Foto bij ** 020

Blair

Samen met Demetri hebben we eerst een rustige en verlaten plek gevonden. Waar we straks ongestoord kunnen eten. Hij heeft me eerst nog het Holocaustmonument laten zien. Allemaal erg interessant. Nu lopen we buiten in het donker en heb ik mijn lenzen uit gedaan. Niemand die rond deze tijd echt op zijn omgeving let. Ik loop aan de ene kant van de straat en Demetri aan de andere kant. Zo dwingen we een stelletje een kant op te lopen die wij willen. In een seconde loopt hij naast me met een arm om me heen en zie ik waarom. De man, van het stelletje, kijkt achterom.
“Hm, hij heeft al het idee dat hij gevolgd word.” Ik lik mijn lippen erdoor.
“Ja, hij voelt zich opgejaagd,” fluistert Demetri en geeft hij me een kus op mijn wang. De ideale dekmantel is door te doen alsof we bij elkaar zijn. Wie let er nou op een verliefd stelletje. Met de nadruk op verliefd. Ik voel wel wat voor hem maar daar wil ik niet aan toegeven. Hij is mijn beste vriend, een soort broer voor me. Zelf zou ik alles voor hem doen. Uiteraard ook voor Felix, Aro, Marcus en Caius. Mijn band met Alec en Jane is wat minder. In een rustig tempo steken we de straat over.
Auf die Weise, mein Schatz.” Kunnen we de man horen zeggen. “Wir folgen nach mir.” Uiteraard Duits en kan ik er toch wat vanaf leiden.
“Je zou denken dat we wel manieren geleerd hebben.” Mompel ik en draai ik mijn hoofd naar Demetri. “We spelen wel met ons eten.” Zelf buigt hij alleen glimlachend zijn hoofd en voel ik zijn lippen op de mijne. Het is maar toneelspel, vertel ik mezelf. De kus is vluchtig en kijk ik naar het stelletje. Die om de hoek verdwenen is, in de richting die wij willen. In slechts een halve seconde zijn we om de hoek en zien we het tweetal aan het eind van de straat. De straat die ze nu in lopen, is een doodlopende straat. De ironie. Doodlopend. Letterlijk en figuurlijk voor hun.
Mangiare gustoso, dulce,” zegt Demetri deze keer in het Italiaans als we de man en vrouw zien. Eerst gooi ik de man tegen de muur, met mijn geest, zodat hij bewusteloos is. Daarna ben ik in een oogwenk bij de vrouw. Die me angstig aankijkt. Ze lijkt me iemand die schreeuwt. Direct buig ik mijn hoofd om mijn tanden in haar nek te zetten en hoor ik haar schreeuwen. Een paar handen halen mijn lange haren naar achteren. Altijd attent en zelfs zorgzaam, gaat het door mijn hoofd en laat ik de vrouw los. “Lo Mangia ma. Gli altri due sono presto per me.” Voegt hij er aan toe. Eveneens in het Italiaans. Wat zijn manier is om mijn talenkennis te testen.
“Wat is daar nu zo plezierig aan. Hij is nog bewusteloos.” Ik kijk van Demetri naar de man. Hoewel de man even kreunt en laat ik hem overeind in de lucht zweven met mijn geest.
“Je heb er plezier in als ze schreeuwen en tegen spartelen.” Zijn stem klinkt normaal.
“Jij niet dan?” Glimlach ik naar hem. De man spert zijn ogen wijd open en verder geef ik hem geen kans om te reageren want ik beweeg hem naar mezelf toe en bijt ik. We moeten wel eten want morgenmiddag gaat het vliegtuig en heb ik op internet gekeken. Wat een vlucht is naar Griekenland. Ik ben wel nieuwsgierig naar het land waar hij vandaan komt. Snel laat ik de man los.
“Hier boven, Blair.” Door Demetri's stem kijk ik omhoog en staat hij op de muur. Zijn ogen staan hongerig.
“Jij mag zo eten.” Ik laat de twee lichamen omhoog bewegen. Waarop Demetri de lichamen een voor een in het water gooit.
“Tegen de tijd dat hun gevonden worden, zijn wij allang weg.” Soepel springt hij omlaag en staat hij voor me. Bijna teder gaat zijn duim over mijn lip bij mijn mondhoek. Schijnbaar had ik nog iets bij mijn mondhoek. Even kijkt hij naar het bloed op zijn duim en stopt hij zijn duim in zijn mond. “Smaakt naar meer.” Knipoogt hij.
“Ik heb voorlopig genoeg gehad. Laten we er nog twee opjagen en dan kun jij ook eten.” Ik vraag me af of hij het soms expres doet. Heel verleidelijk hoe hij dat net deed met zijn duim. Vriendschappelijk slaat hij een arm om me heen en lopen we weg. Op naar het volgende stelletje zodat Demetri kan eten.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen