II 001 II
Een jaar later...
Kort kijk ik via de achteruitkijkspiegel naar mijn zoontje, Noah. Zes maanden oud alweer en dat is te merken want hij slaapt steeds beter door. Daardoor heb ik mijn nachtrust ook terug gekregen. Samen hebben we ook ons ritme gevonden voor in de ochtend en in de avond.
Waar brengt Louis me nu weer naar toe. Even zucht ik want ik ken de buurt totaal niet. Toch moet ik hem wel volgen en pas na vijf minuten gaat er een hek open. Vervolgens parkeer ik mijn auto naast die van hem en kan ik zien dat hij al uitgestapt is.
Even vlug stap ik zelf uit. "Louis, wat is dit allemaal?"
"Je nieuwe huis," reageert hij schouderophalend en doet hij de deur open om de baby eruit te halen. "Hier ben je veilig, Noah."
Ik had het kunnen weten want Louis doet echt alles voor Noah. Ten minste alles om hem te beschermen en veilig te houden want Noah is van ons beiden. "En dat was hij eerst niet." Ik onderdruk de neiging om hem te vervloeken. Bij mij thuis waren we anders prima en veilig.
Mij negerend, doet Louis dan de voordeur open. "Je eigen huis was wat aan de kleine kant. De enige logeerkamer die je had, is Noah's kamer geworden. Als ik dan langs wil komen voor een weekend, zou ik of naast jou moeten kruipen of op de bank liggen," verklaart hij met een blik dat ik niet verder moet vragen. "Hier heb je ruimte genoeg. Even Noah op bed leggen en dan geef ik je een rondleiding..."
"Nee, dank je, ik geef mezelf wel een rondleiding," onderbreek ik hem.
Waar hij blijkbaar genoeg aan heeft en loopt hij naar boven.
Wel volg ik hem om gelijk te weten waar Noah's kamer is. "Haal je niks in je hoofd want ik vind het belangrijker om te weten waar zijn kamer is en de mijne."
"Links van Noah's kamer," antwoord Louis zonder naar mij te kijken. "Meer omdat je daar half in de hoek zit en een inloopkast hebt." Hij verschoont Noah's luier en trekt hij hem een pyjama pakje aan.
Met een beetje mazzel ben ik straks alleen met Noah. Ik doe de deur open en zie ik een frisse slaapkamer, die dus voor mijzelf is. Een stevige en comfortabele boxspring, nachttafeltjes, een ladekast en zelfs een open haard. Waar ook een televisie boven hangt. Hij kent me echt niet meer. Twee deuren trekken mijn aandacht. Een is, zoals Louis al zei, van een inloopkast. Waar zelfs mijn kleding al in hangt. Hoe heeft hij dat gedaan?
"Toen je in mijn huis was met Noah, heb ik jouw huis leeg gehaald en hierheen laten brengen," klinkt het opeens.
Ik draai me met een ruk om en staat Louis nonchalant in de deuropening, de armen over elkaar geslagen. "Je laat het overkomen alsof ik niks kan. Dat ik Noah heb, ben ik nog altijd even zelfstandig als anders," kaats ik terug. "En betekend dit dat jij al..."
Louis knikt. "Ja, je oude huis is al leeg gemaakt en schoon opgeleverd. Het staat nu te koop." Hij snuift even. "En Noah is niet alleen..."
"Louis, niet doen. We zijn niet samen dus er is geen sprake van 'wij'," geef ik aan en schud ik mijn hoofd kort. "Laten we niet vergeten dat jij nog je muzikale carrière hebt en je gaat straks weer weg voor het laatste deel van je tour." Het is nog maar de vraag of ik hem weer zie als het afgelopen is.
Zijn ogen gaan duidelijk over me heen. "Wij zijn zeker niet samen."
De blik in zijn ogen kan ik moeilijk plaatsen. Vind hij me niet aantrekkelijk of ben ik gewoon niemand meer in zijn ogen behalve de moeder van Noah. "Ik heb de foto's gezien, Louis, hoe heet ze." Het doet wel flink pijn om die woorden te horen. Een pijn die in mijn hart te voelen is.
"Femke," antwoordt hij kort. "Kunnen we nu wel een regeling treffen want Noah is intussen al zes maanden oud."
En dat vraagt hij me nu, terwijl ik moe begin te worden. Anders doe ik soms nog mijn ogen dicht als Noah slaapt. "Een regeling kan wel. Waar sta je zelf voor open," wil ik weten.
"De weekenden, de halve vakantie," komt het antwoord direct. Bijna alsof hij daar over nagedacht heeft. "We moeten nog de feestdagen erbij pakken en verdelen."
Nu kijk ik hem met grote ogen aan. "Een andere keer. Niet nu in ieder geval," zeg ik en kan ik een geeuw niet tegenhouden.
Waardoor Louis me met een zucht aankijkt. "Je zou je nachtrust terug moeten..."
"Heb ik ook," onderbreek ik hem. "Ben je soms vergeten wat de kraamverzorgster zei. Het is verstandiger dat ik zelf ook nog even ga liggen als Noah slaapt."
Even trekt hij zijn wenkbrauwen omhoog. "Nou, vooruit." Hij pakt de deurknop vast. "Ik weet dat je je baan kwijt bent geraakt en ben momenteel bereid om nog anderhalf jaar gewoon alles te betalen. Maar als Noah naar de crèche gaat, wil ik dat jij weer een baan hebt."
Dan is de deur dicht en ben ik alleen. Alleen met mijn gedachten. In mijn inloopkast trek ik een comfortabele huispak aan en ga ik op bed liggen. Waarom moet dit mij overkomen? En hoe komt het dat Louis zoveel verandert lijkt te zijn? Hij is niet dezelfde man van vroeger, dat is duidelijk. Alleen nu lijkt hij me te behandelen alsof ik niks ben in zijn ogen. Dat doet pas echt zeer want we hebben wel een zoon samen. Ik draai me op mijn zij en krul me op met een kussen onder mijn hoofd. Samen met een kleed over me heen. Voor ik het weet, rolt de eerste traan over mijn wang. Als de fans dit zouden weten van hem. Langzaamaan huil ik mezelf in slaap.
***
Vanzelf word ik wakker als ik Noah hoor huilen. Even moet ik me oriënteren maar dan loop ik mijn kamer uit en Noah's kamer in. De huilbui is herkenbaar en weet ik dat hij honger heeft. Toch vraag ik me af of ik wel alleen ben met Noah en til ik de baby uit de wieg. Om dan in de stoel te gaan zitten, en doe ik mijn shirt omhoog. Het is dat ik nu geen fles klaar wil maken, lieverd.
"Hmm, je bent sneller dan ik dacht," klinkt Louis' stem opeens.
Waar ik van schrik en wil ik me het liefst omdraaien. "De kamer uit," zeg ik zonder op te kijken. Net als dat ik naar het plaid graai en gelijk over mijn schouder en Noah gooi.
"Hoezo dat nou weer? Ik heb het eerder gezien en ik heb je ook in bed gezien, Julie. Niet moeilijk gaan doen," reageert Louis terug.
Ik hou het plaid goed vast zodat hij het niet weg kan trekken. Dit wil ik zo niet meer. Hij heeft er geen recht op om me zo te zien. "Louis, alsjeblieft, niet doen." Mijn stem klinkt zachter en zelfs wat gebroken.
Dan knielt hij opeens voor me neer. "Wat is er, Julie?" Zijn blauwgroene ogen kijken me wat bezorgd aan.
Maar het is de vraag om wie hij bezorgd is. Ja, hoor mij nou. Bij hem gaat alles om zijn zoon. Ik ben niemand meer. "Nu ben je opeens bezorgd. Ga de kamer uit." Ik probeer de brok in mijn keel weg te krijgen maar het lukt niet. Voorzichtig kijk ik onder het plaid.
"Waarom doe je dit, Julie? Noah is van ons beide en als er iets is, met jou of met hem dan wil ik dat weten." Zijn stem klinkt een stuk aangenamer als daarnet. "Waarom heb je gehuild?"
Ik had mijn gezicht schoon moeten maken. Inwendig geef ik mezelf daar de schuld van. Anders had hij het niet geweten. "Een nachtmerrie," mompel ik en kijk ik omlaag naar Noah. Gelukkig zit hij vol want hij is duidelijk weer in slaap gevallen. Met een hand weet ik mijn voedings-bh weer goed te doen en ook mijn shirt.
Louis heeft het door want hij haalt het plaid weg. "Wat voor nachtmerrie?"
Welke wil je horen? Een nachtmerrie gaat over dat je mijn zoon bij me weg haalt. De ander is dat ik vervangen word door zijn nieuwe vriendin. "Gewoon een nachtmerrie," reageer ik en leg ik Noah terug in de wieg. "Laat het gaan, Louis." Kort aai ik de baby over zijn wang en loop ik de kamer uit.
Hij komt gelijk achter me aan. "Waarom? Als er iets met jou is, kan Noah dat aanvoelen. Wat is er?"
"Niks," zucht ik en ga ik naar de badkamer om mijn gezicht schoon te maken. "Trouwens, dat Noah doorslaapt, zegt dat niks over mijn eigen nachtrust. Welke nog regelmatig verstoord wordt door nachtmerries." In de spiegel kan ik zien dat hij in de deuropening staat. "Het gaat vanzelf wel een keer over." Meer wil ik er niet over zeggen. "Moet je niet naar Femke toe?"
Hij recht zijn rug gelijk. "Goed, ik laat je een week met rust en ik kom in het weekend weer. Dan kun je het huis leren kennen en alles," knikt hij. "Wel moet je nog op dit adres ingeschreven worden en dan komt je post ook hierheen. Ik denk dat je over drie of vier dagen een brief kan verwachten van mijn advocaat. We moeten nu toch wel om de tafel voor die regeling."
Ik kan hem alleen nakijken en hoor ik na een paar seconden de voordeur. Als een teken dat hij weg is. Je vader maakt het me niet makkelijk, Noah. Echt niet. Hij is zo veranderlijk als het weer. Met een zucht ga ik naar beneden om mezelf verder rond te leiden. Wat ik ook van plan was om te doen.
Reageer (2)
Lou lou louis wat ben je toch aan het doen, je gaat iemand toch niet zo behandelen door je stwmmingswisselingen schaam je.
8 jaar geledenEn jij renate ik ben trots op je en heel erg blij met je verhaaltjes
Wow poor julie wat is er met lou lou? En yay ik ben vernoemd maar elke keer had ik het gevoel dat ik louis in de slechte zin had veranderd klopt dat? X
8 jaar geleden