NoReasonWithoutHer-_
Jaspers POV:
In het leven maak je keuzes, de één al wat beter dan de ander. Je leert dat je nooit altijd de goede kan maken, dat ooit je een fout gaat maken dat je leven voor eeuwig kan veranderen. Jaren ervaring hoorde je slimmer te maken, wijzer, waar was die van mij in hemelsnaam gebleven. Mensen maken fouten, dingen waar ze later spijt van hebben. Maar ik… ik maakte een fout die ik langer dan een mensenleven met me zou moeten mee dragen, een vreselijke fout die me zou teisteren, iedere keer ik men ogen zou sluiten. Haar groene ogen en donker bruine haar, haar geur en het gevoel van haar warme zachte huid tegen die van mij, alles van haar hing aan me vast. M’n voeten bleven rennen, de wagen nog steeds binnen zicht. Haar slapende gedaante trillend tegen het raam, maakte me woest. Ik kon Edward achter me voelen, niet lang en hij zou me inhalen, me tegenhouden. Het was zwak als een man huilde, maar moest het lukken zou ik niet ophouden. Ik voelde haar gebroken hart van mijlen ver weg, ze leed erger dan ik dacht.
“Jasper?”
Een hand op m’n schouder bracht me tot stilstand. Hoe kon een dood hart breken. Het bonsde niet, brak enkel, cm per cm. Ik staarde naar de auto die wegreed, verder van me verwijdert dan ik wou. Ze moest terug, terug bij me. Ik probeerde me uit zijn greep los te wrikken maar hij was sterker dan ik op dit moment. Ik gaf het op en liet me door m’n knieën zakken, m’n rug tegen een boom. Ik klemde m’n handen in mijn haar en sloot m’n ogen, haar ogen voor m’n ogen halend.
“Ben je bij Carlisle geweest?”
Ik knikte, “Ja, maak je geen zorgen” maar dat deed hij toch al, dus dat maakte niet veel uit. Zijn gevoelens brachten me in de war. Hij was ziedend op me, zo ontzettend kwaad voor Charlotte. Hij had de gewoonlijke liefde voor Bella door hem vloeiend en ergens diep vanbinnen waren er een heleboel zorgen, niet om Charlotte maar om mij.
“Je moet terug, ze maken zich allen zorgen om je…”
“Ja dat voel ik” mompelde ik, m’n ogen naar hem omkijkend.
Haar gevoelens veranderde voor heel even van pijn naar liefde en dan... was ze buiten bereik. Ik fronste, waarom voelde ze opeens liefde. Ik keerde me naar hem toe, ik wou het vragen maar hij was me voor...
“Kom je...”
“Maar...”
Hij grijnsde zacht, humorloos. Hij zette zijn voeten in actie, zodra hij m’n gedachten hoorde. Ik volgde op een afstand, te traag en uitgeput. We waren sneller terug bij het huis dan ik verwacht had. In ieder raam aan de ingang werd versperd door een van hun. Esmée stond –als verwacht– in de deur opening, haar ogen angstig op me gericht. Ze peilde of ik niets stom had gedaan en Edward gaf daar duidelijk antwoord op. Ze ontspande en liet me er door. Ik rende van hun weg, hun en hun gevoelens. Alles was me te veel. Niets had nog zin, alles was een waas van dingen. Ieder deel van me wou naar haar toe, smeken om me terug te nemen en toch... we hadden tijd nodig, nuja, zij in ieder geval. Op de ene manier wou ik niet dat ze me vergaf en op de nadere wou ik niets liever. Ik had haar nodig, maar zij mij niet, niet zoals ik haar. Het is als de adem weg nemen in een al veel te kleine kamer en je hart niet meer laten slaan omdat het toch geen zin meer heeft. Ik wou het ook niet meer, het maakte niet uit zonder haar. Ik staarde naar het open raam, te aanlokkelijk om te negeren. Ik wandelde, zacht en langzaam, iedere pas afgemeten. Alice zou niet komen, natuurlijk niet, zij was nog kwader op me dan alle andere en zeker omdat ze te laat was om me te stoppen. Ze was blij geweest dat Charlotte er was, dat ik eindelijk niet meer alleen was, maar nu wou ze me in stukken scheuren. Ik boog mezelf uit het raam, de wind door men haar, men gedachten bij haar. Ik leunde verder, zo ver het balkon toe liet en...
Reageer (7)
Vlug verder, geweldig deeltje!
1 decennium geledenverdeer <33
1 decennium geleden