Frank Longbottom Modern Marauders
Ik zat op mijn kamer een beetje te niksen, vervelen, af en toe proberen een aantal woorden te lezen, half op mijn telefoon kijkend en enorm veel nieuws te ontdekken. Zo was ene Gossip Girl enorm veel drama aan het verspreidden onder mijn schoolgenoten. Gelukkig is er niet veel interessants over mij te vertellen, maar ergens had ik het toch wel te doen met mensen die wel slachtoffer waren van haar gemene berichten.
Ook werd ik enorm verbaasd door het gegeven dat er een jongen die mij niet echt bekend voorkwam vermoord was. De jongen was vijftien jaar en leek vermoord te zijn doordat hij muggleborn was. Waar sloeg dat nou op?
Ook had ik een enigszins luchtig gesprek met Pixie, toen ik een weddenschap met haar afsloot. We spraken af op de Astronomietoren, die voor mij best wel ver weg was. Ik durfde nu ook nog wel een andere weddenschap af te sluiten. Namelijk, dat ik erg later zou zijn dan haar.
Ten eerste was ik klein en kon ik niet snel lopen, al moest ik toegeven dat zij ook niet de langste was. Ten tweede kon je me eerder snel dan langzaam noemen en had ik dat dus ook al niet in mijn voordeel. Ten derde was de Astronomietoren een stuk dichterbij Ravenclaw dan bij Gryffindor. Je kunt dus ook wel zeggen dat het best wel heel erg dom van mij geweest was om deze weddenschap af te sluiten. Misschien was dat dan ook wel de reden dat ik nog niet bedacht had waarvoor ik wilde wedden.
Toch probeerde ik nog enigszins snel te zijn, wat voor mij dus best een opgave was. Terwijl Pixie me al gauw begon op te hitsen dat zij er al was, rende ik hijgend naar de afgesproken plek. Misschien was het handig om mijn conditie wat te verbeteren, want die was zoals te merken niet al te best.
Afijn, misschien niet volgens Pixie, maar wel volgens mij kwam ik nog snel aan op de toren.
Zoals al aangegeven, stond Pixie daar rustig op mij te wachten. Terwijl ik met één hand tegen de muur even een beetje uithijgde, keek ik haar aan. Ze zag er goed uit, hoogstwaarschijnlijk een stuk beter dan ik met mijn tomatenhoofd als een hondhijgend.
Ze droeg een (heel) kort rood jurkje dat haar erg goed stond.
'Had ik het niet voorspeld?' zei ik al iets minder hijgend. Ik draaide mijn rug naar de muur, zodat ik er daarmee tegenaan kon leunen. 'En? Wat ben ik je nu verschuldigd?'
Pixie was naar me toegelopen en had haar vinger langs verscheidene plekken van mijn gezicht laten glijden. Na mijn woorden was ze met een zacht lachje bij mijn kin aangekomen, waarvandaan ze me leek te sturen met haar vinger.
Vervolgens stapte ze van me af om even na te denken over mijn woorden - nou ja tenminste, ze deed alsof ze nadacht. Mijn laatste hijgen uithijgend keek ik haar verwachtend aan. Het was wel duidelijk dat ze al iets bedacht had.
Al snel werd haar blik weer op mij gericht, waarvan ik verwachtte dat ze wel iets bedacht had. Mijn vermoedens werden bevestigd.
'Wat dacht je van een date? Voor het kerstfeest' Mm, dat had ik op de één of andere manier eigenlijk niet verwacht. Zo'n meisje als zij had meestal genoeg jongens tot haar beschikking, waardoor ze niet voor een jongen zoals ik kozen. Niet als een beleding voor haar ofzo, ik vond het vooral lief dat ze mij meevroeg.
Quasi onder de indruk keek ik haar aan. Oke, ik zal niet liegen; ik was ook wel een beetje onder de indruk.
Een zoen was echter wat deze uitdrukking versterkte. Pixie plantte haar lippen voor een miliseconde op mijn lippen. Voor een seconde wist ik niet meer wat ik moest doen.
