intussen is het drie maand geleden dat de vechtpartij is gebeurd. Iedereen die de situatie kende heeft me gedwongen om alles te vertellen zodat Jack zijn verdiende straf krijgt. Ik heb gezwegen, ik heb gezegd dat ik gevallen ben van de trappen. Ik zie ook wel aan de dokters hun ogen dat ze me niet geloven, maar ze zeggen er niks over.
Louis komt dagelijks langs. We zijn nog steeds close en hij geeft me een veilig gevoel, net zoals de andere jongens. Ik heb echter het gevoel dat hij me iets niet verteld. Ik heb heel wat pogingen ondernomen om het te weten te komen, maar niets helpt. Ik laat het dan maar zo. Vroeg of laat zegt hij het toch.

"Hey Jas, hoe gaat het?" Lou is er weer voor zijn dagelijkse bezoekje. Als hij niet kan komen belt hij, dan praten we voor minstens een uur. Dylan vraagt zich af hoe we het doen. Elke keer opnieuw praten we alsof het heel erg lang geleden dat we elkaar nog eens gezien hebben terwijl het amper 24 uur eerder was. Maar ik merk ook wel dat het hem gerust stelt. Hij weet dat ik in goede handen ben en als er iets is dat ik het sowieso vertel aan Louis. "Heb je zin om samen te gaan lopen?" vraag ik hem zonder antwoord te geven op zijn dagdagelijkse vraag. "ok. Dan moet ik wel even langs thuis passeren want hier kan ik niet in lopen." antwoordt hij, maar daar steek ik een stokje voor. "Leen iets van Dylan." Ik trek hem mee naar zijn kamer en open meteen zijn kast. "Hier, dat zal je wel passen." Ik leg de kleren op zijn bed en loop de kamer uit. "Hé, wacht op mij!"

"Joepie, gewonnen!" roep ik lachend en buiten adem als we terug aankomen van het joggen. "Je hebt vals gespeeld!" lacht Louis. "Bewijs dat maar eens!" Lachend por ik hem een paar keer in zijn zij. "Ik hoor het al, ik kan niets bewijzen dus ik heb geen keuze, jij hebt gewonnen." Lachend spring ik in het rond. "Je hebt er geen idee van hoeveel deugd het doet om je terug te zien lachen." Ik stop met springen en kijk hem glimlachend aan. "Dat heb ik voor een groot deel aan jou te danken." antwoord ik en knuffel hem. "Mijn broer en zijn vrienden hebben me ook erg geholpen, maar jij hebt nog net dat tikkeltje meer gedaan... het zit hem in kleine dingen, maar het maakt wel een verschil." leg ik onnodig uit, zonder hem los te laten maar ik kijk recht in zijn ogen. Hij wrijft eens over mijn rug en blijft me aankijken. "Dat was wel het minste dat ik kon doen." We blijven elkaar maar aankijken en op één of andere manier voel ik een aantrekkingskracht die ik nooit eerder voelde. En dan besef ik wat ik voel... ik vind hem leuk... maar dan bedoel ik leuk leuk. Snel draai ik me weg zodat het gevoel kan verdwijnen. Ik mag niet verliefd worden op hem, hij is een vriend en daar stopt het. Ik wil mijn beste vriend niet verliezen. Bovendien word ik belogen, bedrogen en geslagen door de jongens waarmee ik een mooie toekomst tegemoet ga, en dat wil ik niet met Louis.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen