The Forbidden Village Of The Elfs #5
Lërehum richtte zich tot degene op het paard trok zijn zwaard behendig uit de schede, terwijl hij hem voor zich uitstak om te laten zien dat hij bereid was om te vechten, 'Toon je gezicht vreemdeling, je begeeft je in het gezeldschap van de machtige Analta Heru en Lërehum'.
2008
x The MoonLight x
In spanning wachtte Lërehum af, 'Je hoeft me niet te vrezen. Ik ben een oude vriend, geen vijand...'.
De gedaante van een jonge Elf verscheen, hij had witblond haar en een vriendelijke blik, Lërehum's gezicht klaarde per direct op, 'Legolas!' riep hij terwijl hij zijn zwaard op de grond liet vallen en naar voren stoofde, op zijn vriend af. Legolas lachte en kuiltjes verschenen in zijn wangen.
'Zullen we nu vertrekken? Dan zijn we weg, voordat de zon ondergaat...', Lërehum knikte opgewekt en hij wees naar rechts waar zijn witte merrie al was opgezadeld en alle spullen die Lërehum nodig achtte bij zich droeg. Legolas sierde zijn wangen weer met de kuiltjes en Lërehum sprong op het paard.
Een gedaante verscheen uit het bladerdek van de bomen en klauterde omlaag via de stevige trap, 'Veel succes mijn zoon'. Zei de oude man, terwijl hij zijn zoon, zijn boog en een paar pijlen overhandigde. Lërehum knikte, 'Dank u vader... Maar het is nu tijd voor mij om te gaan. Ik zal u spoedig weerzien!'. De merrie hinnikte schel en de twee jonge elfen galoppeerde het bos in, de oude man bleef ze nakijken net zo lang tot de schimmen tussen de bomen vervaagden en verdwenen en totdat hij geen getrappel van hoeven meer hoorde.
Het werd al laat en het duurde niet lang meer totdat de zon werd verborgen achter de bergen en werd gedoofd door de koude en woeste golven van de zee. De hemel vulde zich met fonkelingen, de sterren leken op duizenden vuurvliegjes die gedwongen op hun plaats moesten blijven om zo de aarde met hun schijnsel te verlichten, maar zelfs de grootste en helderste sterren vielen in het niet toen de maan naar de hemel rees. Het leek alsof zij was omringt door een magisch aura, die zelfs de stervelingen konden aanschouwen. De mysterieuze aantrekkingskracht van haar werd versterkt door de duistere hemel, de nacht bracht een hemel nog zwarter dan de lokken van de schone Morë, Maar de maan schonk de elfen een mystiek ligt en hiervoor aanbidden ze haar.
Lërehum keek naar de maan en strekte zijn arm, met zijn vingers gleed hij over de maan, die hij niet kon aanraken, op nachten zoals deze verlangde hij naar het maanlicht, maar hij wist dat deze tijd misschien nooit zou komen, alleen gestorven elfen keerden naar het maanlicht, want daar kwamen ze vandaan en daar zouden ze ook weer terug naartoe gaan.
Reageer (7)
ik droom echt helemaal weg(Y)
1 decennium geledensuper!
1 decennium geledenWauw.. zo mooi geschreven..
1 decennium geledenSnel verder!
X.
Ik vind het zo'n mysterieus verhaal
1 decennium geledenSuper
X
Je schrijft het zo mooii(H)
1 decennium geledensnel verder!!
xXx(K)