Losing Grip
Het gevoel was steeds heviger geworden. Het gevoel dat er iets op til was, het was steeds indringender geworden. Ik trachtte het toe te wijden aan de spanning van een nieuwe omgeving, aan de spanning van een nieuwe opdracht.
Jammer genoeg wist ik beter. Ik was dit gewoon, ik was een pro, een expert, gewend aan de dril. Nog nooit eerder had ik me zo gevoeld.
Met het risico van asociaal gevonden te worden liep ik - nee wankelende ik - naar mijn kamerdeur en draaide hem op slot, mijn nieuwe "challetgenootjes" buitensluitend. Het koude oppervlak van de deur verspreidde een zacht tintelend gevoel doorheen mijn rug toen ik er tegen leunde. "Jezus, Chloë, wat heb je weer", fluister ik, terwijl ik me op de grond laat glijden. Eerst Ava, dan Wic, nu dit... Was ik mijn competentie kwijt? Was ik het noorden kwijt? Werd ik gek?
Ik had dit eerder gezien, jaren geleden, bij Suzanne, toen ze...
Nee. Ik ben geen Suzanne. Ik ben Chloë. Zwaardvechtende Chloë. Nummer één van haar klas, nummer één van haar generatie, uitverkorene voor de missie van een godin. Met mijn gezicht in mijn handen bleef ik enkele tellen in stilte zitten.
Donkere gedachten wentelden zich in mijn hoofd als een oneindig rad dat draait in de nevels van tijd. Gedachten aan een leven van niets dan training. Gedachten aan een leven zonder liefde - afgezien van de kansen op liefde die ik staalhard moet afwijzen. Gedachten aan een leven dat bestemd was om opgeofferd te worden. Gedachten aan honderd verschillende identiteiten, honderd verschillende versies van mezelf - de rebel, de slimmerik, de 'it-girl', het verlegen meisje. Gedachten aan contacten die ik zonder enige waarschuwing, zonder enig afscheid, had moeten afbreken. Gedachten aan dromen waarin ik een onbekende jongen aan een zwaard reeg en met zijn leven mijn vrijheid kocht. Dromen waarin ik degene was die moest onderdoen en eindelijk aan deze bizarre wereld kon ontsnappen. Gedachten, gedachten, gedachten... Gedachten uit escapisme, gedachten uit wanhoop, gedachten uit angst, gedachten uit ontkenning. Gedachten van Mary Awell, Lisa Grey, Amber Flanagan... Chloë Evans.
Werd ik gek? Of werden anderen ook dusdanig verscheurd door denkbeelden? Werd ik depressief? Of worden anderen ook dusdanig geplaagd door donkere gedachten? Werd ik bang? Nee, nee, iemand van The Institute werd nooit bang. Nooit. En ik was een volledig getrainde, buitensporig geprezen studente van The Institute. Ik was het prototype van een opgeleide halfgodin. Toch?
Voor het eerst merkte ik dat de handen die ik voor mijn ogen hield ongecontroleerd trilden. Vlug balde ik ze tot vuisten om enige uiting van mijn incoherente gedachten te verbergen. "Stop ermee, Chloë. Jij bent niet zo."
In een balletje opgerold sloot ik mijn ogen en trachtte ik tot rust te komen.
"Chloë? Alles in orde?"
Het was de stem van het meisje met de rode haren. Amanda Deville, van Oostenrijk afkomstig, was enig kind. Haar vader was een belangrijk zakenman in een transportbedrijf, haar moeder had geen noemenswaardige opleiding en hield ervan de bloemetjes buiten te zetten. Amanda was een problemenkind geweest, maar leek haar leven gebeterd te hebben nadat ze van haar eerste school gestuurd was.
"Ja hoor. Wat is er?"
Op de achtergrond hoorde ik wat gestommel en de stem van Danielle, mijn andere challetgenootje. Danielles dossier was een onbeschreven blad. Ze had een feilloos parcours afgelegd op school en daarbuiten. Haar ouders waren beiden van bescheiden afkomst en hadden hoogstwaarschijnlijk hun bankrekeningen moeten plunderen om Danielle op deze school in te schrijven.
"Danielle en ik gingen naar het feestje dat Margret Thompson geeft op de All'Alba campus. Kom je mee?"
Margret Thompson. Beste vriendin van Demi Fields, Luna Mry en Amanda. Demi was een goede vriendin van Lyanna, Luna challetgenoot van Castor.
"Tuurlijk. Geef me twee minuutjes!"
Gezucht van Danielle - "Eén minuut, Londen!"
Snel haal ik een borstel door mijn haren en kijk in de spiegel. Dit moet lukken. Via mijn challetgenootjes, Lyanna en Margret en haar vriendinnen zou ik bij Castor moeten geraken. Onze eerste ontmoeting. Het begin van het einde van één van ons tweeën.
Voor mijn ogen zie ik zijn foto voor me. Zijn warrige zwarte haren, helblauwe ogen, het lichte glimlachje dat om zijn lippen speelde.
En terwijl ik mijn trillende handen in de zakken van mijn leren jasje steek zie ik hoe zijn ogen verschrikt in de mijne kijken en hoe zijn glimlach verstart terwijl ik de kling van mijn zwaard door zijn lichaam drijf.
Er zijn nog geen reacties.