De volgende ochtend was Coby al vroeg wakker. Ze had de hele nacht niet geslapen, en had een heel erg ochtendhumeur. Anna daarentegen was hyperactief en kon niet stilzitten. ‘Wat gaan we nu doen? Wat gaan we nu doen?’ vroeg Anna steeds. ‘Kop dicht!’ zei Coby. ‘Ik kan nu even geen drukte aan mijn hoofd hebben!’ Anna’s vader, die zo langzamerhand ook genoeg kreeg van zijn dochter, stuurde haar het bos in om te gaan jagen aangezien ze de vorige dag niks mee had genomen. Coby ging ook mee, omdat frisse lucht haar goed zou doen.

Even later, terwijl Anna aan het jagen was, was alles dat Coby deed op een steen zitten en een zakje chips eten. Ze had vlak voordat ze vertrokken een zakje Nibbit meegesmokkeld. ‘Je jaagt alle dieren weg met het gekraak van die chips!’ zei Anna geïrriteerd. ‘Sorry!’ zei Coby. Ze was klaar met eten en stopte het lege zakje terug in haar tas. ‘Weet je, ik vraag me nog steeds iets af.’ zei Anna. ‘Wat?’ vroeg Coby. ‘Hoe ben je ooit aan die wond gekomen?’ vroeg Anna. ‘Er zijn geen roofdieren in dit bos. In ieder geval geen die mensen aanvallen.’ ‘Het waren twee mannen.’ zei Coby. ‘Ze waren iets in het bos aan het dumpen. Ik wou ze vragen of ze wisten waar ik was, maar één van hen liep opeens dreigend op me af met een mes. Voordat ik het doorhad lag ik bloedend op de grond. Het laatste wat ik me nog kan herinneren is dat ze wegreden in hun auto.’ ‘Wacht, ze dumpten iets in het bos?’ vroeg Anna geschrokken. ‘Coby, kun je me naar die plaats brengen?’ ‘Ik denk dat ik de weg nog wel weet ja.’ zei Coby. ‘Maar waarom kijk je zo geschrokken?’ ‘Omdat…’ zei Anna. ‘Wacht, er is nu geen tijd om het uit te leggen. Breng me nou maar naar die plaats toe!’

Het duurde niet lang voordat ze bij de plaats aankwamen. Er lagen overal vaten op de grond en een chemisch goedje stroomde langzaam de rivier in. ‘Hier was ik al bang voor.’ zei Anna. ‘Het zijn die schurken vast weer! Dat ze hun lelijke koppen hier nog durven te vertonen na wat ik de vorige keer met ze heb gedaan!’ ‘Wat heb je dan gedaan?’ vroeg Coby nieuwsgierig. ‘O, een tijdje geleden zag ik hier een verdachte auto rijden.’ zei Anna. ‘Ik ging kijken en zag dat ze vaten chemisch afval aan het dumpen waren. Ik liep naar ze toe en zei dat ze daarmee moesten stoppen. Toen ze me zagen stapten ze gauw in hun auto en probeerden ze weg te rijden. Maar ik rende achter de auto aan, die het uiteindelijk begaf. Toen ze weg probeerden te rennen heb ik één van die drie met een pijl geraakt, recht in zijn been. Daarna heb ik ze nooit meer gezien. Maar nu zijn ze dus terug!’ ‘Maar er waren er maar twee!’ zei Coby. ‘Of is die ander zo gewond dat hij niet meer meekan?’ ‘Ik denk het.’ zei Anna. ‘In elk geval ben ik blij dat ik hier weer ben. Nu kunnen we de vaten weghalen!’ Nadat ze alle vaten overeind hadden gezet gingen ze kijken wat de schade was. Ze schrokken van wat ze aantroffen. Naast de rivier lagen overal dode dieren. Die hadden vast van het water gedronken, niet wetende dat het vergiftigd was. ‘Dit is… niet goed.’ zei Anna. ‘Het water uit deze rivier wordt door de mensen uit de stad gedronken!’ ‘Wat moeten we nu dan doen?’ vroeg Coby. ‘Geen idee.’ zei Anna. ‘Laten we eerst naar de stad gaan om te zien hoe erg de schade is.’ zei Coby. Zo snel als ze konden renden ze naar de stad toe.

Even later, toen ze in de stad waren, hoorden ze meerdere mensen praten over dat de watertoevoer op mysterieuze wijze gestopt was. Anna liep naar twee vrouwen die daarover aan het klagen waren. ‘Pardon, maar ik hoorde u net praten over dat u geen water meer heeft.’ zei Anna beleefd. ‘Dat klopt kindje!’ zei één van de vrouwen. ‘Al sinds gisteravond!’ zei de andere vrouw. Coby, die er intussen ook bij was komen staan, had gelijk een idee van wat het kon zijn. ‘Wacht, kunt u mij vertellen waar de watertoevoer begint?’ vroeg ze. ‘Die begint net buiten de stad!’ zei de ene vrouw. ‘Bedankt!’ zei Coby. Ze rende weg. ‘Wacht!’ riep Anna. ‘Waar ga je heen?’ ‘Ik ga die schurken tegenhouden!’ zei Coby.

Eenmaal bij de watertoevoer had Anna Coby eindelijk ingehaald. ‘Oké, waar zijn we nu precies?’ vroeg ze buiten adem. ‘Dit is waar de watertoevoer begint.’ zei Coby. ‘Als mijn berekeningen kloppen, dan zijn de schurken die de rivier vergiftigd hebben nu hier.’ ‘Hoe weet je dat zo zeker?’ vroeg Anna. ‘Geen idee.’ zei Coby. ‘Misschien omdat hun auto daar staat?’ Ze wees naar een gammele auto die bijna uit elkaar viel. Toen hoorden ze van binnen het gebouw stemmen. ‘Het is eindelijk zover!’ zei de ene stem. ‘Spoedig zullen alle bewoners dood zijn, en dan kunnen we rustig naar de Verborgen Afdeling op zoek!’ ‘Verborgen Afdeling?’ vroeg Anna verbaasd. ‘Wat is dat nou weer?’ ‘Geen idee, maar wij laten het niet zo ver komen!’ zei Coby. Ze liep naar de gammele auto toe en zette de benzinetank in brand. Dit zorgde ervoor dat de auto explodeerde. ‘Wat was dat geluid?’ vroeg de ene stem. ‘Geen idee, maar het klinkt niet goed!’ zei de andere. De twee mannen renden naar buiten om te zien wat er aan de hand was. Anna had haar boog paraat en richtte deze dreigend op de mannen. ‘Niet weer die bemoeizuchtige wichten!’ zei de ene man. ‘Nu zijn ze samen!’ zei de andere. Hij pakte zijn mes uit zijn zak. Snel schoot Anna een pijl precies in de richting van het mes. Die viel uit zijn hand. ‘Shit!’ zei de andere man. Coby was ondertussen achter de mannen gaan staan, en zette hun kleren in brand. ‘Waarom is het hier opeens zo heet?’ vroeg de ene man. ‘Geen idee.’ zei de andere. ‘Volgens mij staan jullie kleren in de fik.’ zei Anna.
‘AAAAAAAAAAAAAAAAAAAHHHHHHHHHHHHHHH!!!!!!!’ riepen beide mannen tegelijk. Ze renden het gebouw weer in, en sprongen in het water. Ze vergaten even dat dat water vol zat met chemisch afval. Toen ze dat weer doorhadden sprongen ze er gauw weer uit. Ondertussen was de politie ook komen kijken. Ze hadden de explosie gehoord. De mannen werden opgepakt. ‘Eindelijk hebben we de beruchte broertjes Bob en Rob te pakken!’ zei een politieagent. ‘Hun oudere broer Job ligt al bij de ziekenboeg in het politie-bureau omdat hij vreemd genoeg een pijl in zijn been had.’ Snel verborg Anna haar pijl en boog. ‘Geen idee hoe dat gebeurd kan zijn.’ zei ze toen. ‘Jullie twee krijgen een beloning voor het helpen vinden van deze schurken.’ zei de agent. Hij overhandigde hun beiden een cheque van 500 euro. ‘Nice!’ zei Coby. De agent liep naar zijn auto, en keek onderweg verward naar de gammele auto, die nog steeds in brand stond. Hij had geen zin om vragen te stellen en reed weg.

Die avond waren Coby en Anna moe van het opruimen van het chemisch afval. De rivier was leeggepompt en het water werd nu gezuiverd. ‘Weet je, er is iets wat ik maar niet kan begrijpen.’ zei Anna. ‘Wat is de Verboden Afdeling?’ ‘Geen idee.’ zei Coby. ‘Maar het klinkt gevaarlijk. Zullen we er morgen naar op zoek gaan?’ ‘Goed idee!’ zei Anna. ‘Misschien komen we dan ook meer te weten over Elvenar!’

Reageer (1)

  • Duendes

    ‘Hoe weet je dat zo zeker?’ vroeg Anna. ‘Geen idee.’ zei Coby. ‘Misschien omdat hun auto daar staat?’

    Wauww, geniaal :')

    Toen ze weg probeerden te rennen heb ik één van die drie met een pijl geraakt, recht in zijn been.


    Go Anna, Go! Ik mag haar!

    8 jaar geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen