Foto bij Hoofdstuk O8 (Arthur)

Tussen Cherbourg en Queenstown, 11 april 1912
Arthur Karlsen is de naam. Ik kom uit Kopenhagen. Als je dat niet weet liggen, het bevindt zich ergens in Denemarken. Ik zit op de Titanic omdat ik via New York wil doorreizen naar Canada. Het lijkt me een geweldig land en wil misschien daar ook later leven. Nu is het maar voor een korte reis. Ik heb daar ook een deel van mijn familie wonen. Mijn moeder is half Canadees, half Deens.

Ik zag vanmorgen twee meisjes viool spelen op onze promenade. Het was nog vroeg, dus veel mensen waren er niet in de buurt. Toch bleven ze maar spelen, alsof het hun niet uitmaakte dat er nog mensen sliepen en ze misschien konden gehoord worden. Ik wou ook muziek spelen, maar durfde het niet echt te vragen. Ik kon via via weten waar de band sliep en sloop naar het E-deck. Ik hoorde stemmen in de kamer dus ik vermoed dat ze wakker zijn. Met een zachte klop op hun deur hoopte ik dat ze zouden opendoen. Niet veel later deed er ook iemand open. Een man van rond de 30 jaar deed open. "Wie ben jij en wat kom je hier doen?", vroeg de man aan de deur. "Ik ben Arthur en wil graag meedoen in jullie band!", zei ik vol enthousiasme. "Sorry Arthur wij nemen gene mensen meer aan. Ben jij ook niet te jong voor muzikant te worden op een schip?", zei de man. "Wallace", hoorde ik vanuit de kamer. "Wie staat daar aan de deur?" "Een kleine snotneus die in de band van de Titanic wilt spelen", gaf de man als antwoord. "Ik ben zeventien jaar. Is dat te jong? Die meisjes die ik zag spelen op de promenade zijn wel oud...", wou ik zeggen. "Meisjes?", vroeg hij verbaasd. "We hebben geen meisjes in onze band. Hoe kom je daar nou bij?" "Ik zag ze spelen op de promenade en ik dacht dat voor u werkten.", zei ik. "Nee sorry ze horen niet bij ons.", zei hij en deed de deur dicht. "Maar...", wou ik nog zeggen, maar het was al te laat. Ik wou nog eens kloppen op de deur, maar ze deden niet meer open. Ik hoorde iemand heel erg zwaar hoesten in de kamer. Zal maar een verkoudheid zijn zeker?

Ik liep terug naar het deck in de hoop dat ik de meisjes kan vinden. En ja ze waren er nog. Ze waren juist hun spullen aan het wegbergen. Ik liep erheen. "Hoi", zei ik. "Hallo. We spelen nu geen nummers meer", zei een van de twee meisjes. "Dat wou ik ook niet eens vragen", zei ik. "Ik vroeg me af of jullie een bassist nodig hebben." De meiden keken elkaar even aan en knikten dan. "Je mag van ons wel hoor", zei een van de twee. "Mijn naam is Emmily en dit is Louise," stelde ze zich en de andere voor. "Mijn naam is Arthur", zei ik. "Werken jullie voor de Titanic?" "Nee jammer genoeg niet", zei Louise. "We zijn waarschijnlijk nog te jongen en ik denk dat ze geen vrouwen willen aannemen voor de band." "Dus Wallace had toch gelijk...", zei ik. "Wie is Wallace?", vroeg Emmily nieuwsgierig. "Iemand uit de echte band van de Titanic. Ik had jullie horen spelen en ik vroeg me af of ik dat ook mocht van hun. Ze wisten zelfs niet eens van jullie af." "We wouden dat eigenlijk ook zo houden.", zei Louise. "Oeps ze weten er nu van. Het spijt me.", zei ik. "Zo een groot probleem zullen ze er niet van maken Louise. Denk ik toch?", zei Emmily. "Wil je eens een stukje met ons spelen en zien hoe het klinkt?" "Ik vind dat een goed idee!", zei ik. "Maar moet nog wel mijn contrabas halen uit mijn hut. Als jullie me even een momentje geven om het halen." Ik spurtte naar mijn kamer. Niet veel later kwam ik terug. Toen zag ik Wallace staan. Zijn gezicht stond op onweer. Dit ziet er niet echt goed uit.

"Wie heeft jullie de toestemming gegeven dat jullie hier mochten spelen", vroeg hij. "Euhm...", zei Louise en deed alsof ze nadacht. Ik wist wel dat er niemand van af wist. "Van niemand dus. Wij spelen hier in de eerste en tweede klas, dus ik wil jullie vriendelijk vragen om weg te gaan.", zei Wallace. "Maar wij willen hier ook spelen!", riep Emmily uit. "Kunnen we niet ergens anders spelen? De derde klas misschien? Alsjeblieft????" Ik zag Wallace nu nadenken. "Goed dan, maar ik wil jullie hier niet meer zien spelen. Hier werken wij." "Ik heb jullie toch nog niet op het deck zien spelen!", zei Louise. "Het geeft wel overlast aan de mensen die er niet geïnteresseerd in zijn. Zij horen liever iets meer klasse.", zei Wallace. " Wij kunnen geweldig spelen", zei Emmily. "Je hebt ons toch gehoord? En ik heb er nog niemand over horen klagen." "Omdat ze niet durven.", zei Wallace. "Zou jij dat durven zeggen tegen muzikanten dat ze niet kunnen spelen?" "Nee", gaf Louise toe. Ik stond daar maar te kijken. Hoe durft Wallace. Hij speelt niet eens in de tweede klasse. Enkel de eerste klas krijgt muziek te horen. Ik zweeg maar. Wie weet krijg ik een van de bemanning op mijn dak en word ik uit het schip gezet en moet af de boot gaan bij de laatste tussenstop Queenstown. Ik hoorde ze nogmaals zuchten bij de meiden. "Goed dan. Ik, Louise en Arthur zullen alleen nu nog spelen op de decks van de derde klas.", zei Emmily. "Goed. Nu wil ik jullie hier niet meer zien.", zei Wallace. We maakten dat we zo snel mogelijk weg waren.

"Ik wist echt niet dat hij zo gemeen kon zijn", stelde ik vast. "Tja, wat kunnen we er aan doen", zuchtte Emmily. "Ik heb nu even geen meer om te spelen voor de komende uren. Misschien vanavond eens proberen?" "Oké, vind ik goed", zei ik. "Waar kan ik jullie vinden?" "Gewoon na het avondmaal, dan verzamelen we.", zei Emmily. "Maar nu wil ik even naar mijn kamer. Ik weet niet wat jij van plan bent?" "Ik ga terug naar het deck. Ik heb land gezien niet veel verder net voor we vertrekken. Ik denk dat we zo in Queenstown zullen aankomen." En ik had nog eens gelijk ook. Niet veel later lag de boot dan ook stil. Dit zou de laatste tussenstop zijn voor we naar New York varen...

Reageer (1)

  • FollowYourDream

    Oh, er komen alsmaar meer mensen bij de nieuwe band. En die Wallace is echt niet vriendelijk :/
    Als hij maar eens oprot, ik wil enkel vriendelijke mensen in dit verhaal :Y).
    Wanneer komt er romantiek?

    xxx

    8 jaar geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen