~ voor @Tomorrow
(flower)

“Florence, jij loopt voortaan alleen,” zegt Jace, die aan het hoofd staat.
Ik schud kort mijn hoofd. “Weet je dat wel zeker. Moet er niet iemand mee om me in de gaten te houden,” reageer ik sarcastisch. Eigenlijk heeft mijn begeleider (?!) me al een paar nachten alleen gelaten. Maar of dat nou de bedoeling was, weet ik niet.
“Ja, dat weet ik zeker. Je hebt al bewezen dat je het alleen kan. Iets dat Nate me verteld heeft en hij heeft je opgeleid. Alles dat je moet weten, weet je en je krijgt straks gewoon je eigen ronde en wijk,” gaat Jace verder. “Maak je niet druk, het zal niet de wijk zijn waar je zelf woont. Dat is juist een regel en dat weet je.”
Nate gebaard dat ik hem moet volgen en loop ik achter hem aan. Wat naar de wapenkamer blijkt te zijn. “Je moet weten dat ik je niet zomaar alleen gelaten hebt. Voor twee nachten heb ik je in de gaten gehouden om te kijken hoe je in je eentje opereert. Je bent geslaagd voor je opleiding, Floor,” glimlacht Nate en doet hij de deur open. “Aangezien je voorkeur uit gaat naar een dolk, wat overigens goed en effectief werkt, heb ik er een voor je laten maken.” Hij laat me een gave dolk zien.
Nunquam minoris aestimo hostibus tuis, lees ik op de dolk. “Ik herken dat het Latijns is maar wat betekend het?”
“Onderschat nooit je vijand,” grijnst hij. “Ik vond het wel toepasselijk omdat het ook half op jou slaat, Floor. Je laat je niet kennen ondanks dat je wat aan de kleine kant bent. Juist dat zorgt ervoor dat je je nog meer wilt bewijzen. Hier heb ik nog twee kleinere messen voor je en een enkel holster ervoor. Altijd een extra wapen bij je hebben. Het is je terugvalplan en helemaal handig mocht je de dolk kwijt raken in een gevecht. Nooit op een paard wedden. Succes.”

Klaar voor mijn ronde ga ik naar buiten en kijk ik nog op mijn horloge. Net kwart voor tien geweest en is het al donker. De zon is volledig verdwenen. Ik trek de deur achter me dicht. Ergens hoop ik dat het een rustige nacht gaat worden. Waar ik ook blij mee ben, is dat ik niet in mijn eigen wijk hoeft te lopen
want anders kunnen ze er achter komen waar ik woon. Als ik in de wijk ben voor mijn ronde, voel ik na een paar straten al ogen in mijn rug. Daar gaat mijn rustige nacht. Alleen blijft het daar nog bij en verhoog ik mijn pas. Waar wachten ze op? Met hoeveel zijn ze? Nog steeds bekijken ze me en voel ik een rilling over mijn ruggengraat gaan. Wanneer ik de hoek om ga, kan ik iemand verder op zien staan. Mens of vampier?
“Hallo love,” klinkt een zachte stem met een accent in mijn oor.
Met een ruk draai ik mijn hoofd naar het geluid maar er staat niemand naast me. Alleen de man die ik net gezien hebt, staat nu dichterbij en tegen de muur geleund. Op een nonchalante manier met zijn armen over elkaar geslagen. Dat hij in slechts een fractie van een seconde dichterbij staat en dat ik rode ogen kan zien, vertelt mij dat het een vampier is. Gewoon eentje is genoeg voor deze nacht.
“O nee, afblijven, Ni, dit keer is het mijn beurt.” Een andere ietwat warm en toch heldere stem reageert en staat hij opeens bij de andere blonde vampier. Waarbij degene met het zwarte haar over zijn lippen likt.
Het volgende moment springt er een derde erbij met een bruin slordig kapsel. “Vecht het zelf maar uit.” De vampier komt dichterbij en probeer ik een tactiek te verzinnen om van hen alle drie af komen. Waarom drie? “Rustig maar, kleintje, het is zo over.”
“Kleintje,” herhaal ik spottend. Dat is juist mijn voordeel en mijn motivatie. Ik doe een stap achteruit om te kijken waar hij mogelijk een zwakke plek heeft. Behalve zijn dode hart, als ik opeens twee sterke armen om me heen voel.
De ander die achter me staat, voelt koud aan en humt hij wat. “Eerder een mooie lengte,” fluistert een vriendelijke stem. “Ik kan het snel en pijnloos doen. Je voelt er niks van...”
“Rot op, Liam, jij kon de vorige keer als eerste drinken,” zegt de jongen met het bruine slordige kapsel.
Vlug maak ik gebruik van de woordenwisseling en schop ik tegen het scheenbeen van de man die achter me staat. Gelijk laat hij me los en draai ik om mijn as om mijn voet in de maag van de vampier voor me te trappen.
“Shit, ze is een hunter,” sist de zwartharige vampier.
Zelf ben ik te druk bezig om om me heen te kijken. Opeens moet ik duiken om de armen van de een te ontwijken, schop ik mijn voet naar de vampier achter me en recht in het doel want ik raakte hem vol op in zijn kruis.
Om diegene nu te horen vloeken van de pijn. “Pak haar, jongens.”
Alle drie komen ze op mij af en weet ik iets meer opzij te gaan naar het midden van de steeg. Wat me meer bewegingsruimte geeft. Eerst kan ik met een vuist in de maag de blonde weg slaan, de zwartharige schop ik achteruit en net als ik me op de bruinharige vampier richt, merk ik dat de ander weer normaal staat. Waaruit ik kan opmaken dat ze me allebei van links en rechts willen aanvallen. In nog geen seconde maak ik een achterwaartse flikflak om weg te komen. Als ik netjes op mijn voeten land, verwacht ik daar iemand en heb ik zo snel mijn dolk gepakt. Maar alsof het verwacht werd, houdt de blonde vampier mijn hand net op tijd. Kort glimlach ik en pak ik een kleiner mes van mijn enkel om het in zijn hart te steken.
De blonde verstijft een moment. “Shit, sorry,” kan hij nog zeggen voordat hij in elkaar zakt maar voordat hij de grond raakt, is het lichaam al overgegaan in stof. Het blijft handig want het scheelt in opruimen.
“Niall,” klinkt het opeens en komt het van de zwartharige jongen af.
“Kappen.” Een andere stem klinkt hees en tegelijkertijd diep. Wel stoppen de anderen opeens.

Voor ik nog iets kan doen, komt er iemand anders bij en wel van bovenaf. Alsof hij van het gebouw afgesprongen is en kijk ik vlug naar boven. Wauw. Dat moet minstens drie meter hoog zijn.
De jongen heeft krullend bruin haar en kijkt hij naar het beetje stof. Vervolgens haalt hij zijn schouders op. “Moet hij maar voorzichtiger zijn,” mompelt hij met een wat hese stem. “En jullie zouden moeten weten dat ik eerst drink.” De man richt zijn hoofd naar de overige drie.
“Aan jou de eer dan. Misschien nog lekkerder dan anders want ze is een hunter,” vertelt de zwartharige.
De krullenbol draait zich naar mij toe. “Een hunter.” Hij komt dichterbij en deins ik terug. Door het vechten ben ik nog wat buiten adem. Zijn hand komt echter omhoog en naar mijn hals. Tot mijn verrassing pakt hij mijn ketting. De hanger brand aan zijn vingers. Toch lijkt het hem niks te doen en laat hij mijn ketting met rust. Het is het teken van een hunter.
“Kom op, Hazz, maak er een eind aan. Ze heeft Niall vermoord,” bijt de zwartharige jongen me toe op een toon die me een rilling bezorgd.
Zonder iets te zeggen, komt die Hazz naar mij toe. Hij lijkt sterker en zeker langer te zijn dan de anderen. Zijn rode ogen glanzen gevaarlijk en komt hij intimiderend over dat ik een stap achteruit doe. Al kom ik niet verder omdat ik opeens met mijn rug tegen de muur sta. Zijn vrienden staan weer achter hem en lachend moedigen ze hem aan om mij het zwijgen op te leggen.

Ik slik moeizaam. Hoe moet ik me hieruit redden? Zelfs als ik hem van me af kan slaan, heb ik nog drie anderen. Toch ben ik wel van overtuigd dat ik het kan. Ik heb er al een uitgeschakeld. Zonder zelf te veel klappen te krijgen. Even doe ik toch een poging om links te gaan. Wat niet gaat want daar staat de bruinharige jongen met het slordige kapsel. Samen met een andere bruinharige jongen maar zijn kapsel zit meer omhoog in een soort kuif. Deze vampieren lijken jonger te zijn en gaan wel met de tijd mee want het haar omhoog doen in een kuif, is vrij modern. Nog een poging maar dan rechts, leert mij dat daar de zwartharige jongen staat.
“Drink ze,” grijnst de zwartharige met een harde glans in zijn ogen. Ergens bespeur ik ook wat verdriet. Shit, ingesloten, gaat het nog door me heen.
De krullenbol buigt zijn hoofd wat om bij mijn hals te kunnen. “Door Niall te vermoorden, moet je bij Zayn wegblijven,” fluistert hij en glijden zijn ogen naar degene die rechts van me staat. “Pak Louis en ik reken met de andere twee af,” vervolgt hij zacht in mijn oor. “Speel even mee,” is het laatste en zet hij toch zijn tanden iets in mijn hals.
“Wie...,” fluister ik. Wie is Louis? Maar dan laat hij me al los en keert hij zich naar de anderen toe. Om meteen de zwartharige, Zayn dus, aan te vallen.
Waarop ik me naar de andere twee draai. Doordat ze te verbaasd zijn, maak ik daar handig gebruik van en weet ik met mijn dolk degene met het slordige kapsel te doden. De ander laat zich echter niet makkelijk pakken.

“Verrader,” hoor ik opeens en verandert de zwartharige, Zayn, opeens in stof. Slechts een keer knipperen en de krullenbol vecht nu met de laatste die nog over is. Volledig buiten adem kijk ik naar het tweetal. Ik voel nu al dat ik morgen ongetwijfeld wat blauwe plekken zal hebben. Ook ben ik moe van het vechten.
Het tweetal vertonen totaal geen tekenen van moeheid en vechten ze ook veel sneller met elkaar. Totdat de krullenbol de ander met een vuist tegen de muur slaat. “Ik geef je een keus, Liam,” begint hij naar degene met het haar in een kuif. “Of je loopt weg of je wordt vermoord. Je bent de enige nog.”
De jongen kijkt om zich heen en is vervolgens ontzet als hij beseft dat hij inderdaad de enige is. “En dan wat? Wat als we elkaar opnieuw tegenkomen? Denk maar niet dat je er dan mee weg komt want je helpt een hunter.”
“Als wij elkaar weer tegenkomen zal een van ons het niet overleven. Nu krijg je nog de keus.” De krullenbol beweegt zich razendsnel en staat hij voor mij. “Van haar blijf je af.”
“Je bent nog niet van me af,” bijt de ander, wat Liam dus is, mijn kant op. Al weet ik niet of hij het tegen mij heeft of zijn vriend. Het volgende moment is hij verdwenen.
Waarop de krullenbol zich omdraait. “Het valt redelijk mee,” zegt hij. Alsof hij mijn wonden opneemt.
Ik sta wel verbaasd want de man is nog altijd een vampier. Mijn hand breng ik naar mijn hals naar de plek waar ik voor een seconde zijn tanden gevoeld heb. “Wie... ben...” Ik ga echter door mijn enkel als ik een stap zet. Shit, wanneer ben ik dan door mijn enkel gegaan? Ik vervloek mezelf erom.
Lachend wordt ik dan opgetild door hem. “Rustig maar, je bent nu veilig.” Hij loopt weg en is het nog behoorlijk snel. De omgeving is moeilijk te zien. Geen idee waar we heen gaan.

Naar mijn gevoel zijn we pas een uur later op zijn bestemming want hij mindert vaart. Mijn verbazing wordt groot als ik zie dat we bij een oud en verlaten warenhuis zijn. Wacht, wat? Ik word echter neergezet en doet hij de deur open.
“Kom je nog? Dan zal ik even naar je enkel kijken,” zegt hij en houdt hij de deur open voor me.
Ik kijk van hem naar het oude warenhuis. “Het is anders niet zo dat ik er een gewoonte van maak om met een vampier mee te gaan. Je vermoord mensen...”
“Zullen we dit gesprek binnen voeren,” reageert hij. “En ik vermoord geen mensen.” Waarbij hij een vies gezicht trekt.
“Waar leef je dan op,” wil ik weten terwijl ik toch naar binnen ga.
De jongen doet de deur achter me dicht en glimlacht hij. “Dieren, je zou kunnen zeggen dat ik vegetarisch bent.”
Mijn mond valt bijna open van verbazing. Door zowel zijn opmerking maar ook bij het zien van het warenhuis. Dat blijkbaar omgetoverd is naar een woning. “Dus je... je drinkt geen mensenbloed.” Dat hoor ik voor het eerst. “En hoe betaal je dit?”
“Particulier beleggen. Daar heb ik alleen een computer voor nodig en kan ik thuis blijven,” legt hij uit. “Voorzichtig.”
Hoewel ik nog net twee stappen kan verzetten of hij tilt me weer op. Nu om mij op de bank te zetten. “Maar je hebt nu wel je eigen vrienden vermoord. Hoe zit dat dan,” wil ik weten.
“Ze waren ooit mijn vrienden. Jammer genoeg hebben ze nooit door gehad dat ik anders ben,” vertelt hij en is hij terug met een zak ijs. “Anders hadden ze geweten dat ik alleen bloed van dieren drink.” Hij trekt mijn schoen uit en legt er het ijs op. “Voor tegen de zwelling. Maar vertel eens...”
“Ik vertel helemaal niks voordat jij me verteld wie je bent.” Echt gek ben ik ook weer niet want dankzij hem heb ik het wel overleefd. De nacht had anders kunnen eindigen.
Hij glimlacht wat. “Ik ben Harry en ik heb een voorstel voor je,” begint hij dan en wilt hij mijn jas uit doen. “De kachel staat aan op twintig graden dus je kan het niet koud hebben.”
Iets wat ik daarna pas merk en is het inderdaad aangenaam. “Welk voorstel?”
“Dat we samen gaan werken om de andere vampieren te vermoorden, of uitroeien, ik weet niet hoe jij dat noemt. Je bent een goede vechter, sterk, een mooie lengte en dat is in je voordeel.” Harry haalt het mes van mijn enkel. “Hm, Latijns, onderschat nooit je vijand.”
Hij kent Latijns? “Hoe lang ben jij een vampier en hoe komt het dat je gekozen hebt om dierenbloed te drinken?”
“Ik geef pas antwoord als jij mijn voorstel wilt beantwoorden,” reageert hij.
Ja, die had ik kunnen verwachten. “Mag ik daar nog even over nadenken?” Geen idee of dat tegen de regels is.
“Vooruit, maar dan zou ik wel graag willen weten hoe een meid als jij een hunter wil zijn,” knikt hij begripvol.
Ik glimlach zelf. Het had slechter kunnen zijn. “Ik had alleen mijn moeder nog maar zij is door een vampier vermoord voor mijn ogen. Onervaren dat ik was, heb ik de vampier toch uit kunnen schakelen,” leg ik uit. Zonder te veel details vrij te geven. "Daarna heb ik mezelf wat getraind in de sportschool en daardoor ben ik in aanmerking gekomen met de hunters. Waar ik een opleiding gevolgd heb om een echte hunter te worden.”
Aan zijn ogen kan ik zien dat hij wat verbaasd is. “Bewonderenswaardig, ik heb geen familie meer. Ik ben net een jaar een vampier. Is dit niet te koud?”
Ik schud mijn hoofd. “Het valt wel mee,” verzeker ik hem. “Deal,” zeg ik dan en verras ik mezelf.
“Is dat je antwoord op mijn voorstel? Ik dacht dat je minstens nog een nacht bedenktijd wilde,” lacht Harry wat.
Ja, dat dacht ik zelf ook. “Het kan geen kwaad om hulp te hebben. Soms kan ik het niet alleen en dan is het fijn om te weten dat er iemand is die wilt helpen.”
“Daarom bied ik het ook aan. We kunnen nog wel een tactiek bedenken die kan werken. Je uiterlijk kun je in je voordeel gebruiken door een slachtoffer te spelen en de vampier zodanig wegleiden van zijn oorspronkelijke plan,” legt hij uit en verdwijnt hij naar de keuken. “Het is een idee natuurlijk. Ik bedoel niet dat je het er gelijk mee eens moet zijn.” Harry komt terug met een theeglas, een theezakje met suiker en melk. “Ik dacht wel dat je wat wilde drinken.”
Hij is wel vriendelijk en sympathiek voor een vampier. “Het zou kunnen maar ik wil je eerst wat beter leren kennen.”
“Ik heb alle tijd,” grinnikt hij.
Ik vraag me af hoe hij was als mens.
“Zoveel is er niet verandert voor mij. Alleen mijn oogkleur want ik had eerst een soort groengrijze kleur,” raad hij opeens mijn gedachten.
Kun je gedachten lezen soms?
“Sorry, ik zag je zo vragend kijken. En je wilt me toch beter leren kennen?” Met een glimlach schuift hij meer mijn kant op. Hij kijkt ook naar mijn lippen.
Wil ik dat wel? Nog voor ik me kan bedenken, druk ik mijn lippen op de zijne. Om na een paar lichte kusjes zijn tong te voelen en doe ik mijn lippen vaneen.
Het volgende moment ligt zijn hand in mijn nek en zoent hij me passievol. Vervolgens laat hij me na een paar minuten, uren naar mijn gevoel, los. “Sorry, dat wilde ik al doen toen ik je zag vechten,” bekend hij zacht.
“Geeft niet,” zeg ik bijna ademloos. “Maar ga niet te snel. We moeten nog samenwerken.”
Hij trekt me op schoot en knuffelt hij me. “Zal ik doen,” beloofd hij me.

~*~*~*~*~*~

Reageer (3)

  • Paardenvriend

    Geweldig! (H)

    7 jaar geleden
  • CaptainChaos0

    ahhww how cute!!

    behalve dan dat harry zijn vrienden vermoord.

    loves xx

    8 jaar geleden
  • Tommorow

    Oh bedankt <3 Hij is echt fantastisch!

    8 jaar geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen