O68 - Revenge
De dagen hierna gingen snel voorbij. Ik had nog regelmatig een gesprek gehad met Severus, en ik moest toegeven, het luchtte op. Hij luisterde naar me, en begreep me. Niet zoals ik dat met Draco kon. Draco had ik niet meer gezien, hij was de laatste dagen zo druk, dat hij geen tijd voor mij had. Niet dat het veel uit maakte, ikzelf was ook druk. Mijn vader, Lord Voldemort, was nog een keer langs geweest. En we hadden een zeer luchtig gesprek had. Hij was niet vergeten wat er recentelijk was gebeurd. En ik ook niet. Aangezien ik nog aan het herstellen was van mijn verwondingen. Lord Voldemort had mij echter compleet uitgelegd hoe je een Horcrux moest maken. In alle details. En hij had zijn verhaal meerdere keren herhaald. En iedere keer kroop er weer kippenvel over mijn huid. Ik wilde dit niet, wist ik. Maar Severus had gelijk, ik had geen keus. Luid geklop op mijn deur, haalde mij uit mijn gedachten. 'Kom binnen,' zei ik luid. Ik stond op toen ik zag wie mijn kamer binnen kwam. 'Draco,' zei ik, en een glimlach ontstond op mijn gezicht. Draco daarentegen keek bezorgd. Desondanks omhelsde de jongen mij. 'Sarah, ik heb je gemist,' zei hij snel. 'En ik jou.'
Na een kort gesprek, bracht Draco zijn werkelijke komst in het gesprek. 'The Dark Lord,' zei Draco, 'roept zich bij je, hij heeft je martelaar gevonden.' Mijn adem stokte. Ik wist niet zeker of ik de man wel wilde zien. Draco merkte mijn zorgen op, en hij pakte mijn handen vast. 'Het komt goed,' zei Draco, 'je bent sterk.' Ik knikte met mijn hoofd, hij had gelijk. Nadat Draco en ik afscheid hadden genomen, ging ik op zoek naar mijn vader. Al snel had ik hem in zijn kamer gevonden. 'Vader,' zei ik voordat ik boog. Voldemort keek mij met vonkelende ogen aan. 'Kom, Sarah,' zei hij. Gezamenlijk liepen we de deur uit. We liepen de ijzige trappen af, naar de kerker. De kerker waar ik ook ooit zolang had gezeten. Kippenvel ontstond op mijn armen, dat was een vreselijke tijd.
Mijn schoenen tikten op de harde stenen, en dit was door de gehele kerker te horen. 'Nee, alstublieft,' hoorde ik een man mompelen. Het geluid kwam achter een steunpaal vandaan, en het geluid was vervormd. Maar toch herkende ik zijn stem. Het was de man die mij had mishandelt en verminkt. En bijna vermoord. Toen ik de man zag, werden mijn vermoedens bevestigd. De man lag, met zijn bovenlijf ontbloot, op de koude stenen vloer. Zijn handen en benen zaten aan elkaar vastgebonden, met touwen die nooit meer los zouden gaan. Hij had een smekende blik in zijn ogen, maar toen hij mij zag, verdween deze. Voldemort stond enkele centimeters achter mij. 'Jij,' fluisterde ik, 'ik herinner me jou.' De man begon smakeloos te lachen, maar stopte bij het zien van Voldemort zijn blik. 'Ik heb geen spijt van wat ik heb gedaan,' zei hij, 'het was het waard.' Ik vernauwde mijn ogen. 'Zelf de dood van je geliefde vrouw? En je hele familie?', zei ik, 'Zelf je eigen dood?' De man spuugde op de grond. In walging deed ik een stap achteruit met mijn linkervoet. Waar het smeersel bijna op terecht kwam. Daarna richtte ik mezelf recht. 'Je zult lijden voor wat je mij hebt aangedaan, je zult sterven,' zei ik duidelijk, 'en ik blijf leven, dat zal ik altijd doen. Over 100 jaar kent men mijn naam nog steeds, terwijl de jouwe vergeten zal zijn. Verdwenen in het langzaam voorbij gaan van de tijd. En ik heb bijna medelijden met je.' De man begon wederom te lachen. 'Jij vuile Death Eater,' zei de man, 'je bent geen haar beter dan dat gedrocht achter je. Je zult sterven, jullie allebei!' Ik hief mijn hand op, en ik sloeg de man hard in zijn gezicht. Al snel ontstond er een rode afdruk. 'Niemand beledigd The Dark Lord en zijn dochter,' siste ik en daarna wierp ik een korte blik naar Voldemort. Hij keek geamuseerd toe. Vervolgens draaide ik mezelf om, en ik pakte een mes dat aan de muur hing. 'Ik zal er voor zorgen dat je nooit meer zulke woorden in je mond neemt.' Met mijn linkerhand greep ik de tong van de man vast, en met de andere hand sneed ik met een paar halen de tong van de man eraf. Het was een bot mes. Hij schreeuwde het uit van de pijn, en bloed vloeide uit zijn mond. 'Zoals ik zei, je zult lijden.'
Na een kort gesprek, bracht Draco zijn werkelijke komst in het gesprek. 'The Dark Lord,' zei Draco, 'roept zich bij je, hij heeft je martelaar gevonden.' Mijn adem stokte. Ik wist niet zeker of ik de man wel wilde zien. Draco merkte mijn zorgen op, en hij pakte mijn handen vast. 'Het komt goed,' zei Draco, 'je bent sterk.' Ik knikte met mijn hoofd, hij had gelijk. Nadat Draco en ik afscheid hadden genomen, ging ik op zoek naar mijn vader. Al snel had ik hem in zijn kamer gevonden. 'Vader,' zei ik voordat ik boog. Voldemort keek mij met vonkelende ogen aan. 'Kom, Sarah,' zei hij. Gezamenlijk liepen we de deur uit. We liepen de ijzige trappen af, naar de kerker. De kerker waar ik ook ooit zolang had gezeten. Kippenvel ontstond op mijn armen, dat was een vreselijke tijd.
Mijn schoenen tikten op de harde stenen, en dit was door de gehele kerker te horen. 'Nee, alstublieft,' hoorde ik een man mompelen. Het geluid kwam achter een steunpaal vandaan, en het geluid was vervormd. Maar toch herkende ik zijn stem. Het was de man die mij had mishandelt en verminkt. En bijna vermoord. Toen ik de man zag, werden mijn vermoedens bevestigd. De man lag, met zijn bovenlijf ontbloot, op de koude stenen vloer. Zijn handen en benen zaten aan elkaar vastgebonden, met touwen die nooit meer los zouden gaan. Hij had een smekende blik in zijn ogen, maar toen hij mij zag, verdween deze. Voldemort stond enkele centimeters achter mij. 'Jij,' fluisterde ik, 'ik herinner me jou.' De man begon smakeloos te lachen, maar stopte bij het zien van Voldemort zijn blik. 'Ik heb geen spijt van wat ik heb gedaan,' zei hij, 'het was het waard.' Ik vernauwde mijn ogen. 'Zelf de dood van je geliefde vrouw? En je hele familie?', zei ik, 'Zelf je eigen dood?' De man spuugde op de grond. In walging deed ik een stap achteruit met mijn linkervoet. Waar het smeersel bijna op terecht kwam. Daarna richtte ik mezelf recht. 'Je zult lijden voor wat je mij hebt aangedaan, je zult sterven,' zei ik duidelijk, 'en ik blijf leven, dat zal ik altijd doen. Over 100 jaar kent men mijn naam nog steeds, terwijl de jouwe vergeten zal zijn. Verdwenen in het langzaam voorbij gaan van de tijd. En ik heb bijna medelijden met je.' De man begon wederom te lachen. 'Jij vuile Death Eater,' zei de man, 'je bent geen haar beter dan dat gedrocht achter je. Je zult sterven, jullie allebei!' Ik hief mijn hand op, en ik sloeg de man hard in zijn gezicht. Al snel ontstond er een rode afdruk. 'Niemand beledigd The Dark Lord en zijn dochter,' siste ik en daarna wierp ik een korte blik naar Voldemort. Hij keek geamuseerd toe. Vervolgens draaide ik mezelf om, en ik pakte een mes dat aan de muur hing. 'Ik zal er voor zorgen dat je nooit meer zulke woorden in je mond neemt.' Met mijn linkerhand greep ik de tong van de man vast, en met de andere hand sneed ik met een paar halen de tong van de man eraf. Het was een bot mes. Hij schreeuwde het uit van de pijn, en bloed vloeide uit zijn mond. 'Zoals ik zei, je zult lijden.'
Reageer (1)
Lekker Sarah 😣
7 jaar geledenKILL KILL KILL!