26.0: Mist
Zijn grote onrustige handen vertellen me meer dan zijn volle lippen ooit kunnen. Wil hij het me niet vertellen, of durft hij niet? Ik hoop dat het, het eerste is, want hij mag me alles vertellen. Ik zal er altijd voor hem zijn. Dat klinkt misschien overdreven, maar hij heeft me al meer gegeven dan het leven ooit kon, ondanks hard werk.
“Als je zo onzeker en nerveus blijft dan doe ik je iets aan.” Ik kijk omhoog en merk dat zijn vinger met de barokke ring van mij nu aan zijn roze onderlip trekt. Ik frons en trek zijn hand ervan weg. Hoe kan hij zoiets moois vernielen?
“Ik zit gewoon ergens mee.” Ongemakkelijk kucht hij waardoor ik even mijn hoofd wegdraai en het terug op zijn schouder leg.
“Wil je het me niet zeggen of kan je het niet?” De vraag dan toch.
“Ik wil je niet teleurstellen of iets in die richting.” Nu kijk ik wel terug naar zijn mooie parelachtige ogen. Hij ruikt anders doordat het bloed van zijn borstkas is afgewassen. Ineens merk ik alle lange, witte, pijnlijke littekens me erg op. Hij heeft veel doorstaan.
“Je stelt me juist teleur dat je het me niet durft te vertellen.” Zijn adamsappel gaat traag omhoog waardoor ik weet dat hij ermee zit.
“Ik ga mee naar de bergen. Sedrik vond het te gevaarlijk alleen, en dan is er meer bescherming voor ons.” En waarom zat hij hier mee? Ik probeer aandachtig te knikken maar zeg het dan toch.
“Waarom zou ik dit erg moeten vinden?”
“Je blijft alleen met Rune en Aurus.”
“Voor hoelang?” Dat is misschien wel de belangrijkste vraag. Hoe lang gaat hij bij het gevaar zijn?
“Een dag of drie vermoed ik. Luister, ik wil niet dat je onverantwoordelijk doet. Ik heb je heelhuids nodig als je terug komt.”
“Ik wens hetzelfde voor jou.” Zijn ogen betrekken even, ik zucht en geef hem een zachte zoen op zijn lippen. Ik weet niet hoe een groot kasteel is als de keizer het verlaten heeft, maar gezellig zal het niet zijn.
"Je verdient wat vrijaf." Zijn wenkbrauwen kruipen lichtjes naar elkaar toe als zijn lippen terug open gaan. Mijn hand streelt door zijn zijdezachte krullen.
"Het zit net iets anders dan dat. Vanavond heb ik vrij." Hij glimlacht en buigt terug dichterbij zodat onze voorhoofd en neuzen elkaar raken. Hij hunkert naar de vereniging van onze monden, net als ik, maar ik rek het nog net dat beetje uit. "Boo-" Zijn ogen kijken terug op waardoor mijn glimlach nog net wat groter wordt. Als het mogelijk is zet ik me nog iets beter tegen hem aan, wachtend tot hij gek wordt.
"Geen controle zeggen ze dan." Een hese grinnik en twee kuiltjes, mijn favoriete dingen. Deze keer kust hij me wel teder. Mijn handen nemen hem steviger beet zodat ik me wat omhoog kan trekken op zijn schoot en zo de dominante kan spelen. De wanhoop naar warmte, liefde en bevestiging neemt met de hitte in de kamer toe. Mijn wangen gloeien en mijn hart bonkt enthousiast mee.
"Toch niet in bed nee." In een soepele beweging draait hij ons om en gaat hij met zijn middel tussen mijn benen liggen. Schitterende ogen en een ondeugende glimlach.
"Beer..." Zijn gezicht blijft te ver weg. Als ik overeind wol komen duwt hij me hard terug de lakens. Waarom mijn kamer dan ook?
"Controle Louis."
"Niet nu..." Ik ben geen zieltjesbedelaar, en hij weet dat. Ik blijf niet smeken. Die volle roze lippen zo kort van de mijne af. Hoe kan iemand zelfs zo'n mooi lichaam en gezicht hebben? Het is perfect van vorm. Als hij nog dichterbij komt en verzet biedt geef ik hem een stoot magie en vlieg dan overeind, recht op mijn doel af. Hij grinnikt en is me echter toch nog voor. Zijn sterke rechte arm slaat zich ondersteunend om mijn onderrug.
"Pittig ding mh."
