Er waren weinig auto's op de weg. Het was best een lange reis, langer dan ik had verwacht. Ik zat aan het stuur met mijn rechterhand hangend erover. "You're worrying. What's wrong?" Cora zat naast me en ze was de enige passagier in de Jaguar. Ik schakelde en keek licht gefrustreerd voor me naar de weg, alsof die ineens kon veranderen in een zwart gat waarin de auto kon verdwijnen. "I just don't know if I have to like it that we're going there. I mean, yeah, I like Stefan and Damon, but... I can't explain." zei ik botweg. Ik had geen zin om te praten en ik was diep aan het graven in mijn gedachten. Cora keek uit het raam en bestudeerde het uitzicht. "It's somehow strange here." zei ze toen we langs niks dan een open weg kwamen. "Ik weet het, we zitten in the middle of nowhere. Maar dat is maar voor een klein stukje. We zijn er over vijf minuten." antwoorde ik. Hoe slecht op mijn gemak ik me ook voelde, Cora maakte het altijd beter. Toen we bij het huis aankwamen, dat in het midden van een bos stond, stapte ik uit en ging ik richting het bos. "Waar ga je heen?" Cora keek verward. "Ik ga even iets checken. Kom." Ik hoorde elk blaadje dat kraakte onder mijn voeten. Opeens was er een open plek in het bos, met oude stenen en een put. Ik bukte bij de hoek van een overgebleven huis en veegde de herfstblaadjes weg. Maar tot mijn verbazing lag het er niet meer. Ik vloekte. Als Damon het niet heeft, dacht ik, dan zit ik zo diep in de problemen. Ik vloekte zacht terwijl ik opstond. "Wat scheelt er?" Cora had de overblijvselen staan bewonderen. "Niks, laten we maar teruggaan naar het huis." We wandelden terug en Cora legde haar hand op mijn schouder. Ze moest waarschijnlijk voelen hoe ik mezelf in de nesten had gewerkt. "Dankje dat je bent meegekomen." zei ik en toen wierp ik een glimlach op haar. "Geen zorgen, en ik weet dat er iets scheelt, wat het ook is, ik kom er wel achter." ik knikte. Voor het huis bleef ik even stilstaan, om daarna op de bel te drukken. Stefan opende. Gelukkig! Hij glimlachte breed. "Hey." antwoorde ik hem. Hij wierp even een blik op Cora en gaf haar toen een vriendelijke hand. "Hallo, ik ben Stefan." Cora aanvaardde hem en hij liet ons binnen. Het huis was net hetzelfde gebleven als altijd. Stefan bood ons een stoel, wel eigenlijk de zetel, aan en wat te drinken. Nadat ik mijn hele verhaal had gedaan keek hij bedachtzaam. Maar hij keurde het voorstel goed. Wij mochten blijven logeren totdat het was opgelost.

"Iets kwijt?" vroeg Damon grijnzend in de deuropening terwijl er iets weerkaatsend bengelde in zijn hand. Ik zat op de grond door mijn spullen te rommelen en draaide me om. Ik slaagde een kleine zucht van gerustheid. "Mijn ketting!" Damon kwam naar me toe en hurkte zich. "Mag ik?" vroeg hij. "Ja, tuurlijk. Oh Damon dankjewel! Ik dacht dat ik het nooit meer zou terugzien." Hij grijnsde toen ik hem een knuffel gaf. "Oh Damon, je bent mijn held!" zei hij met een hoog stemmetje en ik moest lachen. Toen hij op bed ging zitten vroeg hij wie ik had meegebracht. "MIJN vriendin, dus back off!" zei ik toen hij geïntereseerd leek. "Hmhm. Hoe heet ze? Waar is ze nu eigenlijk?" vroeg hij toen hij zijn arm op mijn schouder legde. "Cora, en ze is ergens in het bos."
"Helemaal alleen? Het bos is gevaarlijk, hoor, zeker voor onschuldig mooie meisjes." fronste hij. "Ze kan prima op zichzelf passen! Ze is een w..." Ik bedacht me. Als ik Damon zou vertellen dat Cora weerwolf is, zou hij haar uit het huis zetten. Hij keek me vragend aan. "Ze is ...? Wat is ze?" Hij dacht even na. "Weerwolf. Waarom heb je haar meegebracht?!" vroeg hij toen hij zijn probleem-gezicht opzette. "Omdat ik anders alleen zou zijn, daarom!" snauwde ik verdedigend. "Jij? Alleen? Jij voelt je nooit eenzaam! Waarom, Lisa?"

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen