The Game Begins
Jessica loopt langs de weg. Ze heeft net een zware schooldag achter de rug.
‘Nog maar 2 jaar’, denkt ze. Jessica zit in 4 havo. Ze kijkt om haar heen, het is best verlaten. Soms komen er wat auto’s langs, en wat fietsers. Op de een of andere manier krijgt Jessica het gevoel dat ze achtervolgd wordt. Als ze zich omdraait ziet ze een jongen met een capuchon op. Ze heeft hem vanmorgen ook agezien bij de kluisjes in de pauze. Zo onopvallend mogelijk stopt ze en zet haar handen in haar zij. Met één beweging draait ze om, maar de jongen heeft het niet door en knalt hard tegen haar op.
‘Au’, jammert Jessica.
‘Sorry ik zag je niet en….’
‘Waarom volg je mij dan?’
‘Nou ik eh ….’ , de jongen aarzelt,’ ik moet gewoon deze kant op toevallig.’ Jessica gelooft hem niet.
‘En bij de kluisjes?’ Brandon zat haar inderdaad aan te kijken bij de kluisjes, maar hoe kan hij ook anders. Ze is zo knap met haar diep blauwe ogen, gouden haar, nette houding en lieve uitstraling.
‘Kan ik wat doen dat we op de zelfde school zitten’, probeert hij koeltjes te zeggen. Jessica staat al op en kijkt om zich heen of iemand hen gezien heeft. Brandon staat ook langzaam op en pakt zijn schoudertas. Dan neemt Jessica hem van top tot teen op. Bruin kort haar, sproetjes, waarschijnlijk lenzen, bruine ogen, licht getinte huid en ongeveer even lang. Ze zou niet bang voor hem moeten zijn want hij heeft een slechtere bouw.
‘Nou ik ga maar weer’, zegt Brandon.
‘Ja ik ook.’ Tot zijn verbazing lopen ze dezelfde kant op. Alleen bij het laatste kruispunt scheiden zijn wegen met die van haar. Nog een laatste keer kijken ze elkaar aan, en daarna gaan ze verder. Wat ze niet weten is dat ze elkaar nog veel vaker zullen zien.
De volgende dag als Jessica wakker wordt kijkt ze op haar wekker. Half acht.
‘Oh nee, ik heb me alweer verslapen!’ Dit gebeurt haar elke woensdag. Gehaast pakt ze haar kleren en borstelt ze haar haren. Een grijs shirt met jacket en spijkerbroek kan toch wel? Wat maakt het ook uit, ze moet op tijd op school zijn. Haar golfende haren doet ze in een rommelige staart. Snel rent ze naar beneden en maakt ze haar eten voor vandaag, lunch, ontbijt, en snacks. Met haar zwarte enkel laarzen en haar tas rent ze het huis uit. Acht uur. Ze rent zo hard ze kan en botst tegen een jongen aan. Haar hoofd doet pijn en ze voelt eraan, maar ze heeft geen tijd voor zielig doen en rent al vlug weer verder.
‘Sorry!’, roept ze nog naar de jongen toe. Net wanneer ze het kruispunt over wilt steken gaat het stoplicht op rood. Er gaat een luide bel, dat was het dan. Nu komt ze weer te laat. Met een diepe zucht drukt ze op de knop van het verkeerslicht. Jessica kijkt achterom en slaat haar armen over elkaar heen. Waarom wit het stoplicht niet op groen? Dan bedenkt ze zich dat ze tegen iemand is opgebotst. Waar zou diegene nu zijn? Hij is niet meer te zien. Een zwarte bus stopt langs haar. Het raam gaat omlaag. Er zit iemand in met een pet waardoor zijn gezicht niet te zien is. ‘Hallo kun je me ergens mee helpen?’ Jessica gaat naar de bus toe. Degene in de auto heeft een kaart op zijn schoot. Kun je mij aan wijzen waar de Slotlaan is? Ze buigt voorover in de auto om de oment wordt een zakdoek op haar mond gedrukt. Ze probeert zich te verzetten maar dat lukt niet. Dan valt Jessica flauw. kaart goed te zien. Dan wijst ze met haar vinger op de plek waar de Slotlaan ligt.
*Op het zelfde tijdstip iets verder weg.*
Tjonge wat heeft ze toch. Als ze niet zo bot was zou ze nog wel leuk zijn, maar dat is ze helaas niet. Hij kijkt op zijn horloge, ook al gaat de eerste bel Brandon is nog steeds rustig aan het lopen. Hij komt vandaag een uur te vroeg. Als hij voor zich uit staart ziet hij iemand half in een auto’s raam zitten. Het is een meisje met een blonde paardenstaart, zwarte laarsjes en een korte spijkerbroek. Ze lijkt heel erg op dat ene meisje die hij gister heeft gezien. Snel loopt Brandon naar haar toe. Hij tikt op haar rug, maar ze reageert niet. Brandon probeer het opnieuw, geen reactie. Dan Sleurt hij haar boven lichaam uit het raam. Hij bekijkt het meisje van top tot teen. Ze is knock-out, maar zo schattig. Dit is zeker het meisje waar hij gister tegenaan botste. Nu ligt ze in zijn armen, wat moet hij doen? Er komt een man met een pet uit de auto.
‘Kunt u mij helpen?’
‘Ja hoor. Leg haar maar even in het achterste gedeelte van de auto totdat ze is bijgekomen.’ Gelukkig kan ze hier even liggen, ze is zo zwaar dat ik haar niet zo lang zou vast kunnen houden. Met het meisje in mijn armen ga ik in de auto, voorzichtig leg ik haar neer. Ze ziet er zo rustig uit. Op dat moment gaat de deur dicht.
‘Hey, dat was niet de bedoeling! Ik zit er nog in, doe hem open!’ De deur is vergrendeld. Ik kijk naar het meisje, ze ziet er zo rustig uit. Ze heeft wat achter de rug gehad. Ik ga tegenover haar zitten, en probeer me te concentreren. Wat kan ik doen? Het meisje murmelt een beetje en draait zich om.
Jessica schrikt wakker, dat spul in de zakdoek moet iets gedaan hebben. Vlug kijkt ze om haar heen. Daar is de vreemde jongen weer. Jessica wilt dit handig uitpakken, ze weet dat hij haar niet heeft laten slapen.
‘Wat is er gebeurt?’ Vraagt Jessica terwijl ze doet alsof ze moe is.
‘Nou je sliep half in een raam, en nu zit je hier.’ Dat is ook logisch, deze jongen is niet eens zo slim als ze dacht.
‘Handje drukken?’ Jessica steekt haar hand uit. Ze wilt zeker weten dat hij minder sterk is dat zij zelf. Brandon twijfelt, het is een meisje, maar hij wilt ook niet als slappeling gezien worden.
‘Okey, maar ik zal niet terug houden.’ Jessica grinnikt, hij is wel zelfvoldaan. Brandon pakt haar hand.
‘Op drie beginnen we’, zegt hij vervolgens. Ze knikt, dit wordt nog wat.
‘Één….’ De jongens hand voelt warm aan.
‘Twee…’ Brandon en Jessica kijken elkaar recht in elkaars ogen aan.
‘Drie!’ Eerst gaat de hand een stukje naar Jessica’ s kant. Hij is nog best sterk, denkt ze. Maar dan zet Jessica kracht en binnen enkele seconden heeft Jessica gewonnen. Brandon kijkt naar zijn hand, hij heeft van een meisje verloren. Jessica glimlacht, zoals ze dacht heeft ze gewonnen, maar nu weet ze ook hoe sterk hij is en hoe hij denkt. Misschien was het beter geweest om hem te laten winnen maar dat maakt nu niets uit. Ze kijkt hem aan.
‘Mag ik jouw naam weten, nu we voorlopig bij elkaar zijn is dat toch wel handig?’ Brandon glimlacht dat meisje is slim.
‘Als ik eerst de jouwe mag weten, dan wel ja.’ Hier denkt Jessica over na, iemands naam weten is heel belangrijk. Dan kun je diegene namelijk overal opsporen, informatie is nu definitief belangrijk.
‘Jess..’ opeens realiseert ze zich dat hij dan te veel zou gaan vragen en stopt.
‘Jess?’ ‘Ja gewoon Jess.’
‘Nou, hoi dan, ik ben Brandon.’ Jess, die naam past wel bij haar denkt Brandon.
‘Is Jess een afkorting of een bijnaam?’
‘Het is gewoon Jess’, zegt Jessica, en probeert wat overtuigender te klinken. Dan stopt de bus. Jessica valt voorover op Brandon.
‘Dat heb ik weer’, denkt ze.
‘Sorry.’ Jessica krabbelt overeind en staat op. Brandon is in de war van wat er net is gebeurt, en blijft stil zitten. De deur gaat open, het is heel licht in vergelijking met de auto. Jessica maakt haar ogen tot spleetjes, ze kan niks zien van wat daarbuiten is. Brandon houdt een hand voor zijn ogen, ook hij kan niet zien wat er buiten is.
*Ergens daar dichtbij*
Het is al woensdag, dit betekend dat er een bus met nieuwelingen komen. Lisa zit al een week in een plek die ze ‘de kelder’ noemt. Ze heeft gehoord dat op woensdag er nieuwe mensen zullen komen. Eigenlijk hoopt ze dat het mensen zijn die haar geloven, want niemand waarmee ze nu is doet dat. Omdat niemand haar gelooft is het volgens haar maar beter om zich stil te houden. Luciano, een jongen die doet alsof hij de baas is, is de populairste van het gezelschap. Hij heeft goede vecht technieken en charmes waarvoor Lisa niet valt. Op dat moment komt Vince naast haar zitten. Vince en zij kunnen goed overweg, soms wisselen ze niet eens één woord uit en vertrekken daarna al. Lisa bewondert hoe hij alles onder controle kan houden zonder dat anderen dat denken of merken. Vince kijkt haar aan, zij weet dus ook hoe laat het is. Hoe zouden de nieuwelingen zijn? Sterk en gewelddadig als Felicia, of zo vrolijk als Amy? Misschien zo sterk als Jack, of zo bazig als Luciano? Of alle vier? In ieder geval moet hij uitkijken. Hij kijkt nog eens naar Lisa. Net als normaal draagt ze jeans met een shirt, een riem en een haarband. Op de een of andere manier heeft haar uitstraling een achterdochtige achtergrond. Ook al praat hij niet veel met haar is zij wel de persoon waar hij het meest mee omgaat. Achter hun klopt een voet op de grond. Het is Luciano, hij ergert zich aan het feit dat het busje te laat komt. Iedereen zit hier al een week, en dit zou de eerste keer zijn dat er misschien een uitweg zou komen. En die kans wilt hij pakken. Jack leunt tegen de muur aan, hij staat aan de andere kant van de ruimte. Zelf heeft hij helemaal geen behoefte aan meer mensen in deze ruimte. Amy huppelt rond om Felicia.
Felicia zit met een mes te spelen waar Amy totaal geen aandacht aan geeft. Het is volgens Amy’ s gevoel etenstijd, maar dat is altijd zo. De anderen denken dat ze licht gestoord is, maar Amy trekt zich er niks van aan. Soms voor de gein geven ze haar allerlei lastige opdrachten die ze zonder moeite vervult. Soms weet Felicia echt niet meer wat ze aan moet met Amy, ze hoopt dat de nieuwe mensen of dieren of wat dan ook een beetje afleiding voor Amy zullen zijn. Dan opent de deur, buiten is het nog redelijk licht. Maar alle ogen zijn er op gericht, behalve dan die van Sarah. Zij ligt op een bed. Brandon blijft in de auto zich verstoppen. Jessica daarin tegen probeer direct naar buiten te gaan. Alle uitwegen zijn dicht. Ze zal in een weg moeten volgen. Ze loopt naar buiten in een grasveld, het gras wordt platgedrukt onder haar sneakers. Uit het niets komt er een klein meisje op haar afgerend.
Zo snel als ze kan rent Amy naar buiten. Amy wist niet dat er nieuwe mensen zouden komen en valt op de grond. Verward kijkt ze op, het is een ander meisje die ze niet kent. Een brede glimlach komt op haar gezicht. Jessica is opzij gegaan zodat het meisje niet tegen haar aan zou komen. Nog een keer tegen iemand opbotsen kan ze zich niet veroorloven, denkt ze bij zichzelf. Felicia en Luciano gaan ook in de tuin. De tuin is zo’n twee voetbalvelden groot, hier en daar staan wat bomen, en er zijn wat bloemen. Lisa klimt zo onopvallend mogelijk in de dichtstbijzijnde boom. Daar komt een bosnimf aan lopen en ze wilt liever niet dat ze kan worden gegrepen. Vince blijft in de ingang van het gebouw staan.
‘Hey nieuwe, ben jij de enige?’ Luciano is verbaast dat er niet meer zijn. De eerste week kwamen ze namelijk allemaal en nu maar één. Jessica kijkt om zich heen.
‘Dat uilskuiken, hij laat me gewoon in de steek’, denkt ze. Wat verder weg staat Brandon achter een boom. Hij weet niet zeker of dit wel zo’n goed idee is. Felicia komt geruisloos naast hem zitten. Het duurt even voordat hij door heeft dat er iemand naast hem zit. Gelijk krabbelt hij achter de boom vandaan. Jessica zucht, daar is hij dus.
Reageer (1)
Het is een leuk verhaal, maar van de hak op de tak...
8 jaar geleden