** 003
“Blair, ik heb er geen problemen mee als je wat wil gaan reizen.” Begint Aro wanneer we in de tuin zijn.
“Dat heeft uiteindelijk alleen maar voordelen, Aro.” Knikt Demetri. “Ze doet er goed aan om te weten waar de anderen wonen. Net als dat het verstandig is als ze hun leert kennen.”
“Inderdaad alleen voordelen. Kun jij mij beloven dat je haar niet uit het oog verliest?” Aro wil duidelijk Demetri's woord. “Dat is als je met haar mee wil gaan. Zonder een begeleider kan Blair anders niet gaan reizen.”
“Ik wil er zelf anders ook wel even uit het kasteel,” zegt Demetri en heeft hij zijn handen ineen op zijn rug. Waardoor hij er elegant en recht bij staat.
“Heb ik soms de gave van onzichtbaarheid?” Wil ik weten en kijk ik van de een naar de ander. Beide mannen schudden hun hoofd.
“Nee,” antwoord Demetri ook echt.
“Negeer mij dan niet.” Reageer ik. “Ik sta erbij en kan jullie horen.”
“Sorry Blair,” verontschuldigt Aro zich. “Dit is juist belangrijk. Caius heeft gelijk dat je nog een nieuweling ben en daarom een begeleider nodig heb. Wanneer zou je weg willen gaan? Hoelang wil je weg blijven?”
“Nou, ik wilde eerst toestemming krijgen van jullie. Nu ik die heb, kan ik vannacht rustig een tas inpakken.” Denk ik hardop.
“Ik waardeer de manier waarop je alles aanpakt. Je ben hoe dan ook erg waardevol voor ons en ik zou je niet graag willen missen.” Aro maakt een kort knikje met zijn hoofd. “Hoe lang wil je er over doen? Je zou de wereld in een maand gezien kunnen hebben.”
“In een rustig tempo.” Ik kijk naar Demetri. “Ik vind het wel wat om op het vliegveld een last minute vlucht te nemen en we zien wel waar we landen.”
“Ik ga er vanuit dat je in ieder geval Parijs, Madrid, Berlijn, Athene en Moskou wil zien. Dat zijn de hoofdsteden van sommige landen hier in Europa.” Het is te zien dat Demetri mijn reactie wel leuk vind door de glimlach op zijn gezicht.
“En welke stad hoort bij welk land?” Wil ik weten.
“Neem morgenochtend op zijn minst even afscheid. En Blair, wees voorzichtig als je honger heb.” Aro trekt zijn wenkbrauwen waarschuwend op. “Buiten het kasteel moet je zelf je rommel opruimen. Demetri leert het je wel. Tot morgenochtend.” Daarna loopt Aro rustig weg en ben ik alleen met Demetri.
“Aro, hoe zit het eigenlijk met geld?” Door mijn opmerking, draait Aro zich om.
“Jullie krijgen geld in de vorm van een creditkaart.” Met die woorden verdwijnt hij nu en gebaard Demetri dat ik kan gaan zitten.
“Parijs hoort bij Frankrijk, Madrid is Spanje, Berlijn is Duitsland, Athene is Griekenland en Moskou is Rusland.” Vertelt Demetri als een antwoord op mijn vraag. “Ik denk Aro het op prijs stelt als we hier even terug komen, na Europa gezien te hebben, voor we verder gaan.”
“Dat kan geen kwaad. Vind je het erg als ik een camera meeneem? Voor herinneringen.” Hoopvol kijk ik hem aan en komt Demetri naast me zitten. “Ik wil anders ook wel bewijs dat ik die landen gezien heb.”
“En wie gaat die foto's dan ontwikkelen?” Zijn stem klinkt een tikkeltje geïrriteerd.
“Niemand, ik sluit de camera zelf aan op mijn laptop en print de foto's op normaal papier uit.” Grijns ik.
“Dan vind ik het niet erg.” Schud hij lachend zijn hoofd. “Ga je tas inpakken.” Spoort hij me aan. “En als je niet weet wat je in moet pakken, kun je aan Heidi vragen of ze je wil helpen. Zij komt regelmatig onder de mensen en ze weet waar je op moet letten.” Knipoogt hij.
“Demetri, even serieus, hoe blond denk je dat ik ben. Via internet blijf ik een beetje bij de mode voor als ik het kasteel uit mag.” Ik haal mijn schouders op. “Als ik kon zuchten, zou ik dat nu doen.”
“Hoe laat wilde je morgen weg gaan?” Demetri schiet in de lach.
“Rond een tijd dat normaal is voor ons en dat we niet de aandacht trekken.” Ik denk na wat de beste tijd is.
“Je bedoeld rond vijf uur? Dat is nog voordat de zon opkomt.” Hij plaagt me duidelijk en komt dat waarschijnlijk omdat ik echt mag gaan reizen. Ergens vind ik het niet erg dat Demetri mee gaat. Hij is leuk gezelschap als je hem eenmaal kent. “Geef het zelf maar door in de troonzaal. Dan is iedereen in ieder geval om vijf uur morgenochtend in de troonzaal.”
“Zal ik doen.” Ik spring op om naar binnen te gaan. “Daarna ga ik mijn tas inpakken. Schaken zal moeten wachten.” Glimlach ik naar hem.
“Dat geeft niet.” De lach is zelfs in zijn donkerrode ogen te zien. “Ik zie je morgenochtend.” Demetri staat op en gaan we beide een andere kant op. Eerst Aro, Marcus en Caius vertellen dat ik morgenochtend om vijf uur wil vertrekken. Tegelijk mezelf voornemend dat ik daarna mijn tas in wil pakken.
Er zijn nog geen reacties.