Punt 20
Ik was met de tram op weg naar de wereld en ik voelde me ook als een soort wereldreiziger. Ik genoot met volle teugen van het schokken en het piepende, soms zelfs krassende geluid van de tram. Ik genoot van de smalle straatjes waar we doorheen zigzagden en de mensen die op en af stapten maar ik bleef zitten. Ik bleef zitten op de harde plastic stoel die vol hing met graffiti en wie weet welke andere viezigheid, maar dat kon me op dit moment niets schelen want ik was te verwonderd over het feit dat een tram eigenlijk echt nog wel gezellig was.
Op het einde van de tramlijn zaten alleen ik en een oud vrouwtje nog in de tram waarbij we beide uitstapten. Ze glimlachte even op een schattige manier zoals alleen oude mensen dat kunnen en de rimpels rond haar ogen krolden nog harder op terwijl ze haar ogen tot spleetjes kneep. Ze deed me meteen denken aan mijn eigen oma die ook iedereen begroette met dezelfde warme glimlach als altijd.
Ik stapte uit en zette mijn 'reis' verder met de bus. Ik had bussen altijd vreselijk gevonden om vroeger op uitstap te gaan. Er was altijd wel iemand die misselijk werd of naar het toilet moest. Bovendien rook alles er muf en wilde iedereen maar één ding en dat was: zo snel mogelijk uit de bus geraken. Maar nu zag ik ook de charmes in van een bus. Lekker knus op elkaar, niemand die fake is. Iedereen gewoon natuurlijk in zijn oerinstinct want dat was wat er gebeurde als wij als mensen te lang op een bus samengehoopt hadden gezeten. Dan werden we wie we echt waren. Dan kon je zien wie er geduldig was en wie niet, wie er snel chagrijnig werd en wie niet. Zo kon ik me inbeelden dat Fauve nooit verveeld zou zijn op een bus. Ze zou niet chagrijnig worden en beginnen zagen, ze zou het zien als een nieuwe ervaring. En dat probeerde ik nu ook.
Ik genoot van de huizen die langzaam steeds minder talrijk werden en plaats maakten voor bomen en heuvels. Mijn ogen waren heel de tijd naar buiten gericht alsof ik een klein kind was dat voor de eerste keer de stad verliet. Deze weg had ik vaak afgereden met een bus. Regelmatig werden hier uitstapjes van school gehouden en ook met mijn ouders was ik al vaak langs deze weg gereden. Maar nooit had ik beseft hoe het er echt uitzag.
Het uur -want zo lang duurde de busreis- leek niet meer zo eindeloos als vroeger. Het leek zelfs voorbij te vliegen. En de glimlach op mijn gezicht was enorm toen ik mijn weg naar buiten waande. Ik leek zelfs in een soort roes te zijn waardoor ik bijna struikelde toen ik van het kleine trapje uit de bus wilde stappen.
Maar daar was ik dan.
De zon scheen op mijn gezicht en ik voelde me heerlijk. Ik wandelde verder om naar het 'uitkijkpunt' te gaan. Het was een rots die over een vallei uitstak. Als je daar ging staan zou je het prachtigste uitzicht hebben. Het zou iets magisch zijn en vele mensen beschreven het als de plaats waar je de wereld kan zien. Ik waagde me echter nooit verder dan 2 meter van de kant. Hoogtes en ik gingen niet zo goed samen of eerder helemaal niet.
Mijn voeten sloften over het zandpaadje en af en toe schopte ik eens tegen een losliggend steentje. Toen de rots in zicht kwam, verscheen er een enorme glimlach op mijn gezicht. Fauve.
Fauve was hier ook en ik had het geweten. Ik had haar gevonden door me gewoon door mijn gedachten te laten leiden en het was me gelukt. Het was me verdomme gewoon gelukt. Ik had haar gevonden. Haar bruine haren dansten in de wind en het zag er machtig uit. Fauve en de wereld aan haar voeten want zo was het. En ik, ik stond 2 meter van de rots verwijderd, zoals altijd. Fauve stond op de rots en draaide zich om. Ze glimlachte en ik zag haar witte tanden. Ik zag hoe haar ogen oplichtten en hoe ze voldaan naar me glimlachte. 'Kom', zei ze en ze draaide zich weer om terwijl ze haar voeten nog wat verder naar het uiteinde van de rots verplaatste. 'Pas op', zei ik snel en geschrokken terwijl ik mijn ogen dichtkneep en daarna snel weer open deed. Ik kreeg al schrik door alleen naar haar te kijken. Mijn hart sloeg volgens mij wel 20 keer sneller dan daarvoor. Weer draaide ze zich om en glimlachte. Ze was zo prachtig.
'Kom dan', zei ze weer met haar honingzoete stem. 'Het is hier prachtig' en ze stak haar hand naar me uit.
Ik zette een aantal stappen dichterbij maar stopte toen ik bij het begin van de rots was gekomen. Ik voelde me vastgenageld aan de grond, schrik om te vallen, schrik dat Fauve zou vallen. Maar tegelijk voelde ik me vrij omdat ik verder was gekomen dan ooit tevoren. Ze stak haar hand nog wat meer naar me uit en glimlachte nog eens.
'Ik...', begon ik en Fauve zei meteen 'Je hebt hoogtevrees'. Ik knikte. Ze zette een stapje terug en nam mijn hand vast terwijl ze terug verder op de rots stapte en ik was nog overweldigd van het contact tussen onze vingers, van haar huid op mijn huid, van de tintelingen die voelden als magie dat ik niet eens merkte dat mijn voeten zich ondertussen op de rots bevonden. Mijn adem stokte in mijn keel al wist ik niet of dat was doordat er zich naast me een enorme afgrond bevond of doordat Fauve mijn hand vast had. Ze had gewoon mijn hand vast. 'Fauve ik denk niet dat dit' begon ik terwijl ze me nog verder de rots op leidde 'een goed idee is', wilde ik mijn zin nog afmaken maar daar stond ik dan. Het was duizelingwekkend. Maar wel duizelingwekkend prachtig.
Fauve en ik. En onder ons de wereld. Er liepen tintelingen door mijn lichaam op plaatsen die ik niet eens wist dat ik ze had. 'Dit Harry', 'Dit is hoe avontuur voelt', zei ze op een bijna fluisterende manier terwijl haar vingers zich nog steeds rond mijn hand bevonden.
Dus een langer hoofdstukje omdat het me spijt dat ik zo lang niet meer geschreven heb (:
En what do you think?
Reageer (7)
Je schrijft het zo mooi beeldend! Het is net alsof jij als lezer ook op die rots staat.
8 jaar geledenIk voel me vereerd dit verhaal te mogen lezen, echt waar
Echt een heel mooi verhaal!
8 jaar geledenSo cute x
8 jaar geledenJaaaa ze hebben elkaar eindelijk gevonden!
8 jaar geledenSuper mooi stukje!
8 jaar geledenEn laat me raden, ook zo'n groot fan van the fault in out stars? Hihi x