Hoofdstuk 2: de Vuurgroep
Rommel liep voorzichtig het donkere bos in. Hij zette zijn poten voorzichtig neer tussen de takken. Dorre bladeren knerpten onder zijn zolen. Lange schaduwen van de bomen bewogen op de grond. Het geroep van een uil was het enige geluid dat Rommel kon horen. Of toch niet... Er klonk geritsel achter hem. Hij spitste zijn oren, maar het geluid verdween. Rommel snoof wat lucht op. Hij rook iets maar hij kon de geur niet herkennen. Opeens klonk er een schreeuw achter hem en een zwarte schim dook bovenop Rommel. Rommel draaide zich abrupt om. Hij snauwde tegen het beest: "Ga van me af!" Maar het zwarte dier liet niet los. Integendeel! Het drukte zijn klauwen nog sterker tegen Rommel aan. Rommel voelde een steek in zijn poot. Dat was te sterk! Rommel liet zich vallen tegen de modderige grond. Rommel keek verbaasd. Het zwarte beest was een jonge, zwarte poes! De zwarte poes keek Rommel met haar grote, groene ogen aan. Rommel was nog steeds te verbaasd om iets te zeggen. De poes was gekalmeerd en haar felgroene ogen keken Rommel indringend aan. "Wie ben jij!" snauwde ze boos naar hem. Rommel keek haar aan. Een paar seconden bleef het stil. "Nou? Zeg op!" De poes raakte geïrriteerd door Rommel. Rommel schudde zijn kop en antwoordde snel: "Eh, ik ben Rommel." "Waar kom je vandaan!" De zwarte poes liet zich niet afleiden. "Wacht eens." Ze snuffelde aan Rommel en schrok. "Je halsband! Je geur! Je bent een... een huisdier!" Rommel keek in de felgroene ogen. Hij vond de poes wel leuk! De poes snuffelde aan hem en zei toen: "Ik zal je geen kwaad doen. Een huisdier vormt geen bedreiging voor ons." Rommel was beledigt. "Geen bedreiging?! Denk je dat ik niets kan alleen omdat ik bij mensen woon?!" "Ja." zei de poes kalm. "Ik denk inderdaad dat jij niets kan doen" "Nachtpoot!" Een blauwgrijze poes kwam uit de bosjes lopen. "Je hoort niet zo dicht bij de huisdierplaats te zijn!" "Sneeuwster!" De zwarte poes Nachtpoot kromp ineen bij de boze woorden van de lichte kat, die Sneeuwster bleek te heten. "En jij" Sneeuwster keek nu naar Rommel. "Wat doet een huisdier als jij in het kattenwoud?" Rommel deed Nachtpoot na en kromp ineen voordat hij zei: "Ik ben Rommel, ik kom van de andere kant van het hek." "Dat zie ik ook wel" zei Sneeuwster. "Maar waarom ben je hier?" "Ik vorm geen bedreiging! Ik wou alleen weten wat hier was. Ik ga terug als jullie dat willen!" De lichte poes sprong naar Rommel en Nachtpoot toe. "Nachtpoot! Jij gaat nú naar het kamp en blijft daar de rest van de nacht!" Nachtpoot rende snel weg. "En met jou wil ik even spreken" Sneeuwster liep naar een rots die verderop lag. Rommel liep achter haar aan. Sneeuwster zei: "Ik heb je zien vechten. Je doet het goed, maar Nachtpoot weet meer dan jou. Als je had geweten dat ze je poot zou grijpen, had jij haar op de grond gehad in plaats van zij jou." "Echt waar?!" Rommel keek verbaasd. Sneeuwster vroeg toen: "Ik heb nagedacht. En ik wil vragen of je bij de Vuurgroep wil komen." "De vuurgroep?" Rommel begreep er niets van. "In het woud leven vier kattengroepen. De vuurgroep, watergroep, bosgroep en de stormgroep. Elke groep heeft krijgers en een leider. Wij jagen niet voor de lol, maar om te overleven."
Er zijn nog geen reacties.