"Volgende huis. Hier is niets te zien." commandeerde Hayden terwijl hij het scherm inspecteerde. Deze man was de baas van de ploeg die nu met hun geheime luchtcamera's alle huizen doorzochten. Ze waren op zoek naar iets interessants. Of iemand interessant. De grote baas Jack, zo noemde ze hem, had ineens een bevel gegeven met maar 1 zin. "Zoek iets of iemand bijzonder met jouw ploegje en je geweldige apparatuur." had hij tegen Hayden gezegd, meer niet. Natuurlijk kwamen er veel vragen bij hem op. Waar moeten we zoeken? Waarvoor zou iets speciaals voor dienen? Hoe komt Jack op het idee om gewoon in het wilde weg iets te zoeken waarvan hij niet eens weet wát hij zoekt? Maar tegenspreken zou niet helpen. De grote baas had het zo zelfverzekerd gezegd, op een toon die Hayden maar al te goed kende. Als hij dat deed, kon niemand het idee uit zijn hoofd halen. "Baas?" Hayden schrok wakker uit zijn piekeren van de por die Harry hem had gegeven. "Wat? Oh, juist ja. Nee, ik zie niets speciaals. Volgende huis." De vrouw met de bruine haren in een dot die aan de computer zat keek nog eens goed over haar bril. "Maar Hayden, die mensen hebben ruzie. Kijk dan, ze vechten bijna! Moeten we er niet iets aan doen? Wie weet word die vrouw geslagen!" zei ze met hoge stem. En ze had gelijk. Als Olivia iets zei, had ze 99,9% van de tijd gelijk. De baas zuchtte. "Goed dan, gooi maar slaapgas of iets dergelijks. Maar doe het snel! We moeten iets tegen morgen gevonden hebben, en we staan nergens!" zei hij. Harry sprak in een gsm en gaf het bevel om het slaapgas te activeren. Direct daarna kwam er groen gas uit de bijna ontzichtbare hytech camera. "Goed,dat gezegd zijnde, volgende huis." zei Hayden weer. Een jongeman bestuurde het en liet het over de straat zweven naar een donker huis aan de rand van de bos. Het was van bruin en had een trapje voor de deur. Toen hij voor het huis zweefde toetste een andere man met zwarte haren iets in en de muren verdwenen zodat ze binnen konden kijken. Hayden was moe en leunde op zijn armen. In het huis was een smalle gang met een houten kastje waar sleutels op lagen en een spiegel met een dikke gouden rand van lak die al bijna helemaal was afgebladerd. Ze gingen verder door de deur en zagen een grote living met een zwarte zetel en een oudwertse tv. Rechts van hen was een klein keukentje en links ging je naar de trap. Het licht was uit maar de zon kwam door de ramen. De trap draaide en boven was er een gang van kleine oppervlakte. Er waren vier deuren, twee aan elke kant en tegenover elkaar geplaatst. Ze begonnen met de achterste linkse deur en zagen een bed, een kast en een nachtkastje. Er stond een bureaustoel maar geen bureau. Vlak boven de plaats waar die normaal moest staan was er een raam in het schuine dak. Ze inspecteerde de kamer en er lag een boek op de stoel. 'White Angels: The revenge' luidde de titel. Op het nachtkastje lag een notitieboek met een pen erop en onder in het kastje stond de hele Alex Ridercollectie. De vloer was van tapijt en de muren waren lilakleurig geverfd. In de kamer er tegenover stond een tweepersoonsbed met een rode deken en twee witte kussens. Er stond ook een grote kast. De kamer ernaast was de badkamer met een oud bad, een wc en een pompenbakje. In de kamer daar tegenover was gewoon een berging waar strijk en was stond van volgens Hayden wel drie maanden. Harry keek vragend naar zijn baas. "Blader dat dagboek eens door in de eerste kamer." zei hij bedachtzaam. "Baas, dat kun je niet menen!" riep Olivia verontwaardigd. "Het is van een onschuldig meisje dat niets met deze operatie te maken heeft!" Hayden keek naar haar om. "Serieus, Olivia? Het kind weet niet eens dat we dat lezen en ik denk niet dat dit het soort werk is waar je gaat wenen voor een blauwe plek! Download de pagina's!" Olivia keek hem vuil aan. Soms kon hij zo hartloos zijn! "Vertel me eens, waar zou je dat voor nodig hebben?" vroeg ze nijdig. "Ik wil het gewoon hebben. Doe wat ik zeg en download die bestanden!" Opeens hoorde ze een auto stoppen. Een vrouw rond de dertig deed de deur open. "Kom Charlie!" tot iedereens verbazing gooide de man de deur voor een meisje haar neus dicht. Ze was het al gewend. Van Keira werd niet bepaald gehouden. Door niemand niet, behalve haarzelf. Ze had bruine haren tot net onder haar schouders en donkerbruine ogen. In haar haren zat een lichte golf vanonder. Ze wilde de klink vastpakken, maar liep toen langs de krakemikkige auto door naar het bos. Toen besefte ze dat ze haar dagboek nog thuis had liggen. Ze rende snel terug, in paniek dat haar stomdronken ouders er aan dachten dat het koud was en dat ze iets nodig hadden om op te branden. Toen ze voor de deur stond was die al dicht. Ze vloekte en ging naar achter. Natuurlijk was die ook dicht. Dus klom ze maar op de ladder de boom in. Die boom had een tak die sterk en gelukkig lang genoeg was voor aan haar raam te kunnen. Het enige wat ze hoefde te doen was op het dak springen. Haar kamerdeur stond op een kier. Oh nee! Ze bekeek het en zag haar dagboek liggen op het nachtkastje. Gelukkig! "Keira! Spring niet op het dak!" Ze hoorde haar moeder schreeuwen van onder. Ze snauwde terug: "Dat zou niet moeten als je de deur niet steeds dichtgooide!" Ze nam haar dagboek en de zilveren pen met in gouden letters haar naam en legde dat onder haar kussen. Nu ze erover dacht, was ze erg moe. En als ze nu al zou slapen zou ze 's nachts nog naar het bos kunnen. Ze besloot om even te rusten en legde haar volle gewicht op de matras. Maar dat dutje werden 6 uren, zodat het 24 na 1 was toen ze wakker werd. Perfect! Nu kon ze naar buiten gaan zonder dat de hele buurt bijeen geschreeuwd werd. Met andere woorden, nu sliepen Charlie en Marie. Ze klom door haar raam en sprong op de tak. Het was volle maan. Geen wonder dat ze slecht sliep. Dat had ze al van kleins af aan.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen