Hoofdstuk 6.2
Luke
Als ik de laatste hap, inclusief de zandkorrels die nog in mijn mond zaten, door heb geslikt, stelt Meadow voor te gaan volleyballen. Het is een goed plan, dus dat doen we. Toevallig is het beachvolleybalveld verderop vrij, dus kunnen we daar spelen.
‘En de spullen dan?’ vraagt Angelo.
‘Dat komt wel goed,’ reageert Miriana en ze pakt de bal op, om vervolgens naar het volleybalveld te lopen.
‘Sorry,’ mompelt Angelo als hij samen met mij achter haar aan loopt. Zijn voeten sloffen door het zand, dat opstuift bij elke stap die hij zet. Ik lach om zijn excuses.
Het is algemeen bekend dat niet iedereen even goede vrienden is met Miriana. Hoe Dan over haar denkt is wisselvallig en dus altijd anders. Angelo, Jacqueline en ik denken alle drie hetzelfde over Dans vriendin. We mogen haar kort gezegd niet. Hoe Meadow naar Miriana kijkt weet ik niet, en wat Miriana zelf voor ons voelt is me ook onbekend.
‘Meisjes tegen de jongens,’ oppert Angelo. Hij grijnst Meadows richting op, die hem negeert. Ze gaat bij Dan, Angelo en mij in het veld staan. Jacqueline en Miriana staan aan de overkant, en je zou Jacqueline naar Miriana moeten zien kijken. Hilarisch! Ik proest het uit bij het zien van haar gezicht, dat vertrokken is alsof ze juist in een citroen of een zure pruim gebeten heeft. Ze kijkt me met een geërgerde blik aan, wat me het zwijgen oplegt. ‘Sorry,’ mime ik, waarop ze bevestigend knikt. Ik knipoog naar haar en ze kijkt weer een andere kant op.
‘Meisje, je moet daar staan.’ Angelo duwt Meadow onder het net door, wat de teams uit evenveel leden laat bestaan. Het spel kan beginnen!
Het gaat op zich wel goed; bij het andere team dan. Bij die van ons niet. Dan en ik doen alllebei ons uiterste best, maar het is Angelo die roet in het eten gooit. Hij vangt de bal telkens , in plaats van hem direct weer omhoog te spelen.
‘Ja, sorry!’ roept hij gefrustreerd als het voor de zoveelste keer gebeurt. ‘Dit is moeilijk, ja?’ Hij schopt de bal onder het net door, zodat de anderen weer kunnen serveren. ‘Ik ben gewoon basketbal gewend.’
‘Zit je op basketbal?’ vraagt Jacqueline, die aan de overkant van het net staan. We spelen in driehoeken, waarbij twee personen achterin staan en eentje voorin. In dit geval dus Jacqueline en Angelo.
Angelo knikt. ‘Ja, en ik geef training aan de kleine beginnelingen.’
Jacqueline moet lachen op de manier waarop hij het basketbal voor beginners noemt.
Miriana slaat op en we moeten weer aan de bak. Gelukkig krijgt Angelo de bal deze keer we in één keer over het net, wat een wonder genoemd kan worden.
Het meidenteam heeft de eerste twee van de sets die we gespeeld hebben gewonnen en wij als jongens maar eentje. Daar gaat onze reputatie…
‘Oh, nee!’ roept Meadow plotseling uit als we aanstalten maken het volleybalveld te verlaten. Geschrokken wijst ze naar onze plek, waar twee jongens te zien zijn. Ze zien eruit als Koreanen, en ze zijn bij onze spullen!
Dan begint als eerste te rennen. ‘Wegwezen!’ brult hij en hij maait met zijn armen door de lucht, wat er overigens best grappig uitziet. Alsof hij een stel kraaien weg probeert te jagen.
De jongens kijken op alsof ze zich wezenloos zijn geschrokken en weten niet hoe snel ze weg moeten komen.
We haasten ons naar onze plek en controleren of we alles nog hebben. Er ontbreekt gelukkig niets. Niets belangrijks, tenminste. Alleen een pak chocoladekoekjes, die toch al gesmolten waren door de warmte.
‘Wie bedenkt dan ook om de plek zonder toezicht achter te laten?’ klinkt Miriana zeurderig.
Allemaal kijken we haar aan, zwijgend, en allemaal weten we dat Miriana degene was die zei dat er toch niets zou of kan gebeuren. Ik zie dat Angelo haar met een open mond aangaapt, maar hij zegt niets.
‘Wat?’ mompelt ze dan, duidend op al die blikken op haar.