"Ik zit erbij, dan praat je niet zo over je geliefde." Hij trekt plagerig een wenkbrauw op als ik zijn hemd begin te ontknopen, mijn vingers voelen de koudere huid al en dat maakt alles in mijn lichaam reactief, klaar voor meer.
"Louis..." Hij gromt zachtjes, ook een van mijn favoriete geluiden. Mensen die om mij smeken op die manier accepteer ik dan weer wel, graag zelfs. Het linnen glijdt soepel van zijn lichaam af. Als ik mijn hemd begin te ontknopen geeft hij toe en zet hij zijn lippen vol in mijn hals. "Ben je er klaar voor?"
"Altijd mijn Beer." Die hete adem bij zijn oor is genoeg om hem tot waanzin te drijven als hij verder afdwaalt over mijn lichaam, tot het pure genot toe.
"Je zou moeten eten." Zijn grote hand ligt onder zijn hoofd gevouwen terwijl de andere met mijn haar speelt. Ik zucht een kruip terug iets dichter naar zijn naakte lichaam toe.
"Jij ook."
"Ik kan daar eten." Zijn groene ogen staan terug onbezorgd en vol leven. Alsof er geen wolkje aan onze blauwe lucht van problemen te bekennen is. Als ik daar niet op reageer voel ik zijn lippen zacht tegen mijn voorhoofd. "Ze wachten op je, weet je."
"Je wilt van mij af." Plagend kijk ik hem aan waardoor hij fronst en dan pas beseft dat ik het niet meen.
"Nee, ik stink en moet me nog wassen, jij ook. Het is daar...nogal vol rijke wezens." Dat klinkt als een domper op de vreugde, maar goed. Zolang ik niks met ze te maken krijg maakt het me niet uit. Ik knik en geef hem een kus voordat ik opsta en zonder enige schaamte mijn kleding terug aandoe. Beer kijkt me even ongegeneerd aan, bewonderend zelfs. Als ik hem een knipoog geef glimlacht hij. Mijn haar zal wel rommelig zijn, en dat lichtjes uitgedrukt maar goed. Mijn handen die erdoor gaan zullen dan ook niet veel helpen. Na een grijns van mij naar de keizer sluit ik de deur en ga ik naar beneden. De geur van gekookt eten verleidt me om sneller te gaan lopen. In de eetzaal zijn ze inderdaad al allemaal aanwezig.
"Sorry dat ik later ben." Als ik ga zitten beginnen Aurus en Lucius meteen aan hun eten. Wel, Aurus doet eerst in stilte een gebed en daarna begint hij. Als ik opkijk van mijn bord merk ik de bespottelijke blik van Lucius. Ik trek een wenkbrauw naar hem op, hij schudt zijn hoofd geamuseerd en eet verder. Oké dan. Ja, ik en Harry hebben dingen gedaan, maar we hebben het nog steeds niet zo gedaan als wat verboden is. Nog geen echte gemeenschap. Zou ik hem ooit mijn man kunnen noemen? Waarschijnlijk niet, de bedreigingen in het achterhoofd houdend. Als het op is drink ik nog gulzig het koele water op. Nu staren ze me beiden aan. "Als jullie nu niet-" Meteen barsten ze beiden uit in lachen.
"Je trui zit omgekeerd."
"Misschien heb ik me snel omgekleed na het wassen voor het eten." Het klinkt zelfverzekerd en snel. Die blinkende oogjes zeggen genoeg, ze geloven me nog niet voor een seconde.
"Ik kan niet wachten tot ik vampiergehoor heb." Ik lach zachtjes.
"Ik denk niet dat dat altijd even fijn is, geloof me. " Lucius ziet het nu nog allemaal positief in, maar goed ook. Anders houd je het niet vol.
"Jij bent wicca, jij weet dat niet." Mijn schouders worden opgehaald. Hij zou mij en Harry niet bezig willen horen, echt niet. Niet dat we zo luidruchtig zijn, maar gewoon...het idee vind ik maar niets.
Reageer (2)
Uhm lastig, daar moet ik nog ff een nachtje over slapen. Miss wel, want ja vampier zijn is super handig. Maar dan moet je wel eens in de zoveel tijd iemand leegdrinken. En t punt is, ik kan dus niet super goed tegen bloed. Oh ik heb de oplossing! Ik word een vegetarische vampier ^^
8 jaar geledenIk niet... Sommige dingen zijn wel cool, maar ik hoef geen vampier te worden.
8 jaar geleden