Het begin

De boot vertrok vroeger dan verwacht, dus ik moest rennen om de boot te halen. Toen ik aan boord was kwam er een jongen naar me toe, hij vroeg waar ik naartoe ging. Ik zei dat ik mijn broer, Jules, ging bezoeken in Thailand. Mijn broer was namelijk al 3 weken in Thailand en zou daar nu nog 3 weken blijven. De jongen stelde zich voor en zei dat hij Isaac heette. Ik zei dat mijn naam Sophie was. We kletsten nog wat totdat ik honger kreeg en naar het restaurant ging. Ik pakte een sandwich met ham en nam plaats aan een tafel voor twee personen. Toen het ongeveer 4 uur 's middags was ging ik naar mijn kamer, ik las een boek op bed en viel in slaap. Opeens werd ik wakker, omdat er iemand op mijn deur klopte; het was Isaac. Ik opende de deur en vroeg wat hier deed. Hij liep zomaar naar binnen en doorzocht mijn hele kamer. Ik werd boos en trok hem van mijn spullen vandaan. Ik schreeuwde wat hem bezielde en duwde hem uit mijn kamer. Snel deed ik de deur dicht en bleef zitten voor de deur. Ik hoorde Isaac hijgen achter de deur. Ik vroeg wat er was en waarom hij zo naar binnen stormde. Hij beschuldigde mij ervan dat zijn horloge weg was, maar dat had ik niet gedaan zei ik. Hij geloofde mij niet, dus ik vroeg of hij kalm was geworden, zodat hij even naar binnen kon komen. Hij kwam naar binnen en begon te vertellen wat er was gebeurd. Hij mocht van mij even in mijn koffer en tas kijken, maar hij vond zijn horloge niet. Nu geloofde hij mij, dus ik hielp hem met zoeken naar zijn horloge. Uiteindelijk vonden we de horloge bij de gevonden voorwerpen bij het restaurant. Hij verontschuldigde zich voor zijn gedrag en wilde het goed maken met een diner. Ik stemde in en trok me snel even om.