Alsof er een seintje is gegeven kijken we allemaal abrupt een andere kant op, zo nonchalant mogelijk. Toevallig kijk ik naar Jacqueline, die mij naar haar ziet kijken vanuit haar ooghoek. Een grinnik kan ze niet onderdrukken.
‘En de spullen dan?’ vraagt Angelo.
‘Dat komt wel goed,’ reageert Miriana en ze pakt de bal op, om vervolgens naar het volleybalveld te lopen.
‘Sorry,’ mompelt Angelo als hij samen met mij achter haar aan loopt. Zijn voeten sloffen door het zand, dat opstuift bij elke stap die hij zet. Ik lach om zijn excuses.
Het is algemeen bekend dat niet iedereen even goede vrienden is met Miriana. Hoe Dan over haar denkt is wisselvallig en dus altijd anders. Angelo, Jacqueline en ik denken alle drie hetzelfde over Dans vriendin. We mogen haar kort gezegd niet. Hoe Meadow naar Miriana kijkt weet ik niet, en wat Miriana zelf voor ons voelt is me ook onbekend.
‘Meisjes tegen de jongens,’ oppert Angelo. Hij grijnst Meadows richting op, die hem negeert. Ze gaat bij Dan, Angelo en mij in het veld staan. Jacqueline en Miriana staan aan de overkant, en je zou Jacqueline naar Miriana moeten zien kijken. Hilarisch! Ik proest het uit bij het zien van haar gezicht, dat vertrokken is alsof ze juist in een citroen of een zure pruim gebeten heeft. Ze kijkt me met een geërgerde blik aan, wat me het zwijgen oplegt. ‘Sorry,’ mime ik, waarop ze bevestigend knikt. Ik knipoog naar haar en ze kijkt weer een andere kant op.
‘Meisje, je moet daar staan.’ Angelo duwt Meadow onder het net door, wat de teams uit evenveel leden laat bestaan. Het spel kan beginnen!
Het gaat op zich wel goed; bij het andere team dan. Bij die van ons niet. Dan en ik doen alllebei ons uiterste best, maar het is Angelo die roet in het eten gooit. Hij vangt de bal telkens , in plaats van hem direct weer omhoog te spelen.
‘Ja, sorry!’ roept hij gefrustreerd als het voor de zoveelste keer gebeurt. ‘Dit is moeilijk, ja?’ Hij schopt de bal onder het net door, zodat de anderen weer kunnen serveren. ‘Ik ben gewoon basketbal gewend.’
‘Zit je op basketbal?’ vraagt Jacqueline, die aan de overkant van het net staan. We spelen in driehoeken, waarbij twee personen achterin staan en eentje voorin. In dit geval dus Jacqueline en Angelo.
Angelo knikt. ‘Ja, en ik geef training aan de kleine beginnelingen.’
Jacqueline moet lachen op de manier waarop hij het basketbal voor beginners noemt.
Miriana slaat op en we moeten weer aan de bak. Gelukkig krijgt Angelo de bal deze keer we in één keer over het net, wat een wonder genoemd kan worden.
Het meidenteam heeft de eerste twee van de sets die we gespeeld hebben gewonnen en wij als jongens maar eentje. Daar gaat onze reputatie…
‘Oh, nee!’ roept Meadow plotseling uit als we aanstalten maken het volleybalveld te verlaten. Geschrokken wijst ze naar onze plek, waar twee jongens te zien zijn. Ze zien eruit als Koreanen, en ze zijn bij onze spullen!
Dan begint als eerste te rennen. ‘Wegwezen!’ brult hij en hij maait met zijn armen door de lucht, wat er overigens best grappig uitziet. Alsof hij een stel kraaien weg probeert te jagen.
De jongens kijken op alsof ze zich wezenloos zijn geschrokken en weten niet hoe snel ze weg moeten komen.
We haasten ons naar onze plek en controleren of we alles nog hebben. Er ontbreekt gelukkig niets. Niets belangrijks, tenminste. Alleen een pak chocoladekoekjes, die toch al gesmolten waren door de warmte.
‘Wie bedenkt dan ook om de plek zonder toezicht achter te laten?’ klinkt Miriana zeurderig.
Allemaal kijken we haar aan, zwijgend, en allemaal weten we dat Miriana degene was die zei dat er toch niets zou of kan gebeuren. Ik zie dat Angelo haar met een open mond aangaapt, maar hij zegt niets.
‘Wat?’ mompelt ze dan, duidend op al die blikken op haar.
Alsof er een seintje is gegeven kijken we allemaal abrupt een andere kant op, zo nonchalant mogelijk. Toevallig kijk ik naar Jacqueline, die mij naar haar ziet kijken vanuit haar ooghoek. Een grinnik kan ze niet onderdrukken.
Reageer (1)