Twee
Opeens zit ik rechtop in mijn stoel. In de linkerberm, daar waar de berg ophoudt en plaatsmaakt voor het horizontale wegdek, zit een grijsbruin beest. Op hetzelfde moment weet ik dat het een aap is. Een baviaan. Het zit op zijn hurken en kijkt me aan, terwijl het op de knokkels van zijn vuisten steunt.
Terwijl de auto voorbij zoeft, blijven mijn ogen het beest in de ogen kijken. Mijn hoofd beweegt mee. Het beest doet hetzelfde en kijkt de auto ook na. Ik weet zeker dat we oogcontact hadden.
‘Wow.’ Meer weet ik niet over mijn lippen te krijgen. Ik heb geen idee of de jongen naast me de baviaan ook gezien heeft, maar als dat wel het geval was, laat hij niets merken. Alsof het de normaalste zaak van de wereld is - wat natuurlijk ook zo is.
Ik probeer nog een glimp van het dier op te vangen in de achteruitkijkspiegel, maar tevergeefs. We zijn de hoek al om en de begroeiing op de berg belemmerd het zicht. De struiken zijn groener dan ik me eerder van Zuid-Afrika voorgesteld had. In mijn verbeelding zou het hele land bedekt zijn onder een laagje rood zand, met hier en daar een verdwaalde grashalm. Af en toe een kudde olifanten, een leeuwenkoning en een boel impala’s. Jammer genoeg heb ik geen dezer dieren gezien; noch vanuit het vliegtuig, noch vanuit de auto. Het enige wat in de buurt van het dierenrijk komt, zijn de zebrapaden. En het vreemde oogcontact met de baviaan, niet te vergeten. Als ik er nu aan terugdenk geeft het me de kriebels. Oogcontact met een wild beest. Vlak langs de weg. Hij had wel voor de auto kunnen springen en dood kunnen zijn!
We volgen een flauwe bocht langs de berg, gevolgd door een verrassend uitzicht. Het plaatje door de voorruit is fantastisch! De weg, de bergen en achter de bergen weer het vlakke landschap, net zoals in de buurt van Johannesburg het geval was. Het ziet er prachtig uit.
Daarnaast is het zo onwijs verschillend in vergelijking met thuis. Ten eerste is het hier krukdroog met een lage luchtvochtigheid, in tegenstelling tot Engeland. Daarnaast is het gewoon… anders. Het is onbeschrijfelijk. Je leest wel eens verhalen van mensen die na slechts één bezoekje aan dit land verslingerd zijn. “Afrika kruipt onder je huid.” Maar het is nog niet dat ik iets onder mijn huid voel kruipen…
Naast het klimaatverschil en dat het gewoon anders voelt dan normaal, is de woonsituatie van mensen hier ook anders. In de paar uren die ik nu al in de auto doorgebracht heb, heb ik een boel township-hutjes gezien. In elkaar geknutselde huisjes van karton en golfplaten, waar mensen echt hun leven in doorbrengen. We zijn een boel dorpen voorbijgereden die op deze wijze bestaan. Toch zien de mensen die in deze hutjes wonen er netjes en verzorgd uit. Schone kleren in felle Afrikaanse printjes, kleine kinderen in omslag- of handdoeken gedragen. Ze zien er op de een of andere manier tevreden uit, terwijl de mensen thuis de tevredenheid niet uitstralen.
Ook ergens, vlak bij een parkeerplaatsje langs de weg, zag ik een tweetal golfplaten hutjes staan. De een had vier muren en de ander drie. In het hutje zat een man op een plastic stoel met een lange baard. Ook had hij een zwarte cape over zijn schouders. De baard werd bijgeknipt. Het hutje was dus eigenlijk een kapperszaak. Heel bijzonder!
Aan de overkant van de kapper was nog een hutje. Dit hutje bevond zich niet in een dorp vol andere huisjes, maar stond alleen. Het was misschien een meter hoog en anderhalve meter breed, maar er stond een pakje boter in het raam en een blauw rugtasje naast de deur. Een heus huisje.
‘Let op dat bordje.’ De jongen wijst naar een snel naderend verkeersbord aan de linkerkant van de weg. Een simpele paal, met daarop een rood omrande driehoek met een witte achtergrond. Simpel, die hebben we thuis ook. Een zwarte vlek in het midden, waarvan ik steeds beter kan onderscheiden wat het is.
Een nijlpaard. Pas op voor overstekende nijlpaarden!
Mijn lach is hardop te horen. ‘De meeste toeristen vinden zo’n bordje leuk om te zien. Maar ik heb hier nog nooit een nijlpaard gezien. Toch is het mogelijk er hier een te treffen, aangezien de rivier dichtbij is.’
Terwijl de auto voorbij zoeft, blijven mijn ogen het beest in de ogen kijken. Mijn hoofd beweegt mee. Het beest doet hetzelfde en kijkt de auto ook na. Ik weet zeker dat we oogcontact hadden.
‘Wow.’ Meer weet ik niet over mijn lippen te krijgen. Ik heb geen idee of de jongen naast me de baviaan ook gezien heeft, maar als dat wel het geval was, laat hij niets merken. Alsof het de normaalste zaak van de wereld is - wat natuurlijk ook zo is.
Ik probeer nog een glimp van het dier op te vangen in de achteruitkijkspiegel, maar tevergeefs. We zijn de hoek al om en de begroeiing op de berg belemmerd het zicht. De struiken zijn groener dan ik me eerder van Zuid-Afrika voorgesteld had. In mijn verbeelding zou het hele land bedekt zijn onder een laagje rood zand, met hier en daar een verdwaalde grashalm. Af en toe een kudde olifanten, een leeuwenkoning en een boel impala’s. Jammer genoeg heb ik geen dezer dieren gezien; noch vanuit het vliegtuig, noch vanuit de auto. Het enige wat in de buurt van het dierenrijk komt, zijn de zebrapaden. En het vreemde oogcontact met de baviaan, niet te vergeten. Als ik er nu aan terugdenk geeft het me de kriebels. Oogcontact met een wild beest. Vlak langs de weg. Hij had wel voor de auto kunnen springen en dood kunnen zijn!
We volgen een flauwe bocht langs de berg, gevolgd door een verrassend uitzicht. Het plaatje door de voorruit is fantastisch! De weg, de bergen en achter de bergen weer het vlakke landschap, net zoals in de buurt van Johannesburg het geval was. Het ziet er prachtig uit.
Daarnaast is het zo onwijs verschillend in vergelijking met thuis. Ten eerste is het hier krukdroog met een lage luchtvochtigheid, in tegenstelling tot Engeland. Daarnaast is het gewoon… anders. Het is onbeschrijfelijk. Je leest wel eens verhalen van mensen die na slechts één bezoekje aan dit land verslingerd zijn. “Afrika kruipt onder je huid.” Maar het is nog niet dat ik iets onder mijn huid voel kruipen…
Naast het klimaatverschil en dat het gewoon anders voelt dan normaal, is de woonsituatie van mensen hier ook anders. In de paar uren die ik nu al in de auto doorgebracht heb, heb ik een boel township-hutjes gezien. In elkaar geknutselde huisjes van karton en golfplaten, waar mensen echt hun leven in doorbrengen. We zijn een boel dorpen voorbijgereden die op deze wijze bestaan. Toch zien de mensen die in deze hutjes wonen er netjes en verzorgd uit. Schone kleren in felle Afrikaanse printjes, kleine kinderen in omslag- of handdoeken gedragen. Ze zien er op de een of andere manier tevreden uit, terwijl de mensen thuis de tevredenheid niet uitstralen.
Ook ergens, vlak bij een parkeerplaatsje langs de weg, zag ik een tweetal golfplaten hutjes staan. De een had vier muren en de ander drie. In het hutje zat een man op een plastic stoel met een lange baard. Ook had hij een zwarte cape over zijn schouders. De baard werd bijgeknipt. Het hutje was dus eigenlijk een kapperszaak. Heel bijzonder!
Aan de overkant van de kapper was nog een hutje. Dit hutje bevond zich niet in een dorp vol andere huisjes, maar stond alleen. Het was misschien een meter hoog en anderhalve meter breed, maar er stond een pakje boter in het raam en een blauw rugtasje naast de deur. Een heus huisje.
‘Let op dat bordje.’ De jongen wijst naar een snel naderend verkeersbord aan de linkerkant van de weg. Een simpele paal, met daarop een rood omrande driehoek met een witte achtergrond. Simpel, die hebben we thuis ook. Een zwarte vlek in het midden, waarvan ik steeds beter kan onderscheiden wat het is.
Een nijlpaard. Pas op voor overstekende nijlpaarden!
Mijn lach is hardop te horen. ‘De meeste toeristen vinden zo’n bordje leuk om te zien. Maar ik heb hier nog nooit een nijlpaard gezien. Toch is het mogelijk er hier een te treffen, aangezien de rivier dichtbij is.’
Reageer (2)
Geniaal idd, die zebrapaden hahah
8 jaar geledenSnel verder?!
Hier moest ik echt wel even om lachen!
Je schrijft echt leuk en dat het (deels) je eigen ervaring is maakt het nog leuker!
Ik kijk al uit naar het volgende stukje en je eigen foto's :'D 8 jaar geleden