De volgende ochtend werd ik om 9 uur door mijn wekker wakker gemaakt. Vandaag was de dag dat ik mijn broer zou zien na een lange tijd. Ik stond op en trok snel een jeans en een trui aan. Mijn buik rammelde, ik had honger, dus ik liep naar het restaurant. Ik keek eerst even rond in het restaurant of ik Isaac zag, maar die was nergens te bekennen. Ik nam plaats aan een tafeltje voor twee en legde mijn tas op de stoel tegenover. Het was een lopend buffet, dat is fijn, vind ik. Ik stond weer op, pakte een bord en liep gelijk naar de chocolade broodjes, die zijn het lekkerst. Daarna liep ik naar het spek en roerei en ten slotte schonk ik wat melk in in mijn glas. Toen ik terug wilde lopen liep ik bijna tegen iemand aan; het was Isaac. Hij begroette mij en ik begroette hem terug. Ik vroeg hoe zijn nacht was geweest en hij zei dat hij aan mij had gedacht. Ik bloosde weer en liep snel vooruit, ik vroeg of hij bij me wilde zitten. Ik ging alvast zitten en Isaac haalde een bord met eten. Tijdens het ontbijt praatten we over mijn broer en over Thailand. Toen ik klaar was met eten stond ik op en wilde hem gedag zeggen, omdat ik mijn koffer en tas in ging pakken en daarna in Thailand zouden aankomen, maar Isaac pakte mijn arm en vroeg of ik een keer in Thailand wilde afspreken. Ik gaf hem mijn nummer en liep naar mijn kamer. Ik maakte de deur van mijn kamer open en begon mijn koffer en tas in te pakken. Ik poetste mijn tanden en deed mijn make-up. Het duurde nog ongeveer anderhalf uur voordat we zouden aankomen in Thailand, dus ik liep naar het kleine winkelcentrum op de boot. Ik wilde cadeautjes voor mijn broer kopen en een paar spulletjes voor de vakantie. Toen ik klaar was met inkopen doen, moesten we nog ongeveer een kwartier wachten op de boot. Ik kon de kust al zien en het zag er echt heel mooi uit.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen