Hoofdstuk 1
Ik zag dat Vuurhart met de ochtendpatrouille het kamp binnen kwam.
En?
Vroeg Blauwster.
De honden komen telkens dichter bij het kamp miauwde hij bezorgd.
Blauwster zij niets
Ik liep naar de kluit varens om mijn eekhoorn op te eten,
Vind je dat ze niet erg geheimzinnig doen over die meute honden? miauwde Snelpoot in mijn oor.
Denken ze soms dat wij te jong zijn voor dat soort zaken.
Ik zei niets...
Als ik zo een hond tegen kom zorg ik ervoor dat ze voortaan twee keer nadenken voordat ze ergens naartoe gaan snauwde hij.
Ben je je stem kwijt? plaagde hij
Nee ik denk gewoon na zij ik boos terug.
Je denkt vast over die Wolkpoot, grinnikte hij
Ik gromde en gaf hem een harde por tegen zijn zij.
Opeens kreeg Snelpoot die ene vonkeling in zijn ogen.
Wat is je plan miauwde ik zacht maar nieuwsgierig.
We gaan de honden bestrijden! Miauwde hij vastberaden.
Er zijn nog geen reacties.