We zitten met z'n allen in de bus. Ik zit naast Kyky, waarmee ik een gesprek probeer te voeren. Maar ze zit zo diep in gedachten verzonken dat ik op geen enkele mogelijkheid contact met haar kan krijgen. En ik denk dat ik weet door wat dat komt. Of beter gezegd: door wie.
'Zeg, Kyky.' Ik grijns breed. 'Weet je eigenlijk al hoe die jongen heet naar wie je zwaaide?' Ze schrikt op uit haar gedachten en staart me betrapt aan. Ik grinnik. Ze dacht vast dat ik te naïef ben om dit soort dingen te zien. Dat klopt misschien ook wel als het om mezelf gaat- Maar bij Kyky valt het me zekers te weten op!
'Sst,' zegt Kyky, als ze zich naar me toe buigt. 'Ik heb geen idee hoe hij heet. Hij zwaaide naar me en ik zwaaide terug.' Met een donker rode blos op haar wangen kijkt ze weer naar de jongen.
'Aha,' lach ik. Wetende dat er nu al meer gaande is dan dat, besluit ik om door te vragen. 'Waarom zwaaide hij dan wel naar jou en niet naar mij?'
Kyky's wangen kleuren nog donkerder. 'Ik staarde naar hem,' mompelt ze. 'En toen hij dat merkte, zwaaide hij naar me.'
'Oehh!' schreeuw ik - plagerig hard - door de bus. 'Dus Kyky heeft al een aanbidder?'
Kyky geeft me een pets op mijn rug en legt haar vingers op haar lippen. 'Niet zo hard, mafkees,' zegt ze geërgerd. 'Het is niets. Hij zag er gewoon cool uit.' Ze zet een van haar handen aan haar kin. 'Met zijn cape... En bril.'
Ik begin hard te lachen. 'Dagdroom maar lekker.'
'Het is goed met je, Mem,' verzucht Kyky. 'Stop met vragen, want er is helemaal niets aan de hand.'
'Jaja, het zal wel.' Op dat moment stopt de bus voor een voetbalveld. Alle jongens rennen als gekken de bus uit en gaan enthousiast voetballen.
Kyky en ik lopen ze verbaasd achterna. Het valt me meteen op dat Kyky direct weer naar de jongen staart, over wie we het eerder hadden. Haar wangen zijn spontaan weer rood gekleurd. Die is sowieso verliefd!
Dan schudt ze snel een paar keer haar hoofd en klapt ze in haar handen. 'Laten we een voorstel rondje doen,' stelt Kyky voor. 'We kennen jullie namen nog niet eens.'
'Goed idee!' roept een overenthousiaste jongen met een oranje hoofdband. 'Ik heet Mark Evans en ik ben de aanvoerder van de Raimon Eleven.'
'Ik ben Mem,' zeg ik wijzend naar mezelf. 'En dit is - mijn veel minder leuke - tweelingzus: Kyky.'
Na een rondje met ontzettend veel voor-hoofdpijn-zorgende-informatie, lopen Kyky en ik achter de jongens aan het veld op om onze eerste training te beginnen. Als we op het veld staan, begint Kevin - die met trouwens een enorme egoïst lijkt - meteen over het veld te krijsen.
'Hey Nathan! Schiet die bal hierheen! Ik scoor wel!' De bal wordt met een verschrikkelijk mislukte pass, en dat is nog zacht uitgedrukt, naar Kevin gespeeld. De bal gaat uit.
Ik zet zuchtend mijn hand aan mijn hoofd. 'Als dit stukje ellende de wereld moet gaan redden, word ik nu al hopeloos.'

Reageer (1)


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen