Foto bij 28.0:Alleen

"Boo?" De hese stem klinkt zo ver van me af dat ik even twijfel of ik het wel juist gehoord heb, of verzonnen. In mijn dromen hoor ik het de hele tijd en ik ben het nog steeds niet beu gehoord. Elke keer gaat het haar op mijn armen overeind staan en vertrekt er een warm gevoel vanuit mijn buik dat me naar andere oorden brengt. "Louieee..." Ik zucht en probeer voorzichtig mijn vinger in beweging te brengen. Oh nee, zeg dat het niet waar is. Zwakke Louis Tomlinson. Ik ben in slaap gevallen terwijl ik mezelf nog zo beloofd had om de laatste momenten met Harry bewust mee te maken. Onmiddellijk schieten mijn ogen open en vind ik een te fel verlichte kamer en een aangeklede Harry.
"Beer, doe die kleren uit en kom terug hier..." Ik frons, koppig en ontevreden als een klein kind doordat hij met een lieve grijns en te veel kleding op de lakens ligt. Het is lichte gemakkelijke kleding en zijn ogen stralen, al moet je er goed voor kijken. Het lichtpuntje zit ver vanachter.
"Sorry dat ik je heb laten slapen."
"Volgende keer geef je me maar bier, dan blijf ik wel wakker." Ik glimlach pijnlijk naar hem en voel hem dichter naar me toe komen als ik op mijn zij lig.
"Er komt hopelijk geen volgende keer." Zijn hese koele adem doet me bevriezen terwijl die volle lippen die mijn slaap zachtjes kussen het tegenovergestelde doen. Een rilling loopt onvermijdelijk over mijn zwakke rug. Ik grom zachtjes en kruip dichter naar hem toe om hem nog een kus te geven.
"Hoelang hebben we nog?"
"Niet lang genoeg meer." Hij glimlacht zuur als ik door zijn lokken streel en het zachte gevoel ervan probeer te memoriseren.
"Hoelang ben je weg?" Zijn gezicht blijft onveranderd, maar zijn ogen volgen elke gelaatstrek van mij, hij lijkt somber, alsof hij nu al rouwt.
"Zeker twee dagen. Ik kan je meer info geven als je met me communiceert morgen nacht."
"'s Nachts nog wel." Ik glimlach plagerig en geef hem nog een tedere zoen, proberend hem ook te doen ontdooien. Het lijkt even te duren maar uiteindelijk bewegen zijn gesmolten lippen als een tegen de mijne aan. Ik glimlach en kus zijn voorhoofd waarna ik overeind kom en naar de kast loop.
"Louis wat doe je?" Zijn stem klinkt zo vermoeid dat ik me langzaam naar hem toe draai en hem een bemoedigende blik geef. Zijn ogen zien er ook somber grijs uit en niet helder emerald groen.
"Kleding aandoen. Ik mag mijn geheime vriendje toch nog wel uitzwaaien." Hij glimlacht spontaan zijn witte tanden bloot en verplaatst zijn lichaam om een geïnteresseerde houding aan te nemen. Zijn krullen leven weer op, net als de sprankel achter zijn ogen.
"Ik zal weg zijn voordat je met je ogen kunt knipperen." Die roze lippen schenken me een onschuldige blik en wangen met kuiltjes. Hij is om op te eten, zo mooi.
"Dan loop je maar wat trager." Ik trek mijn gebreid hemd aan en geef hem terug een snelle blik. "Het is de gedachte Beer." Mijn vermoeide benen stappen in de broekspijpen terwijl mijn stijve nek protesteert met een knak.
"Ja, die menselijke dingen. Juist." Hij glimlacht nog steeds ondeugend. Hoe graag ik hem zou willen vastpinnen tegen de bedrand en hem mijn naam wil laten roepen - opnieuw. Har denkt overduidelijk hetzelfde als ik naar hem toe stap, je ziet het in zijn blik. Vannacht was geweldig.
"Niets tegen menselijke dingen mh?" Voor de pret laat ik hem even zweven om de matras van stro hem terug te doen opvangen. Ik krijg een boze gefronste blik en moet erom lachen. Hij vindt dat duidelijk niet leuk. Eigenlijk kan hij er nooit echt tegen als ik de leiding over hem neem. Ondanks zijn grote gestalte en te uitgebreide verstand kan ik hem af en toe toch nog aftroeven met woorden en magie.
"Ik haat mensen." De manier waarop hij gromt doet me weer lachen. Vermoeid leun ik tegen de muur aan, veel slaap heb ik nog niet gehad, maar zo heb ik wel het perfecte uitzicht op de krullenbol.
"Hun bloed anders niet. En ik kan nog wel over andere delen nadenken." Plagerig trek ik een wenkbrauw op als zijn frons langzaam verdwijnt. Tijd voor de show. "’Oh Harry! Ja! Ja, harder! Ohh!’" Met een dramatisch hoog stemmetje doe ik de vrouw exact na zoals toen op een van de eerste nachten. Geluiden opvangen is niet oké. Harry's mooie lippen hangen bijna op de grond van verbazing terwijl ik naar mijn pijnlijke buik grijp van het lachen, een vampier verrassen is moeilijk, maar als het lukt, geniaal. Hij zit helemaal geschokt van net me met grote ogen aan te kijken. "’Ja, bijna! Komaan Harry!’" -"’Hou je bek dicht!’" Ik imiteer met veel moeite de lage stem maar kom niet eens in de buurt, en dat met ochtendheesheid. Een verlegen keizer kijkt me met een klein glimlachje aan en trekt dan op zijn beurt een wenkbrauw op. Mijn kaken doen pijn van het grijnzen, God.
