Foto bij Hoofdstuk 1: Naar Egypte

De reden waarom ik zo weinig aan de DEA schrijf, ik schrijf al een hele tijd aan Horus roept.

"Welterusten schat" zei Denises moeder.
"Welterusten mam" antwoordde Denise, ze nestelde zich diep in haar dekens.
Het was stil in haar kamer, haar raam stond op een kier.
Rustig bewogen de gordijnen in de wind.
Denise geeuwde, ze wilde wel slapen, maar dat lukte niet.
Ze rolde zich op haar andere zij.
Tenslotte stond ze voorzichtig op.
De vloer kraakte onder haar voeten terwijl ze naar haar raam toe liep.
Ze deed hem dicht, dat was al een stuk beter.
Tastend in het duister wist ze haar bed terug te vinden, ze ging weer liggen, maar ze kwam nog steeds niet in slaap.
Buiten floot de wind, en de luiken van de woonkamer piepten zachtjes.
Ze boog zich over haar nachtkastje en pakte de zaklamp.
Gelukkig lag alles nog op zijn oude plek: de wekker, de beeldjes, alles.
Ze legde de zaklamp neer zodat die op haar nachtkastje scheen en keek nog eens goed naar haar beeldjes.
Ze hield van die beeldjes: de drie tijgers, de krokodil, de draken en de valk.
Ze deed haar zaklamp weer uit en stopte die onder haar kussen.
Tevreden rolde Denise zich op haar andere zij, en deed haar ogen dicht.

Even later draaide ze zich weer om, ze was klaarwakker.
Ze wist eigenlijk niet zo goed of ze nou geslapen had of niet, maar dat maakte haar ook niet zoveel uit.
Ze pakte de wekker en drukte op het lichtknopje, een klein lampje in de wekker scheen op de wijzers, het was net half twee geweest.
Ze liet het knopje los, en het lichtje ging weer uit, deze keer bleef het licht.
Vreemd, waar kwam dat licht vandaan.
Het was het valkenbeeldje, het gaf een goudachtige gloed.
Denise keek ernaar en wreef in haar ogen, nee, dit was geen droom!
Ze strekte haar hand uit naar het beeldje, dat begon te trillen, ineens verscheen er een man in haar kamer met een valkenkop.
Hij was prachtig aangekleed.
Hij had overal sieraden om, en zag eruit als iemand die in de zomer leefde, maar het was winter!
"Denise..." zei de valkman.
"Hoe weet U mijn naam?" vroeg Denise.
"Mijn naam is Horus," dat zei Denise genoeg, dit was een god!
Horus ging onverstoorbaar verder: "en ik ben gekomen om jou mee te nemen naar Egypte, jij bent de uitverkorene"
Denises ogen werden groot, Horus was helemaal naar de toekomst gekomen om juist haar mee te nemen!
Horus pakte Denise vast en opende een tijdpoort.

Reageer (2)

  • ZeldaFever

    Verderrr !!

    Maar daarna wel aan de DEA schrijven he x'D

    1 decennium geleden
  • GentlePirate

    WOW!!!
    zoek je nog rollen?
    I(H)Anubis

    1 decennium geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen