Hoofdstuk 6
De zak werd van Finleys hoofd getrokken. Het duurde even voor zijn ogen gewend waren aan het licht. 'Waar ben ik? Wie zijn jullie?' Finley begon te hyperventileren. Uit de mensen massa die rond hem stond kwam plots Percy tevoorschijn. 'Wow Bennett kalmeer jezelf. Je zet me voor schut makker.' Finley had geen idee wat er gaande was. Rond hem stonden zeker honderde mensen. Het leek alsof ze allemaal naar iets aan het kijken waren maar Finley kon niet zien naar wat omdat hij tegen een muur op een stoel zat. 'Waar heb je me in hemelsnaam naartoe gebracht?' Vroeg Finley eens hij helemaal gekalmeerd was.
'Waar je voor gevraagd hebt. Dit, mijn vriend, is de bende. The Golden Brawlers!' Zei Percy trots. 'Van waar die zak? Kon je me niet gewoon hier naartoe brengen? Je had me op zijn minst kunnen waarschuwen.' Percy gaf Finley een flesje bier om terug op krachten te komen. 'Sorry maar zolang je de eerste beproeving niet doorstaan hebt mag je de schuilplaats niet zien. Vechtclubs zijn illegaal en een bende zeker. Deze mannen laten niets aan het toeval over.' Dat hadden ze inderdaad niet gedaan, dacht Finley die nog steeds niet kon geloven dat hij zonet ontvoerd was en nu in een illegale vechtclub zat. 'Dus die euhm... Beproeving, wat houd die in?' Percy begon te lachen. 'Wat denk je zelf makker? Kijk eens rond je!' Hij trok Finley uit zijn stoel en nu kon Finley zien dat er in het midde van de ruimte een put in de grond zat waarin twee mannen stonden met windels rond hun handen. Ze waren aan het sparren terwijl de andere mannen roepend en tierend toekeken. 'Jij bedoelt toch niet dat ik daar in moet hoop ik.' Percy antwoorde niet en trok hem aan zijn kraag door de massa. 'Dit is Stan. Hij zal je voorbereiden.' Voor Finley stond de grootste man die hij ooit gezien had en hij was minstens twee keer zo breed als hem. Hij had dikke bakkebaarden door liepen tot een snor. Finley vond het een ongelofelijk zicht. 'Heb je al eens gevocht?' Vroeg Stan en Finley antwoorde door met zijn hoofd te schudden. 'Ik ga deze rond je handen doen, voor bescherming. Bal je vuisten even wil je.' Finley volgde al zijn bevelen perfect op maar zonder iets te zeggen om dat hij nog steeds overdonderd was door Stans verschijning. 'Nee! Nooit je duim binnen houden als je daarmee iemand slaat breek je je duim. Mijn god je hebt echt nog nooit gevochten he, niet te geloven.' Finley merkte op dat Stan ietwat angstig naar Percy keek. Maar Percy had een zeer vastberaden blik in zijn ogen. 'Kijk eens aan Bennett je bent bijna een echt Brawler, nu enkel nog een baar laten groeien en je bent vertrokken.' Lachte Percy. Plots klonk er hard gejuicht vanuit de groep die naar het gevecht zat te kijken. 'Lijkt erop dat er een gevecht afgelopen is. Jij bent zo aan de beurt.' Zei Stan daarna wandelde hij weg. Finley trok zijn vest uit en Percy deed hetzelfde en hij deed hem nog snel enkele slagen voor. Nu merkte Finley op dat hij een pak minder gespierd was dan Percy, die waarschijnlijk al heel vaak in de put had gevochten en dagelijks trainde. 'Je bent er klaar voor Bennett, het lukt je wel. De eerste keer is de zwaarste maar daar moeten we allemaal door.' Finley knikte en ze wandelde samen naar de rand van de put. Ze lieten zichzelf in de put zakken en Percy sprak hem nog wat moed in. 'Deze kerel is een groentje net als jij en zo te zien is hij iets kleiner maar hij lijkt me wel wat gespierder dan jou. En hij heeft al één keer gewonnen maar het lukt je wel ik geloof in jou.' Percy gaf hem nog een schouderklopje en ging dan de ladder op om de put uit te gaan. 'Hey Percy, gaat de afqpraak van donderdag nog door?' Er verscheen een grijns op Percy's gezicht. 'Als je wint wel maat, als je wint wel.'
Finley keek naar zijn tegenstander. Hij moest ongeveer even oud zijn als hem maar hij leek iets ouder door zijn kort geschoren haar en de wallen onder zijn ogen. De man had ook een kwade blik op zijn ogen die Finley angst aan jaagde. Hij kon zich nu alleen maar inbeelden hoe vreemd het tafereel er moest uit zien. Een sterke gespierde man over de tengere Finley. Er stond een man aan de rand van de punt op een grote house kist om boven de andere mensen uit te komen. Hij vroeg tevergeefs voor stilte en ging toen verder met het aankondigen van de kandidaten. Door het geroezemoes rond hem kon Finley de man niet verstaan. Maar toen de man zijn arme in de lucht gooide en het publiek luider begon te roepen dan voordien kwam Finley tot de conclusie dat het gevecht begon. Zijn tegenstanders stond huppelend voor hem met zijn handen voor zijn gezocht opgetrokken. Finley stond er ietwat ongemakkelijk. Hij probeerde zich de slagen en tips te herinneren die Percy hem had verteld maar hij kon er niet meer opkomen. De man merkte op dat hij afgeleid was en zette een stap vooruit. Finley wilde de slag die volgde ontwijken maar het was tevergeefs. De man zijn vuist raakte hem vol op de kaak. Finley viel op de modderige ondergrond en voelde dar één van zijn tanden was uitgeslagen. Hij kon het niet geloven. Hoe zou hij dit moeten uitleggen aan zijn klanten of aan zijn vrouw? De man haalde nog eens uit. Eerst gaf hij Finley een trap in de rug waardoor hij plat op de grond viel en vervolgens begon de man hem in de maag te trappen. Wat zouden de mensen in de kerk denken? Hoe moest hij dit in hemelsnaam thuis uitleggen? Finley kon niet geloven dat hij zo veel risico had genomen voor een onderzoek dar afgelopen leek te zijn. Hij gong did gevecht verliezen en hij zou zich niet bij de bende kunnen voegen. Neen! Dat kon hij niet laten gebeuren. Hij trok zich op aan de muur en er klonk luid gejuich uit het publiek. Filet kon zien dat zijn tegenstanders verbaast was dat hij nog kon rechtstaan en hij gebruikte die verwarring in zijn voordeel. Finley zette een stap rechts vooruit. Hierdoor ging de man zijn linker kant verdedigen maar Finley haalde uit met links en sloeg de man op zijn rechter oor. Hij volgde door een trap in de maag. Uit reflex hield de man zijn armen over zijn buik en boog hij voorover. Finley plaatste zijn elleboog op zijn achterhoofd waardoor zijn tegenstander met zijn gezicht pal op de grond viel. De man kroop terug recht. Finley hoorde iemand in het publiek roepen:'Maak hem af!' Finley wandeld op de man af. Hij was weerloos en keek Finley smekend aan. Vervolgens kreeg de man een trap in zijn gezicht.
Er zijn nog geen reacties.