Hoofdstuk 1.1
Luke
‘Só much traffic!’ Ik laat mijn voorhoofd geërgerd tegen het stuur vallen, om dan meteen weer geschrokken overeind te komen door het claxonnerende geluid dat ik maakte. De lachen van mijn twee beste vrienden - waarvan ik de ene al sinds de kleuterklas ken en de andere sinds de eerste klas high school - die naast me voorin mijn auto zitten, klinken boven de niet al te luide muziek uit. ‘Wát?’ werp ik een quasi-onverschillige blik naar Dan.
‘Nee, niets,’ zegt hij grinnikend, met zijn wenkbrauwen in een soort roodbruine kleur opgetrokken. Zijn korte haar heeft ongeveer dezelfde roodbruine kleur, ook al noemt hij het zelf kastanjebruin. ‘Want ik ben écht geen ginger!’ hoor ik hem nog zo zeggen.
‘Oké.’ Stapvoets beweegt de wagen zich voort door de intense drukte, de ochtendspits genaamd. Ja inderdaad, wij met zijn drieën - Dan, Angelo en ik - maken samen met mijn roestbruine pick-uptruck gebruik van de Californische file. Een zeven-baanse snelweg, nou en? Er is altijd file. File, file en nog eens file.
‘Oh wacht, dit liedje is wel leuk!’ Dan buigt zich wat voorover om de volumeknop van de radio verder open te draaien. She’s so mean van Matchbox Twenty schalt door de luidsprekers, een nummer dat ik de laatste paar dagen vaak genoeg gehoord heb.
Trouwens, ik ben Luke. Luke, Lucky, whatever. Zeg maar gewoon Luke, daar kan ik wel mee leven. Ik ben een zeventienjarige jongen met, eeh, donkerblonde haren op mijn hoofd en ik zit in mijn eindexamenjaar. Mijn ogen hebben een bruine kleur en mijn zus heet Isabella. Ik heb ouders, twee stuks nog wel, maar ben toch echt wel een moederskindje. 'Cause I love my mommy! En Isa trekt wat meer naar mijn vader toe, dus wat dat betreft komt het wel goed uit dat mijn ouders twee kinderen gekregen hebben. Anders is het ook zo zielig voor hem, toch? Maar goed, ik leef hier in Californië. Los Angeles, op een soort van boerderij. Althans, het was oorspronkelijk een boerderij. Wij wonen er nu in als gewone mensen, zonder koeien en varkens enzo. Scharrelkippen en paarden daarentegen hebben we wel, maar die zijn er gewoon als hobby. En oh, ik heb een auto. Een pick-up, Chevolet-achtig bakbeest waarvan de motor soms nog wel wil afslaan. Spontaan.
‘En toch vond ik de afgelopen dagen wel even mooi.’ Ik kijk opzij naar Angelo, die net even een hand door zijn zwarte haren haalt.
Ik knik uitbundig als reactie: ‘Jazeker, vond ik ook, hoor.’
Met een glimlach denk ik kort terug aan de afgelopen week. Of beter gezegd, de afgelopen paar dagen, want een volle week was het ook niet. We hadden een halve week vrij van school, wat een ultieme kans bood om er even tussenuit te gaan en een stukje naar het noorden te reizen. In een uur of vier waren we in de bergen bij Kings Canyon, bij de kampeerplaatsen helemaal bovenaan. Maar daar was alles vol, dus moesten we verder doorrijden naar de anderen plekken beneden de berg. Daar was gelukkig nog genoeg plek, inclusief uitzicht! Het was weliswaar extra rijden, maar dan had je wel wat! Je mocht er bijvoorbeeld een vuurtje stoken, er was een riviertje en zo pikten we een paar dagen vakantie mee met drie tentjes tussen alle loslopende wilde beren in. We hebben echter geen beer gezien.
Vandaar dat we nu last hebben van de drukte op de weg. Normaal is het maar een kwartiertje rijden van huis naar school, maar nu komen we helemaal vanuit de bergen. Het plan was om om vijf uur vanmorgen te vertrekken, zodat we als alles mee zou zitten om negen uur in de klas zouden kunnen zitten, maar we hielden er natuurlijk geen rekening mee dat we een uur verder van huis zaten dan wanneer we op een camping boven hadden gestaan en we versliepen ons vanmorgen. Ik werd om kwart over vijf wakker omdat mijn moeder belde. Of we veilig en heelhuids onderweg waren. Ik vloekte één keer, waarop ik mam lachend de telefoon op hoorde hangen. Och, wat hebben de jongens en ik ons gehaast van morgen. Ik heb als een malloot door de bergen gereden, en toen - voor zover de auto dat toeliet - over de vlakke lange weg naar Los Angeles geracet. Tot we in de file strandden. Spitsuur, rond acht uur. Oeps, ook vergeten!
Nu is het tien uur geweest. Een uur geleden hadden we al in de les moeten zitten. Sorry.
Dan valt mijn blik op een groot billboard waar een show van David Guetta op wordt aangekondigd. ‘Beter gaan we nog een keertje erop uit, naar een concert of zoiets, voordat we van school af zijn en ieder zijn eigen pad volgt.’
‘Oh, Lucky wordt emotioneel!’ begint Angelo uit te kramen met een pruillip. ‘Moet ik alvast zakdoekjes gaan zoeken?’
‘Sst,’ snauw ik hem toe, ‘anders gooi ik je er zo uit.’ Dat laatste zeg ik met een handgebaar naar het handvat in de deur.
Kennelijk was dat erg grappig, want Angelo giert het uit van het lachen. Ik kijk vanuit mijn ooghoeken naar Dan, die hoofdschuddend van mij naar Angelo kijkt en dan weer terug naar mij. ‘Ik vind het eigenlijk wel een goed idee. Leuk!’
‘Mooi,’ grijns ik hem toe, ‘fijn dat er tenminste iemand is die me nog aardig vindt en instemt met mijn ideeën.’
Reageer (5)
Hoi!
8 jaar geledenIk vond je openigspagina erg leuk (simplistisch maar goed). Ook het begin van het hoofdstuk sprak me erg aan. Toen werd je schrijfstijl wat meer casual en ik moet bekennen dat ik dat toch iets minder vind - gewoon over het algemeen, niet specifiek bij jou.
Toch ben ik erg benieuwd dus lees ik wel verder
Als ik wat opbouwende kritiek heb, sta je daar dan voor open, of heb je dat liever niet? Eerlijk zeggen, hoor!
Klinkt niet verkeerd! Maar ik voel nog geen wauw-effect. Toch kudo.
8 jaar geledenEcht heel leuk! Abo en kudo
8 jaar geledenWat leuk:)
8 jaar geledenSnel verder
snel verder
8 jaar geleden