Hoofdstuk 3: De Verborgen Afdeling
Die nacht had Coby een nachtmerrie. ‘Je kunt geen kant meer op!’ zei een stem. ‘Waarom?’ vroeg een man. ‘Dat weet je best!’ zei de stem. ‘IK ben de enige koning van Elvenar!’ Het werd plotseling donker… ‘AAAAAHHHHH!’ schreeuwde Coby. Ze viel uit bed. ‘Wat…’ zei ze geschrokken. ‘Die beelden… ze leken echt…’ Snel ging ze weer in bed liggen. ‘Ik moet me er niet te druk om maken. Ze betekenen vast niks.’
De volgende ochtend gingen Coby en Anna al snel weg. Ze logen tegen Anna’s vader dat ze gingen jagen. Maar in werkelijkheid gingen ze naar de bibliotheek toe, om informatie over Elvenar en de Verborgen Afdeling te zoeken. ‘Oké, wat doen we hier ook alweer?’ vroeg Anna, toen ze voor de bieb stonden. ‘We moeten meer over Elvenar te weten komen.’ zei Coby. ‘En misschien kunnen we hier ook een aanwijzing vinden die ons naar de Verborgen Afdeling leidt. Dat soort dingen vind je altijd in een bibliotheek.’ ‘O ja.’ zei Anna. Ze liepen naar binnen.
In de bieb gingen ze kijken bij de geschiedenisboeken. Maar in geen enkele stond ook maar iets over Elvenar. ‘Dit is vreemd.’ zei Coby. ‘Je zou toch denken dat er in ten minste één van deze boeken iets staat over Elvenar.’ ‘Laten we bij de fantasieboeken kijken!’ zei Anna. ‘Goed idee.’ zei Coby. Bij de fantasieboeken werd wel verteld over Elvenar, maar de elven werden omschreven als bloedzuchtige moordenaars. ‘Hier is niks van waar!’ zei Coby kwaad. ‘Elven zijn vredelievende wezens! Ze vallen niemand aan die hun niks aan doet!’ ‘In mijn sprookjesboek wordt ook over dit soort elven gepraat.’ zei Anna. ‘Mijn vader zei altijd dat het leugens zijn.’ ‘Hoe weet je vader dat het niet waar is?’ vroeg Coby verbaasd. ‘Dat heeft hij nooit verteld.’ zei Anna. ‘Hmm…’ zei Coby. ‘Vreemd. Maar we hebben nu geen tijd om ons daar druk over te maken. Er moet toch minstens één boek zijn die de waarheid spreekt?’ ‘Dat soort boeken vind je alleen op de Verborgen Afdeling.’ zei een stem. Geschrokken draaiden Coby en Anna zich om. Achter hun stond een jongen van hun leeftijd. Hij had zwart, stekelig haar, lichtblauwe ogen en droeg een groen shirt. Hij keek hun met een vriendelijk gezicht aan. ‘Wie ben jij?’ vroeg Anna. ‘Ik ben Kai!’ zei de jongen. ‘Ik heb jullie een tijdje gevolgd en besloot jullie te helpen!’ ‘Gevolgd?’ vroeg Coby. ‘Ben je een stalker of zo?’ ‘Natuurlijk niet!’ zei Kai. ‘Maar ik heb jullie gisteren horen praten over dat jullie op zoek zijn naar de Verborgen Afdeling. En ik heb wat informatie die jullie goed kunnen gebruiken.’ ‘Wat voor informatie?’ vroeg Anna. ‘Ik weet waar een kaart van deze bibliotheek ligt, en daarop staat ook de route naar de Verborgen Afdeling.’ ‘Hoe weten we dat we je kunnen vertrouwen?’ vroeg Anna. ‘Ik wil de Verborgen Afdeling zelf ook graag bezoeken.’ zei Kai. ‘Ik ben niet zo’n type die mensen verraad.’ ‘Ik vertrouw je.’ zei Coby. ‘Ik moet er nog even over nadenken.’ zei Anna. ‘Mooi!’ zei Kai. ‘Volg mij maar!’
Ze gingen terug naar de geschiedenisboeken. Kai liep naar de grote, ronde tafel die in het midden van de afdeling stond. Hij dook onder de tafel en opende een verborgen vak. Daarin zat de kaart. ‘Hebbes!’ zei hij. ‘Dat was snel.’ zei Coby. ‘Wacht, als je wist dat de kaart daar was, waarom heb je hem zelf dan niet gepakt?’ vroeg Anna. ‘Eh…’ zei Kai. ‘Dat is nu niet belangrijk!’ Hij gaf de kaart aan Coby. Op de kaart stond een gedetailleerde plattegrond van de bibliotheek, waarin in het rood een spoor was getekend. Die liep door alle afdelingen heen, naar het achterste gedeelte van de bieb. Daar was een groot kruis getekend. ‘Dit is perfect!’ zei Coby blij. ‘Laten we er meteen heen gaan!’ zei Anna. Ze rende door de bieb heen, naar de plek van het kruis. Coby en Kai renden gauw achter haar aan.
Toen ze bij de plek van het kruis aankwamen, zagen Coby en Kai dat Anna tegen werd gehouden door twee sterke mannen. ‘Laat me er langs!’ riep ze kwaad. ‘Daar komt niks van in!’ zei één van de mannen. ‘Dit gedeelte is verboden voor het gewone volk!’ ‘Dat is niet eerlijk!’ zei Anna. ‘Wat is er dan zo geheim daar?’ ‘Daar kunnen we niks over vertellen.’ zei de andere man. Boos liep Anna weg. ‘Die twee idioten laten me er niet langs!’ zei ze kwaad. ‘Dat vermoedde ik al.’ zei Kai. ‘Het heet niet voor niks de Verborgen Afdeling! Mensen mogen er niet komen!’ ‘Waarom mogen mensen er niet komen?’ vroeg Coby nieuwsgierig. ‘Dat weet ik niet.’ zei Kai. ‘Maar er zijn geruchten dat de boeken daar ‘de waarheid’ vertellen. Geen idee wat ze daar mee bedoelen, maar het klinkt cool!’ ‘Laten we vannacht terugkomen, dan is er vast niemand.’ zei Coby. ‘We gaan inbreken in de bieb!’
Er zijn nog geen reacties.