'Al zeg ik ook geen nee als je daarvoor al een keertje een drankje wil gaan doen. Dan moet je alleen wel snel zijn.' Pixie voegde nog wat aan haar aanbod of gebod toe, het lag eraan hoe je het wilde zien. Ik denk dat ik toch wel voor die eerste zou gaan.
Voor een aantal seconden zat ik even in mijn eigen gedachten, verbazingen en realisaties over wat er gebeurd was. Niet dat ik nooit gezoend was of iets, het was gewoon dat ik meestal niet door meisjes gezien werd als ... dit. Ik realiseerde me toen echter dat Pixie me afwachtend aankeek.
'Buh' kwam er eerst mijn mond uit, toen ik me besefte dat ik misschien weer even een beetje grip moest nemen op mezelf. Ik moest realistisch blijven. Pixie was geweldig, maar verliefd was ik niet op haar en zou ik nooit worden, dat wist ik nu ook al. Weer geen belediging.
Ik trok één wenkbrauw naar haar omhoog gepaard met een lichtelijk sceptische blik. 'Jij wil met mij naar het kerstfeest als date?' Ik deed alsof ik even nadacht, wat ik natuurlijk absoluut niet hoefde te doen. 'Ja, ja ik denk het wel. Ik heb nog niemand, dus ja, lijkt me goed.' Ik wilde haar echt niet beledigen hoor, ik hoopte dat zij het ook op zou vatten. Weetje, ik vond meisjes natuurlijk wel geweldig enzo, maar al dat blote gedoe was wat mij betreft niet noodzakelijk. Maar ach, het kon nooit kwaad.
'En wat betreft die voorgaande date; wat vind je van nu?'
Waarschijnlijk had het me meer tijd gekost om bij Pixie te komen dan dat ons gesprek geduurd had. Met wat er allemaal gebeurd was in die korte tijd, maakte dat me echter niet meer zo heel veel uit.
Op het moment dat ik dacht dat ik alles weer helemaal onder controle had - niet dat ze me helemaal overgenomen had, maar van verbazing natuurlijk - drukte ze nog een kus op mijn wang. Ik vroeg me af of ze bij alle jongens zoveel rode vlekken achterliet of dat het een soort beloning was, wat ik dan wel een erg vrijgevige beloning vond. In dit eerste geval wist ik overigens niet of ik eigenlijk zo blij was met die kusjes; er zouden dan immers een heleboel bacteriën op haar lippen rondzwerven die zich nu gingen nestelen op mijn wang. Oh hé, ik was back to normal in mijn hoofd en gedachten.
'Je bent een schatje, Frankenstein.' Nog meer bacteriën werden er verhuisd naar mijn voorhoofd, wat ik toch eigenlijk helemaal niet zo heel erg vond. Ze leek me uit te lachen om mijn voorstel om nu nog even een drankje te doen. Nou ja sorry hoor, maar zo had ik het begrepen.
'Het was of/of, Frankenstein, maar ik zeg geen nee tegen een cutie als jij. Misschien moet je dan wel eerst even jezelf opfrissen, want je zit onder de lipstick.' Goh, waardoor zou dat nou komen. Ik glimlachtte een een beetje goofy glimlachje naar haar toen ze over mijn wang wreef om de rode vlek weg te halen. Nou, dat was dan wel weer lief van haar, al vroeg ik me af of het zou helpen. Waarschijnlijk werd het zo alleen maar erger, maar ach, zo erg was het toch niet te om te laten zien dat een meisje met haar lipstick een aantal kussen op je gezicht had achtergelaten. Oke, misschien wel een beetje, maar het was niet zo erg dat ik me er zorgen over maakte, of ik was gewoon apart, dat kon het ook zijn.
'Ik ben in de Great Hall als je nog op die date wil vandaag, Frankenstein. Anders zie ik je graag op het feest.' Met een soort streel en deze voorgaande woorden, liet ze me achter in de astronomy tower, waar ik me eerder nog zo naar toe gehaast had. Die date zou ik waarschijnlijk wel door laten gaan. Al leverde ze me nog zoveel bacteriën, ze was een erg aardige meid en ik had verder toch niet zo heel erg veel te doen. Ik wist niet eens waar mijn vrienden uithingen.
Ongeveer een minuut nadat Pixie weg was besloot ik ook maar eens ergens anders heen te gaan. Ik had eigenlijk geen flauw idee van wat ik in de tussengaande tijd gedaan had, maar dat maakt voor dit verhaal denk ik ook niet zo gek veel uit. Ik bedacht me echter oor de herinnering aan de heenweg, dat het misschien een goed idee was om mijn conditie te verbeteren. Ik zou een soort rondje gaan lopen, of nou ja, rennen. Dat ik dan zou zweten en rood zou worden, maakte me niet zoveel uit; ik zag er toch al absurd uit met al die zoenvlekken op mijn gezicht.
Ik begon met rennen op een wat rustiger tempo, maar toch zeker nog wel een snelheid. Ik rende via Gryffindor naar de great hall en van daaruit zou ik weer terug naar boven gaan om me vervolgens eventjes te wassen. Na een tijdje concentreerde ik me enkel op mijn voetstappen en ademhaling. Het ging eigenlijk best wel goed, al kon mijn conditie inderdaad nog heel erg verbeterd worden.
In mijn hoofd zong ik een liedje op de maat van het ademen en ... Plots werd ik abrupt gestopt in het rennen door iets of iemand dat tegen me aan kwam, of waar ik tegenaan gelopen was. Meteen was ik uit mijn concentratie van het rennen. Ik keek geschrokken naar een meisje dat een aantal traptredes naar beneden gleed. Ik verbaasde me erover dat ik niet eens gemerkt had dat ik al bij de trap aangekomen was.
Lang deed ik dat echter niet, ik rende zo snel mogelijk naar het meisje toe om haar overeind te helpen en mijn excuses aan te bieden. Een aantal tredes lager merkte ik echter dat ze bijzonder stil lach. Hij ogen waren gesloten. Enorm geschrokken knielde ik bij haar neer. Vanaf daar kon ik eigenlijk pas echt haar gezicht goed zien. Bij dat aanzicht stopte mijn adem voor een aantal seconden, het was Alice.
Ik besloot haar maar gewoon op te tillen en naar de hospital wing te brengen. Of ze zwaar of licht was merkte ik eigenlijk niet, wel leek de tijd enorm langzaam te gaan en mijn voeten waren ook niet van plan om goed mee te werken.
Toch kwam ik er aan. Ik leverde Alice aan Madam Poppy Pomfrey af, zodat ze Alice weer zo snel mogelijk zou kunnen laten ontwaken. Ik had haar gelukkig niet gedood, wat ook wel een erg zielige dood geweest zou zijn. Dood doordat je van een trap afvalt. Op dat moment was dat echter totaal niet belangrijk of iets om ook maar een miliseconde over na te denken.
Terwijl ik neerplofte op een stoel bij het bed waar Alice straks waarschijnlijk in zou komen te liggen, liepen er allerlei gedachten en schuldgevoelens door me heen; wat had ik gedaan? Hoe had ik zo onoplettend kunnen zijn? Waarom was ik zo lomp? Het meest was ik echter bezig met of het allemaal nog wel goed zou komen en wat Alice van me zou vinden. Waarschijnlijk zou ze me nog meer haten dan dat ze al deed. Ik had het vandaag nog wel op de één of andere manier goed willen maken al wist ik niet precies hoe. Ja Lily, sorry zeggen is lastig, ook al heeft het woord maar vijf letters. Dat heeft er dus absoluut niet in de gaten.
Ondanks dat ik volstond van de adrenaline en spanning, maakte dit alles me toch ook best wel moe. De gedachten stroomden en stroomden, maar op een bepaald moment stond alles op pauze; ik was in slaap gevallen.
Ik liep door een veld met hoge planten en af en toe een prachtige bloem. Ik ging door mijn knieën om er eentje te plukken en te ruiken naar de hoogstwaarschijnlijk geweldige geur die de bloem moest hebben. Terwijl ik de bloem naar mijn neus probeerde te brengen, voelde ik een soort prik in mijn vinger. Ik keek wat de prik veroorzaakt had en wist daardoor al meteen wat voor bloem het was; een roos. Opnieuw bracht ik de roos naar mijn neus en ...
'Frank, wat doe je hier?' Ik keek om me heen. Waar kwam die stem vandaan? Bloemen plukken, dat zie je toch. Ik vroeg me af van wie de stem was, maar echt veel aandacht besteedde ik me er verder niet aan. De roos was inmiddels op de grond gevallen. Ik wilde hem weer oppakken toen ik de stem nog een keer door mijn hoofd hoorde galmen.
'Frank?' Ik opende mijn ogen en schoot in een soort spastische beweging omhoog. Voor me zat het meisje waar ik me zo ongerust had gemaakt en ze leek in orde. Ik sprong op en stond binnen een zeer korte tijd naast haar bed.
'Alice!' riep ik blij , gerust en verrast door elkaar. Ik keek geschrokken om me heen door mijn stem, om mijn stem ietwat te verzachten. 'Hoe gaat het met je? Voel je je okay? Heb je ergens pijn? Weet je nog hoe je heet? Weet je nog wie ik ben? Wil je iets drinken? Eten?'
Ik zette een paar stappen van haar bed om mijn hand op mijn voorhoofd te leggen en bezorgd heen en weer te lopen, ijsberen.
'Oh nee, wat heb ik gedaan. Ik ben zo'n kluns. Ik ben zo'n sukkel.'
Ik herinnerde me dat ik in een kamer stond met Alice die nu wakker geworden was en snelde weer naar haar bed toe. Mijn hoofd was nu naar de grond gericht. Door mijn wimpers keek ik haar een beetje beschaamd en verlegen aan - waar ik overigens best verbaasd om was, omdat ik dat maar weinig was.
'Het spijt me.' verontschuldigde ik me, echter niet alleen voor de val; ook voor de absurde tweets van mij af.
'Frank' hoorde ik Alice stem van voor me, op het bed. Ik had mijn blik nu volledig naar de grond laten gaan. Misschien was het erg schijterig, maar ik durfde haast niet te kijken hoe ze zou reageren op mijn stortvloed van woorden en verontschuldigingen. Ik wist bijna zeker dat ze me haatte, ik bedoel; dat moest wel. De kans dat ze me uit zou lachen, was daardoor dus ook aardig groot. Ach, dat was enkel een klein beetje vernederend en het viel in het niet bij hoe ik me tegen haar gedragen had, als een echte sukkel.
Plots voelde ik haar warme hand op de mijne komen, die ik blijkbaar op de rand van haar bed gelegd had op een bepaald moment. Ik schrok even van deze aanraking, waardoor mijn adem eventjes stokte. Daarna liet ik mijn adem echter rustig uitvloeien. Dit betekende iets goed, toch?
'Het gaat goed met me. Ik voel me oké. Ik heb geen pijn. Ik weet hoe ik heet: Alice. En jij heet Frank' Haar woorden stelden me al iets gerust, waardoor ik mijn blik langzaam naar haar optilde, al geloofde ik het nog niet helemaal. Hoe kun ze nu zo vriendelijk tegen me doen? Wat was dit voor merkwaardig aardig mensvormige creatie?
Haar diepblauwe ogen, die overigens echt prachtig waren, waren op mijn gezicht gericht en ik staarde terug zonder ook maar een enkele keer te knipperen. Ik weet niet of het aan mij lag, maar voor mijn gevoel was het plots erg warm geworden in de ziekenzaal, ik hoopte niet dat het kwam doordat iemand met diarree een dikke drol gedraaid had in zijn bed, want dat zou echt nogal...
Sorry, ik verpest het romantische moment. Afijn, we keken elkaar dus in de ogen. Het leek alsof Alice de enige was die nog bestond, behalve ik dan. Waarschijnlijk stond mijn gezicht verschrikkelijk verbaasd op het moment dat ik me realiseerde dat ik dingen had gedaan bij een prachtig, heel erg aardig meisje die nooit iemand kwaad zou doen, want Alice lachtte een prachtige lach die me haast liet smelten. Serieus, ik had het al heel erg warm.
'Maak je niet druk, Frank' haar zachte lieve stem liet me even ontwaken uit deze geweldige droom, die werkelijkheid bleek te zijn.* Ik schudde even kort met mijn hoofd om alle gedachten weer op normaal te krijgen, wat meestal werkte op momenten dat meisjes mijn wereld op zijn kop zetten.
Deze keer werkte het echter niet. Ik keek weer naar Alice om haar opnieuw te vragen of ze honger of dorst had, maar na een enkele seconde was ik de vraag helemaal kwijt.
Eten, Frank, of drinken Jeetje, wat was ik aan het doen? Dit was niet normaal meer. Had ze als wraak een soort spreuk op me uitgesproken, zodat ik iedere keer dat ik naar haar keer helemaal de weg kwijt raakte? Als dat zou was, vond ik het wel een goede manier om me terug te pakken, maar het was totaal niet fijn, al vond ik het wel heel fijn om naar haar te kijken.... Ho stop niet meer naar haar kijken, dan kan er ook niets gebeuren.
Ik draaide mijn blik dus van haar af. Ik stond schuin voor haar toen ik mijn mond opende om haar eindelijk de vraag te stellen die ik had willen stellen.
'Maar eh, wil je echt niets eten of drinken? Ik kan zo iets voor je halen, wat je maar wil.'
* wow, wat een quote. In het engels zou hij vast fantastisch klinken.
'Nee, dat is niet nodig' hoorde ik Alice' stem van naast me komen en hoe graag ik ook mijn hoofd naar haar richting wilde draaien, ik gaf niet toe aan mijn behoeften. Het was werkelijk een erg vervelende spreuk, die ze me echt een keer moest leren, als ze dat wilde. 'Maar toch bedankt'
Ik staarde door het ruim naar buiten, wachtend totdat Alice nog iets zou zeggen. Ik had eerlijk geen idee wat ik nu moest zeggen. Normaal leek ik de woorden soms wel uit te spuwen, maar op dit moment was alles dat zich in mijn gedachten afspeelde Alice en om nou over haar tegen haar te praten leek me ook best apart. Alice zei echter ook niets tot mijn teleurstelling. Er braken een paar ongemakkelijke seconden aan en ik deed alsof ik iets heel ergs interessants zag buiten, zodat het wat minder raar zou zijn dat ik zolang naar buiten keek.
'Heb je al een date voor het kerstfeest?' Uit opluchting dat eindelijk iemand iets zei, kwam er een opgeluchte zucht uit mijn mond, terwijl ik me haast enthousiast naar haar omdraaide. Gelukkig realiseerde ik me op tijd dat ik haar niet aan moest kijken, waardoor ik mijn blik naar haar bovenlichaam liet gaan. Ho nee, slecht idee, snel keek ik naar haar haar. Wat had ze ook alweer gevraagd?
'Date voor het kerstfeest?' herhaalde ik een stuk van haar vraag vooral eigenlijk voor mezelf. 'Ja, ik ga met Pixie.' Even twijfelde ik erover of het wel een date was of dat we gewoon als vrienden gingen, maar door heel even terug te denken aan het moment dat ze me vroeg, wist ik dat je het wel een date kon noemen, al denk ik niet dat ze na deze avond nog meer wilde met me beleven als in meer dates. Volgens mij was ze niet echt uit op een langer durende relatie dan een avond.
'En jij?' Ik vroeg me eigenlijk wel af of Alice met iemand zou gaan naar het feest. Voor zover ik wist had ze geen vriendje of iemand waarbij de enige vorm van liefde bedreef, maar je wist maar nooit.
Ergens vond ik het toch wel vervelend dat ik haar niet aan kon kijken en was ook wel erg benieuwd naar de spreuk die ze op me uitgeoefend had toen ik lach te slapen. Ik besloot dus maar om het haar maar gewoon te vragen;
'Zeg Alice, echt heel leuk hoor, die spreuk' begon ik op een beetje sceptisch. 'Maar welke heb je precies gebruikt?'
Alice keek me aan met een blik die me deed denken dat ze me niet begreep. Daardoor leek eenzelfde blik op mijn gezicht te ontstaan; van onbegrip om haar onbegrip. Hield ze me voor de gek of had ze serieus niet door waar ik het over had. Dat laatste kon ik haast niet geloven. Dat was het vast niet.
'Spreuk?' kwam er enigszins onzeker en voorzichtig uit haar mond. Was ze nu bang dat ik haar zou aanvallen om wat ze gedaan had? Ja, dat was misschien wel redelijk als ze werkelijk een spreuk op me uitgeoefend had, maar als nog denk ik dat ik haar niets zou doen.
'Ik heb geen spreuk op je uitgeoefend. Dat zou ik nooit doen!' Huh, hoe kan dat? Had iemand anders het gedaan? Ik kon gewoon aan haar zien dat ze niet loog. De blik in haar ogen en haar houding, alles bij elkaar zorgde voor een beeld van eerlijkheid. Ik kon overigens ook haast niet geloven dat ze zou liegen, al kende ik het meisje nog niet supergoed.
Langzaam begonnen in mijn hoofd een aantal draadjes naar elkaar getrokken om vervolgens knoopjes te maken en voor duidelijkheid te zorgen. Als ze geen spreuk op me uitgeoefend had en je ervan uitging dat niemand anders dat gedaan had - want wie zou dat dan gedaan moeten hebben - dan moest het wel aan mijzelf liggen. Natuurlijk had ik zelf geen spreuk op mezelf uitgeoefend, maar het was er wel mee te vergelijken.
Ik besefte dat ik Alice aan aan het staren was en trok mijn ogen van haar af. Voor een seconde stond ik besluiteloos naast haar bed, waarna ik resoluut de kamer uitliep en een zacht onduidelijke verontschuldiging murmelde.
Op de gang, uit het zicht van Alice, stopte ik en begon ik mijn uitvinding in mijn hoofd te herhalen en uit te pluizen. Terwijl ik door de gang heen liep, dacht ik na over hoe het had kunnen gebeuren en waarom. Ik kende haar nog helemaal niet zo goed, wat me dus nog meer liet afvragen wat dit gevoel nu precies wat. Zou ik niet veel te hard van slag gaan als ik haar leuk vond? Daar tegenover kwam ook nog dat zij mij zonder twijfel nooit zo zou kunnen zien. Nou ja, niet dat ik zeker vond dat ik haar leuk vond... Ik bedoel - aah.
De gedachten stroomden pauzeloos door mijn hoofd en lieten mijn zenuwen op hol slaan. Hoe kon ik haar na dit besef weer onder ogen komen?
Ik wist eigenlijk niet zo goed wat ik nu moest gaan doen. Ik stond een beetje random in het midden van de gang. Teruggaan naar Alice zou raar zijn en zeker ongemakkelijke momenten opleveren, maar om nu iets anders te gaan doen voelde ook verkeerd. Nou ja, dat zou me wel minder verwarring opleveren.
Ik besloot om toch maar weg te gaan. Ik kon hier immers toch nog maar weinig doen. Het ging goed met Alice en alhoewel ik me ergens nog best schuldig voelde, was dat in principe niet nodig. Echter wist ik nog steeds niet echt wat ik dan zou moeten gaan doen. Ik liep dus maar zonder echt een doel in de richting van the great hall. Misschien was daar wel iets leuks te beleven. Misschien had iemand wel bedacht ergens heen te gaan of iets georganiseerd. Wat zou Alice leuk vinden? Zou ze al weg mogen van school? Misschien moest ze wel de hele tijd in het ziekengedeelte blijven, wat ik niet hoopte, omdat ik mezelf er dan toe zou moeten zetten haar op te zoeken. Niet dat ik geen zin had om haar te zien, maar in het gevoel dat ze me echt heel raar vind had ik absoluut geen trek.
Dude stop, ze is niet je vriendinnetje ofzo. Ik moest echt aan andere dingen gaan denken, want dit begon gewoon raar te worden, creepy. Ik begon mijn gedachten te sturen naar taarten; chocoladetaarten, slagroomtaarten, aardbeientaarten, Alicetaa- ho stop, dit was echt niet goed meer. Ik wilde mijn frustratie bijna uitschreeuwen toen ik voetstappen achter me hoorde, niet het beste moment om als een debiel mijn frustratie te uiten. Stil liep ik door alsof er niets aan de hand was, totdat ik zag van wie de voetstappen geweest waren. Ik moet toegeven dat ik haar amper aan durfde te kijken door alles wat hiervoor gebeurd was in mijn gedachten en buiten mijn hoofd.
"Alice?"
Er zijn nog geen reacties.