"Ben je bijna klaar met mijn nachtelijke martelingen ja?"
"Zolang je mij daar niet bij rekent, misschien wel." Ik zie een grijns en een hoofdschuddend gelaat. Hij rolt soepel van zijn buik af en komt intimiderend op me af gelopen. Zijn lengte zorgt voor een schaduw over mijn bleke gezicht. Zo dicht dat ik zijn adem op mijn gezicht voel landen en ik zweer dat hij kleine pijltjes ergens heeft zitten die recht in mijn hart schieten, de goal, de doelstelling. Als hij raakt schiet en zijn prijs wil ontvangen begint mijn hart als een gek te kloppen en veeg ik mijn zweet handen af aan de oude broek. Zijn blik doet mijn keel uitdrogen door gebrek aan een verse luchtstroom en een mond die niet meer weet hoe hij toe moet gaan.
"Ik zou nooit zo over jou praten, mijn Lou." De woorden zijn ademloos uitgesproken maar vullen alle lucht rondom ons, als een beschermend schild tegen alles en iedereen. Iedereen die niet wij twee zijn. Dit is enkel ons gebied. Voorzichtig streelt zijn ruwe duim langs mijn haarlijn. Kom dan dichterbij Beer, alsjeblieft. "Een nacht met jou betekent meer voor me dan al die andere nachten met vreselijke mensen samen. Jij doet mijn hart kloppen." Om het duidelijk te maken neemt hij mijn hand met zijn ring en legt hij die op de plaats waar je iets zou moeten voelen kloppen. Het klopt, traag, heel traag. Je moet echt lang wachten voordat je een trage kracht terug voelt duwen. Al die tijd kijkt hij me recht aan en heb ik nog steeds niets kunnen zeggen. Mooie man ben ik. Een knappe blik en wat lieve woordjes en je kan niks meer aanvangen met me.
"Laat dit dan niet onze laatste nacht samen zijn." Ik glimlach wrang naar hem en leun met mijn hoofd tegen de muur.
"Ik kom terug voor jou Boo, wees niet bang. Ik zal altijd terug komen voor jou. Ik ben overal, ook als je me niet ziet." Altijd in mijn gedachten, daar holt hij als een zot rond ja. Ik slik en knik dan, toegevend aan het naderende vertrek. Ik hoor de voetstappen ervan al komen, door de gang, in de verte. Zijn lippen kussen me zacht met alle liefde die dat kille lichaam in zich heeft. Ik geef hem mijn passie en laat me vervolgens in trance meenemen door de gangen. Kritisch blijven Tomlinson, ook al heeft hij je hand vast en geeft Christiaan je een meelevende blik. Ik wil geen medeleven, ik wil sterke vrienden die leven en lachen met alle ellende in deze eenzame wereld. Voor een uitzonderlijke keer zijn er te weinig trappen om dit moment uit te stellen.
"Ga jij met hem mee?" Ik geef Christiaan een vriendelijke blik, maar het kost moeite en dat heeft hij zeker gezien. Afscheid nemen is nu eenmaal geen pretje.
"Ja, als jij dat goed vindt." Hij grijnst uitdagend maar ik schud enkel mijn hoofd en geef een kneepje in Harry's grote hand. Zijn groene ogen zoeken onmiddellijk naar de mijne, onrustig.
"Ik vind dat goed." Ik geef Harry een veelbetekenende blik, hij weet dat ik verwacht dat hij trouw aan me blijft. De manier waarop zijn hart naar het mijne toe bonkt en hij zacht langs mijn vingers streelt zorgt ervoor dat die gedachte volledig verdwijnt. Hij mag dan wel extreem knap zijn en elk vrouwelijk wezen aantrekken, hij is pas echt zichzelf bij mij. En ik ga hem lastigvallen als ik met hem kan communiceren, dat weet hij en hij geniet ervan. Eenmaal bij de inkom laat ik zijn hand los, niet willend dat die twee enge mannen ons zo zien. Harry gebruikt zijn stevige lengte om imposant over te komen als buiten een groep onbekende vampiers staat. Lucius staat nog binnen, hij en Rune zullen ons moeten beschermen. Har trekt de kraag van zijn dunne overjas omhoog en glimlacht lichtjes naar me.
"Tot snel weer beiden." De bedienden staan nederig achter ons te kijken. Zijn hoofd maakt een buiging voordat ik nog maar iets kan terug zeggen.
Tot snel Harry.

En? Het is zo stil laatste tijd? Ik heb het ook druk gehad, merk je wel aan het langer wachten ;)

Reageer (1)


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen