Hoofdstuk 3: de eerste patrouille
Rommel was verbaasd. "Je-je vraagt of ik bij de vu-vuurgroep kom?!" "Ja. We hebben meer krijgers nodig en je bent goed genoeg." Rommel dacht na, en zei toen: "Ik kan het proberen." Rommel volgde Sneeuwster naar het kamp. "Het kamp van de vuurgroep ligt in de vuurvallei. Het kamp ligt bij dat groepje bomen. Als je tussen die struiken door gaat kom je in het kamp uit. Je moet de katten nu kunnen ruiken." Rommel snuffelde in de lucht. "Ik ruik iets." zei hij. "maar ik weet niet wat." "Ach." antwoordde Sneeuwster. "Er komt een dag dat je alle kattengeuren kan herkennen." Rommel keek weer naar de bosjes. Hij rook nu een veel sterkere geur. Dit moest de hoofdingang van het kamp zijn. Sneeuwster stapte naar binnen, en Rommel volgde. "Vuurgroep! Vanaf vandaag hebben we een nieuw groepslid." Ze liet Rommel aan de groep zien. De katten schrokken en mompelden naar elkaar. "Heb je zijn halsband gezien?" "Hij ruikt naar vieze stank!" "Hij woont bij de mensen!" "Hij is een huisdier!" Boven al de katten schreeuwde één zandkleurige kater met strepen uit: "Moet je zien! Dat huisdier denkt dat hij een krijger kan worden. Hij kan dat nooit, want zijn halsband zal de mensen hierheen brengen! Hij vormt een bedreiging voor de hele groep!" Sneeuwster stond op en zei hard: "Zandstreep! Deze jonge kater is een goede vechter. En bovendien hebben we meer krijgers nodig. Jij zou dat moeten weten!" Zandstreep mompelde nog iets en liep daarna terug naar achteren. Sneeuwster ging weer zitten. Ze wou net aan een nieuwe zin beginnen. "Deze jonge k..." "Sneeuwster! De watergroep is binnengevallen!" Een grote, gestreepte kater met dikke vacht kwam naar het kamp rennen. "Ze zijn de rivier overgestoken en hebben de middernachtpatrouille verrast!" Sneeuwster stond weer op en sprong naar de kater toe. "Tijgerstreep, hoe hebben ze jullie kunnen grijpen? Waar zijn Zwartsnuit, Streepvacht en Panterpoot?" Tijgerstreep zuchtte diep. "Streepvacht is gegrepen door drie watergroep-katten. Hij was kansloos..." Sneeuwster keek geschokt. "Bedoel je?" "Het spijt me, Sneeuwster." Sneeuwster sloot haar ogen en verdrietig keek ze omlaag. "En de andere twee?" Vroeg ze voorzichtig. "Zwartsnuit en Panterpoot zijn nog buiten. Panterpoot ligt verscholen bij Vlamstaart, de vos. En Zwartsnuit leidt de riviergroep-katten weg van hem en het kamp." Sneeuwster liep onrustig rondjes en fluisterde terwijl ze naar de sterren keek. "Wat doet ze?" vraagt Rommel aan Nachtpoot. Ze zucht alsof iedereen dit moest weten. "Ze vraagt Hemelgroep haar te helpen." "Hemelgroep? Sneeuwster vertelde dat er maar vier groepen in het bos leven. Vuurgroep, Watergroep, Bosgroe..." "Jaja ik ken alle groepen wel!" snauwde Nachtpoot boos. "De Hemelgroep is de groep van overleden katten. Alleen leiders en katten met speciale krachten kunnen met hun spreken. Zo ook Sneeuwster." Sneeuwster stopte met vragen en keerde zich naar de vuurgroep om de antwoorden van de Hemelgroep te delen. "Ik vertrek richting de IJzige Rivier. Onderweg komen we vast en zeker de Watergroep-katten tegen. Ik heb de sterkste katten nodig." Sneeuwster wees Tijgerstreep, Zandstreep, Zilverpels en Vlekstaart aan als krijgers. "Ik stuur ook leerlingen mee om hun krijgstechnieken te testen. Klauwpoot, Kleinpoot, Nachtpoot en... Rommel."
Er zijn nog geen reacties.