Foto bij Hoofdstuk 1

Finley zwaaide de deur open. Voor hem stond een politie agent, hij was redelijk mollig en had een zwarte walrussnor. 'Goede middag, Finley Bennett neem ik aan.' zei de man en hij gaf een klein knikje met zijn pet. 'Correct.' bevestigde Finley,' waar kaan ik u mee van dienst zijn?' vroeg hij vervolgens.
'Wel meneer het zit zo,' de man leek wat hij ook wilde zeggen, maar met moeite te kunnen uitspreken,' Wel u wordt verzocht om met mij mee te komen naar het bureau.' Finley kon niet geloven wat hij zonet had gehoord. Waarom zou hij in hemelsnaam naar het politiebureau moeten? Wat had hij verkeerd gedaan? Zo ver hij zich kon herinneren was hij altijd een vriendelijk en eerlijk mens geweest. Hij deed nooit een vlieg kwaad. Natuurlijk protesteerde hij niet. Hij ging mee met de agent. Ze stapte samen in een taxikoets, die blijkbaar al klaar had gestaan. Nu was hij er zeker van, dit was geen arrestatie anders hadden ze hem wel in de boeien geslagen. Toch kon Finley het vreemde gevoel, dat hij iets verkeerd had gedaan, niet helemaal los laten. Alsof hij een onschuldige was die terechtstond. De koets hield halt, ze hadden het politiebureau bereikt. De agent begeleide hem naar binnen. Finley volgde hem tot de bovenste verdieping. Daar stonden twee mannen over een bureau gebogen die vol lag met papieren en andere documenten. De ene man had een grijs maatpak aan en droeg een bolhoed op zijn hoofd, de andere droeg een scharlakenrode herenmantel met een zwart bloemenmotief en rond zijn hals hing een geelgroen das met hetzelfde, maar dan zilverkleurige , motief erop. 'Zoals gevraagd meneer, hier is Finley Bennett.' daarna ging de agent weer naar beneden. 'Ah goede middag meneer Bennett fijn dat u gekomen bent.' zei de man met de bolhoed. 'Ik ben de Commissaris, David Adams.' Hij kwam vanachter het bureau en gaf Finley een hand. 'En dat is meneer ...,' de man in herenmantel schraapte zijn keel en wierp kort een beledigde blik naar de commissaris, 'Oh sorry, Doctor Timothy Pierson.' verbeterde hij zich. 'Goede middag.' zei de man die kort over de glazen van zijn halfronde brilletje naar Finley keek waarna hij vervolgens verder één van de documenten bestudeerde. 'Goede middag Doctor Pierson. Zou ik jullie mogen vragen waarom ik naar hier moest komen?' vroeg Finley. 'Maar natuurlijk! Dokter Pierson is bezig met een onderzoek.'
      'Wat voor een onderzoek?' vroeg Finley die nieuwsgierig werd. Wat zou hij nu eenmaal te maken kunnen hebben met het onderzoek?

Reageer (1)

  • Founder

    Oeh, dat is de vraag, welk onderzoek?
    Dit is zó goed!

    8 jaar geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen