’s stem slaat nu over, “We zitten ingesloten, de poort bij mij is gesloten achter me, ik denk dat bij jullie hetzelfde gebeurd is.”
Daar heb ik geen antwoord op, op het moment dat ik door de poort stapte, zag ik de kamer al en wilde ik meer zien. Die poort interesseerde me niet meer … tot nu.
“Daar heb ik nog niet helemaal een oplossing voor bedacht, maar wat ik wel weet is dat we een nieuw doel hebben.” Alia weer, gelukkig hield ze haar mond tijdens de uitleg van Gale, maar nu kijkt ze hem aan. Ik krijg het gevoel alsof ze iets bekokstooft hebben terwijl ze weg waren.
“Jenny, toen ik en Gale in jou kamer waren hebben we ontdekking gedaan. Pak jij het even Gale?’
Gale knikt, eigenlijk heb ik hier geen zin meer in, ik wil terug naar huis, ik heb al meer dan genoeg gehad vandaag. Magie, pfff.
Ik zal mijn mening over zoiets fantasierijk moeten herzien, want hetgeen dat Gale nu tevoorschijn haalt overstijgt elke vaardigheid van de mens. Tenzij natuurlijk dat je zo’n stuk steen in de grond kan vinden. Nu, steen is niet echt de juist term, het is meer een soort oranje edelsteen, het ziet er stevig uit, zou ik er op kunnen slaan? Als het niet breekt dan is het echt een edelsteen, die zijn namelijk sterker dan een gewone steen. In Unovih hebben we steen-, kool-, goud-, zilver- en nog vele andere mijnen. Heel veel edelstenen ook natuurlijk, want Ja’afar houdt van glanzende dingen om de zoveel tijd komt hij ze persoonlijk halen. Maar een edelsteen als deze heb ik nog nooit gezien.
“Wat is dat? Waar heb jullie het gevonden? Hoe hebben jullie het gevonden? Het is toch niet iets magisch hè?”
Onwillekeurig schud ik mijn hoofd, die Jenny is ook van alles bang, maar misschien is haar idee, dat het magisch is, nog niet zo dom
“Eerst wil ik al op het laatste antwoorden, het is volgens mij wel magisch. Het geeft een speciaal gevoel om aan te raken, het is net een soort warmte die je pas voelt als je het aanraakt. Dat is alles wat ik ervan weet, wat het precies doet, dat is een vraag voor later. Voor de rest …”
Verder laat ik haar niet uitspreken want nu is het mijn beurt om die steen eventjes te hebben.
“Geef eens hier, eens kijken of het wel een edelsteen is, magisch of niet.”
Ik spring uit bed, maar ik heb me blijkbaar toch wat misrekend, mijn krachten zijn nog niet volledig teruggekeerd. Toch stap ik naar Gale en pak de steen uit zijn handen.
“Geen magie hè knaap, deze keer ben ik voorbereid.”
“Zelfs als ik wist hoe ik het kon oproepen, zou ik het waarschijnlijk niet doen omdat die steen anders beschadigd zou kunnen worden.” Sneert hij terug.
Grommend neem ik die steen vast, hmmm Alia heeft gelijk, hij straalt inderdaad een raar soort warmte uit. Verbazingwekkend is hij ook lichter dan ik gedacht had.
“Eens voelen hoe sterk hij is.”
Geen van de anderen kan iets zeggen voor ik met volle kracht op die steen sla. Bij ons in Unovih moest ik dat dikwijls doen, maar dan was het een gewoon stuk marmer. Zo’n marmer werd dan getest of het sterk genoeg was, als ik erop sloeg en er kwam geen barst in dan was het sterk genoeg. Mijn vuisten deden daar nooit van pijn omdat marmer nog vrij zacht is. Maar dit is anders, deze steen heb ik met minder kracht kunnen slaan dan op en normale steen. Het voelde alsof mijn vuist vertraagd werd in de laatste fracties van een seconde. Mijn vuist heeft ook een brandend gevoel nu. Jenny pakt de steen van mij terug af, erg vind ik het niet, ik denk dat ik moet toegeven dat magie echt is, want deze steen is met niets anders te verklaren.
“Van nu af aan blijf je van mijn steen af.” roept Jenny uit, “Je bent een echte bruut, waarom moet je toch overal op slaan? Deze steen komt uit mijn kamer dus hij is van mij, jij zal er in elk geval nooit…’
Opeens stopt ze met praten en kijkt verbaasd naar HAAR steen. Pff Gale en Alia hebben die steen gevonden dus hij is van hen.
Dan begint de steen oranje licht uit te scheiden. Dat was de hele tijd al zo, maar nu nog meer. Jenny licht ook wat oranje op, en wat warmte.
“Het lijkt wel een licht uit de woestijn, dat heb ik gelezen in een boek.” zegt Gale.
Dan citeert hij uit dat stomme boek, want interesseert mij het nu? Toch luister ik. “Het licht in de woestijn is oranje. Het is toch anders dan wat mensen gewoon zijn. Het is tegelijkertijd dof en fel, maar het geeft ook warmte af. Dit net zoals het blauwe uit de oceaan koelte toewuift. He…”
Jenny heeft haar zwaard nog altijd bij zich, maar ook dit laatste licht oranje op. Meer nog, langzaam komt hij met schede en al los van Jenny’s riem. Ze probeert de steen ook nog vast te houden, dat lukt niet, de blik in haar ogen is wanhopig. Ik zie dat Gale dichterbij probeert te geraken, maar achteruit wordt geduwd door de oranje gloed. Het is magisch dus ik ga echt mijn leven niet riskeren door te proberen bij Jenny te komen. Daarjuist was de steen nog vrij groot, maar nu is hij van vorm aan het veranderen. Het lijkt wel of er in gehouwen wordt om een diamant te krijgen. De diamant is net de grote om ergens gezet te worden. En dat is eigenlijk precies wat er gebeurd, de oranje diamant vliegt naar het zwaard en bovenaan in het handvat ingepland. Terwijl het zwaard in de handen van Jenny terechtkomt verdwijnt de oranje gloed. Nu ze het zwaard vastheeft kijkt Jenny nog meer gechoqueerd.
“Wat in de naam der goden is er gebeurd?” vraagt ze.
Ik denk niet dat iemand daar een antwoord op heeft want iedereen kijkt haar aan alsof ze net een geest hebben gezien. Nee eigenlijk eerder dat ze magie hebben gezien. Ik zit ook nog wel met vragen, waarom heeft net Jenny een zwaard met een edelsteen nu en wat zou het doen?

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen