Hoofdstuk 7

Mister Bennett's house

De volgende ochtend stond Finley voor zijn spiegel. Zijn kaak zag blauw en hij had nog ongelofelijk veel pijn door de uitgeslagen tand. Ook zijn maag en ribben deden pijn maar de man die hem verzorgt had na het gevecht, Percy zei dat hij een dokter was maar dat geloofde Finley niet echt, had gezegd dat er niets gebroken was. Finley had weinig zin om zo meteen naar de apotheker te gaan en nog minder om alle vragen van zijn klanten te horen. Mijn god Meneer Bennet wat is er met u gebeurt? Was het dat schorriemorrie? De straten zijn hier echt niet veilig meer, de politie zou nu echt eens actie mogen gaan voeren! Of zo iets dergelijks bedacht Finley zich. Hij verwachtte zo'n reactie zeker van zijn rijkere klanten. Maar toen hij er eenmaal stond merkte niemand het op. Ze leken echter gegenereerd in zijn plaats. Er was maar een man die er iets over zei hij werkte ook in een fabriek net als Percy wist Finley. 'Zware nacht gehad zie ik.' Zei hij wijzend naar de blauwe kaak van Finley die vervolgens knikte als antwoord. 'Gebeurt de beste maat. Gevochten voor een meisie, geld of gewoon voor de lol? Weet je wat het zijn mijn zaken niet. Bedankt voor de hoest siroop hé, tot ziens.' De werkdag was beter mee gevallen dan hij verwacht had en hij ging met een zeer tevreden gevoel terug naar huis. Hij kocht zoals gewoonlijk weer de krant bij Micky Smith. Die vroeg natuurlijk meteen naar zijn verwondingen. 'Oh nee toch gaat het met u? Weet je wat neem de krant maar gratis mee Meneer. Nee weet u het zeker? Oké dan misschien maar beter want ik heb niet veel verkocht vandaag, er is dan ook al lang niets meer gebeurt in deze rot stad. Er komt niets interessants meer in de krant. Fijne dag nog!' Daarna was Finley naar huis gegaan om rustig in de krant te lezen. Voor hij ging slapen keek hij nog eens in de spiegel. De wonden leken al goed te zijn genezen en Finley betrapte zich erop dat hij het er best wel stoer vond uit zien. Daarna ging hij slapen.
      Toen hij de volgende ochtend op stond zag hij dat zijn kaak al minder blauw zag. En dat bleek achteraf gezien ook goed te zijn. Toen hij die ochtend in de apotheker stond kwam er namelijk een oude schoolvriendin van zijn vrouw langs. Het was een van haar beste vriendinnen en ze was zelf op hun trouw geweest. 'Wat heb je nu gedaan, Finley?' Vroeg ze en ze plaatste haar hand op zijn kaak. 'Niets erg gewoon... Tegen de deur gelopen.' Loog hij. 'Één week zonder vrouw en hij loopt al tegen de deur. Typisch mannen,' zei ze en ze draaide met haar ogen. 'Ik ga maar weer eens. Zeg Charlotte gedag van me als ze terug is en zeg haar dat ik nog eens met haar naar het theater wil gaan.'
      'Dat zal ik haar zeker zeggen Denise, doeg.' Zei hij wuivend. De rest van de dag verliep traag. Hij verveelde zich dood omdat er amper klanten waren en hij meer zin had om naar zijn afspraak met Percy te gaan. Ze hadden afgesproken aan de dokken. Om welke reden wist Finley niet maar hij was zeker dat het iets met de bende te maken had. Nu hij zijn eerste gevecht gewonnen had was hij namelijk lid. Natuurlijk niet officieel. Percy had hem uitgelegd dat dat nog minstens een maand zou duren tot die tijd was het helpen met klusjes en vechten in de put. Finley trainde zichzelf daarom thuis ook. Het was geen zware training natuurlijk. Hij deed af en toe gewoon wat pushups en situps. Het was Finley opgevallen dat de meeste mannen zeer sterke arm en buikspieren hadden. Dat kwam vooral door het zware werk dat ze moesten doen in de fabrieken. Finley wilde echt niet voor hen onder doen en had daarom beslist om zichzelf te trainen. Hij was ongelofelijk blij toen het zeven uur was en hij de apotheker kon sluiten om naar de dokken te vertrekken.

The docks, The City of London

'Vertel eens Percy waarom zijn we hier?' Vroeg Finley. Hij had het zeer raar gevonden dat hij hem hier naartoe had gebracht. De laatste keer hadden ze namelijk ontmoet in Devil's Acre en daar waren ze nu heel ver vandaan. 'Waarom zijn we niet gewoon naar de pub gegaan of naar de vechtclub?' Percy legde zijn handen in zijn nek. 'Denk je dat een bende maar op een plek werkt? Dan zit je goed fout. De beste bendes hebben hoofdkwartieren in heel de stad een één van de onze bevindt zich nu eenmaal hier.' Zei hij. 'Hoer in de dokkken?' Vroeg Finley verbaast. Percy knikte. 'Zeker wel. Het is ons belangrijkste hoofdkwartier tot nu toe. Om eerlijk te zijn hebben we er ook maar twee maar dit is echt een heel belangrijke.'
      'Hoezo dan?'
'Soms vergeet ik dat je nieuw bent Bennett. Dan moet ik jou dus alles uitleggen. Maar goed, dit is een zeer belangrijk hoofdkwartier omdat het zich aan de Theems bevindt. En voor je vraagt waarom dat belangrijk is zal ik het al vertellen. Transport! Één van de belangrijkste bezigheden van een bende is smokkelen. Zo komen we namelijk aan een groot deel aan ons geld. In vele steden overvallen bendes koetsen en treinen die dingen vervoeren. Dat doen wij ook maar in Londen heb je natuurlijk de Theems en zoals je kan zien aan de hoeveelheid boten op de rivier wordt er hier nogal veel vervoert via het water. De Londens bendes maken daar dan ook flink gebruik van. Op papier zijn deze opslagruimtes hier van een fabrieksbaas maar niets is minder waar. Onze bende heeft de man "overgehaald" en nu mogen wij hem en het dok dat er aan zit gebruiken om te laden, te lossen en onze boten aan wal te leggen.' Finley keek naar de opslagruimte. Het gebouw was zeker niet groot, voor een loods. De fabrieksbaas die ze hadden "overtuigd" om het aan het te geven was waarschijlijk niet zo rijk en machtig geweest als anderen en daarom was het deze relatief kleine bende gelukt om het te bemachtigen. Het was toch een mooie aanwinst vond Finely. Toen ze naar het dok gingen kijken bleek dat de boten die ze hadden hun beste dagen ook al hadden gekend maar volgens Percy werkte ze goed genoeg. 'Heb je me gewoon naar hier gebracht om mij dit alles te laten zien of is er meer?' Vroeg Finley. 'Er is meer. Ik wil iets met je afspreken elke zaterdag hebben we een bijeenkomst. Die duurt meestal maar een kwartiertje het zou fijn zijn als je kwam, ik zou dat zeker doen als je in de bende wilt blijven. Daar beslissen we ook over onze activiteiten, daar vertel ik later nog wel meer over. Al je het goed vindt wil ik na elke bijeenkomst even met je trainen. Je vecht redelijk maar je zou zeker nog geen veldwerk kunnen doen. Dus hebben we een deal zie ik je zaterdag?' Finley knikte. 'Oké dan zie ik je dan Bennett ik kijk er naar uit.'