Hoofdstuk 1: het bos in
Rommel liep over de straat. Hij was op weg naar huis. "Rommel!" Rommel keek om. "Rommel! Daar ben je" Karel, een goede vriend van Rommel, kwam aanrennen. "Waarom ben je niet bij het feest?" vroeg Karel. " Het feest.. Ik... Eh..." "Je gaat naar huis hé?" zegt Karel. "Ja..." "Ik vind het niet erg vriend." "Echt niet?" vraagt Rommel verbaasd. "Nee, ik weet dat jij van die mensen houdt." "Bedankt Karel" zegt Rommel, "en nog veel plezier op het feest." "Tot ziens Rommel!" Rommel liep naar zijn huis. Hij was blij om thuis te zijn. Hij ging liggen voor de deur en miauwde hard. Zo zouden zijn baasjes hem wel horen en binnenlaten. Het duurde niet lang voordat de deur open ging. Rommel glipte naar binnen en ging op de bankleuning liggen. Hij vind het heerlijk om de hele tijd gekriebeld en geaaid te worden door zijn baasjes. Toen het later werd, ging iedereen naar bed. Rommel ging in zijn mandje liggen. Hij viel in slaap. Opeens rook Rommel iets. Snif snif. Rook! Rommel schrok op en keek recht in de ogen van een kat. Zijn vacht was vurig en in zijn ogen leken wel vlammen te branden. Op het voorhoofd van de vuurkat zat een rood kristal. "Goedenacht Rommel" zei de kat. "of misschien moet ik zeggen, krijger vuurvlek." "Vuurvlek?" Stamelde Rommel. "Wie is vuurvlek?" De vuurkat keek omhoog. Rommel zag in plaats van het plafond de sterrenhemel. "Wa-wa-wat gebeurt er!?" De vuurkat zei: "Daar kom je wel achter" En toen verdween de vuurkat uit Rommel's gezicht. Hij keek omhoog en zag de vuurkat in de sterren. Rommel keek op. Het was een droom! Zou de vuurkat toch iets bedoelen? Hij keek uit het raam en besloot op zoek te gaan naar de bedoelingen van de vuurkat. Rommel kroop door het luikje en liep naar de speeltuin. Daar werd het nachtfeest gehouden. Rommel kwam aan bij de speeltuin en hij zag een heleboel katten miauwen, rennen en praten. Rommel keek rond, maar hij zag Karel niet. "Hé Rommel!" Maia, een vriendin van Rommel, liep naar hem toe. "Ik dacht dat jij naar huis ging. Waarom ben je dan hier?" Rommel zei: "Ik ben op zoek naar Karel, heb jij hem gezien?" "Nee" zei Maia, "Karel is hier niet" Hmmm, dacht Rommel, waar zou Karel dan zijn? Rommel besloot gewoon de sterren te volgen. Misschien leidt de Vuurkat hem wel! Rommel volgde de sterren door heel de stad. Tot hij aankwam bij de rand van een donker bos. Rommel keek er met open mond naar. " Wauw! Ik wist niet dat hier een bos was!" Rommel keek naar de sterren, maar de vuurkat was nergens meer te zien. Rommel moest kiezen. Terug naar huis, naar zijn lieve baasjes, of het donkere bos ontdekken? Hij nam een besluit en sprong van het hek af, naar het donkere bos.
Er zijn nog geen reacties.