Uitwisselingsprogramma. >7<

‘iedereen ga staan we gaan met stokken oefenen’ zegt Kaito. Je slikt en begint te trillen. Een van de jongens die naast je staat merkt het en pakt je bij je schouders. ‘kim. Gaat het wel?’ vraagt hij. Je doet je handen voor je mond en je voelt dat je in paniek raakt. Kaito ziet het en zegt ‘iedereen neem een partner en doe maar een paar bewegingen die ik jullie eerder heb geleerd’ de jongens knikken en jij wilt net naar Daan toe lopen als je een stok voor je ziet. ‘jij gaat met mij mee’ zegt Kaito. Je kijkt naar de grond en volg hem. ‘je moet met een stok kunnen vechten’ zegt hij. Je kijkt hem niet aan. Je ziet een grote steen en gaat er op zitten. Je ziet ook een paar platte liggen en pakt ze op. Je voelt de wonden op je rug en geeft een zachte zucht uit. Je gooit de stenen een voor een over het water en Kaito gaat naast je op de steen zitten. ‘waarom mag ik niets doen?’ vraagt hij dan. Je stopt met stenen in het water gooien en kijkt naar de helder blauwe hemel. ‘simpel. Omdat ik het zelf moet kunnen. Ik moet laten zien dat meisje niet zwak zijn’ Kaito knikt en zegt ‘je weet het nog niet maar er is aan het einde van het verblijf hier een soort examen. Jullie moeten het tegen een andere Nederlandse groep opnemen die in onze vijandig kamp zitten’ je kijkt van de hemel naar Kaito en zegt ‘het klinkt als of je me iets wil duidelijk maken’ Kaito glimlacht even en zegt ‘ja, ik heb een idee zodat jij iedereen makkelijk kan verslaan’ je kijkt hem nu verbaast aan en zegt verbaast ‘wil je dat doen?’ hij lacht en zegt ‘jij ben tot nu toe de beste. Jij wilt en moet gewoon winnen. Dat houdt jou op de been. Ik help er graag mee’ je lacht verwart en hij zegt ‘we gaan zo met z’n alle naar de ninja shop. Jullie mogen allemaal een wapen kiezen dat bij je past. Maar ik moet wel zeggen dat de man die de eigenaar is niet van vrouwelijke ninja ’s houd.’ Je knikt en zegt ‘ik overtuig hem wel’ Kaito lacht en staat op. ‘zullen we dan maar?’ vraagt hij. Je lacht en staat ook op. ‘ga je maar omkleden’ zegt hij. Je buigt en loopt naar je slaapzaal. ‘heei meiden’ zeg je vrolijk als je de meiden ziet zitten. ‘wat zien jullie er moe uit zeg’ zeg je. Emma zucht en zegt ‘ja, het is nogal vermoeiend maar wat ga jij doen’ je lacht en zegt ‘ik ga shoppen met de jongens’ je kleed je snel om en dan wordt het helemaal stil. ‘wat is er?’ vraag je aan de meiden. ‘niets hoor’ zegt vik snel. Je glimlacht naar ze en loopt weg. ‘wat is er met haar rug gebeurd?’ vraagt Emma verbaasd.