Hoofdstuk O4 (Emmily Spedden)
xxx Shad0wAndy
Hert eerste wat me opviel in Londen, is de regen. Heel veel regen. Het weer bij mij thuis is toch net iets beter dan hier. Meestal zon, af en toe een buitje hier en daar. Dat mag ook eens voor mijn planten rond het huis. Ik ben te oud om ze telkens water te moeten geven. Het is jaren geleden dat ik nog eens in Engeland geweest ben. De laatste keer was in 1912. Sindsdien ben ik niet meer in Europa geweest. Ik kon het gewoon niet meer, ik durfde niet meer op een boot voor jaren, en ik ben niet zo een grote fan van vliegen. Mijn ouders ben ik ook redelijk snel verloren tijdens de eerste Wereldoorlog. Ik woonde sinds 1912 in Amerika, van staat tot staat, maar nu aan een kuststadje in Florida, van mijn laatste dagen genieten.
Sam en een andere iets oudere man brachten mij naar een taxi. Ik dacht dat die andere man John of zo iets heette. Ik weet het al niet meer. De taxi bracht ons naar het hotel, waar ik de komende nachten ook zal blijven. 5 sterren nog wel! Die John wilt me echt hier laten blijven. Helaas blijf ik niet lang in Engeland. Ik mag hier blijven voor drie dagen. "Mevrouw Spedden, nogmaals welkom", zegt John. "U kan zich een beetje opfrissen in uw hotelkamer. Over een klein uurtje gaan we ergens eten. We wachten in de lobby. Gaat het alleen lukken voor u? Of moet Sam bij u blijven?" "Nee", zei ik. Het moet wel lukken alleen. Ik heb het altijd alleen aangekund, ook op deze mooie leeftijd. " Oké, ik kom u over een paar uur weer ophalen in de lobby. Fris even op, doe een klein dutje, de reis zal best lang geweest zijn." "Tot straks!", riep Sam nog na. "We kunnen wel napraten op een andere dag. Ik heb veel te vertellen!" Ik had niet veel anders verwacht van Sam, zo sociaal, net als zijn moeder. Niet veel later wordt de deur van de hotelkamer gesloten achter mij. Ik plofte neer op mijn bed. De reis was vermoeiend en heb nog een beetje last van een jetlag. Iets waar we geen last van hadden op de Titanic. Ik begon uit te pakken. Uit een van mijn koffers haalde ik mijn viool. Ik neem die ook overal mee. Nee, het is helaas niet meer de viool die ik 84 jaar geleden meenam op het schip. Die is helaas vergaan. Ik heb deze viool toch al een jaar of 40. Mogelijk al langer dan dat. Wanneer ik naar de viool kijk, weet ik nu weer mijn doel waarom ik naar hier ben gekomen. Al mijn herinneringen van die ene reis vertellen. Ik heb het altijd voor de mensen verzwegen, maar ik denk dat het nu de moment is om het eindelijk aan de buitenwereld te vertellen. Zodat het verhaal blijft bestaan, wanneer ik zal vergaan. Mijn tijd zal er ook aankomen, net als de andere leden. Ik ben de laatste van de 6. Ik help ook graag mensen, want ik heb gehoord dat die John anders zijn baan waarschijnlijk kwijt is. Voordat ik naar beneden ga, speel ik nog een paar oude deuntjes op mijn viool. Dat brengt me ook een beetje tot rust. De slaap is voor later.
Niet veel later stond ik beneden. John en Sam wachten al op mij. "Bevalt de hotelkamer u een beetje, oma?", vroeg Sam. "Hij is prachtig", zei ik. "Ik hoop dat ik het grote bad nog mag testen voor ik terugkeer naar Amerika. Daar hebben we er geen." "Kom dan gaan we naar het restaurant", zei John een beetje ongeduldig. Ik denk dat hij gewoon wat zenuwen heeft voor het verhaal dat er aan zal komen. Niet veel later zaten we weer in een taxi. Er rijden hier wel honderden van in Engeland. Na een tijdje staan we stil. Dat moesten we nu ook nog hebben zeker? Een file... Hopelijk raken we nog op tijd aan het restaurant.
"Het spijt me meneer, maar u heeft niet gereserveerd en alle tafels zijn bezet. Ik denk dat u ergens anders heen zal moeten gaan.", zei de receptioniste. Ook dat nog. We kunnen niet eens eten hier. Ik zag aan het gezicht van die John dat er onweer op komst is. "Kom dan gaan we naar een andere plaats. Lust u pasta mevrouw?", vroeg hij. "Ja graag," zei ik. Een minuut later zaten we weeral in die Engelse taxi's. Deze keer stopten we bij een Italiaan.
Het eten had me echt gesmaakt. Dat was lang geleden dat ik nog eens zo iets at. Na het betalen van de rekening zaten we weer in een taxi. Deze keer reden we naar een klein cafeetje ietsje verderop van waar we net hadden gegeten. Ik vermoed dat we daar wel een tijdje zullen blijven zitten. Dit is ook de plaats waar ik mijn verhaal zal vertellen. We bestelden iets om te drinken en gingen op een plaatsje ergens achterin het café zitten zodat er niet te veel mensen zullen meeluisteren. Dat moeten ze maar lezen in de krant. John nam zijn recordertje, pen en papier. Klaar om naar een stuk geschiedenis te luisteren. "Als u er klaar voor bent, zijn wij dat ook.", zei John. Ik zuchtte nog even heel diep en begon dan aan mijn verhaal. "Het begon allemaal op woensdag 10 april 1912. Het was zo een prachtig weer. Ideaal om met een luxe schip te vertrekken..."
Reageer (1)
Oooh, spannend!
8 jaar geledenLeuk hoofdstukje!
xxx