Foto bij Hoofdstuk 10

"Victoria! Hoe gaat het lieve meid? Heb je het naar je zin gehad?" vraagt Daniels moeder terwijl ze me in een knuffel trekt. Ik sla mijn armen ook om haar heen en glimlach vriendelijk. Als ze mij los laat, knik ik met een zelfverzekerde glimlach, ook al heb ik het niet naar mijn zin gehad. De enige die ik tot nu toe echt mag in Daniels huis is zijn wederhelft of zal ik hem gewoon Geest noemen?

Het is ongeveer zo'n 14 dagen geleden dat hij begonnen is met zijn verhaal. Hij had me beloofd om de dag daarna het vervolg te vertellen, alleen is hij niet komen opdagen. Niet de dag erna, niet de week erna, niet twee weken daarna. Nu begin ik stilaan bezorgd te worden. Niet dat ik hem zo graag wil zien, alleen het feit dat hij de enige is in dat huis waarmee ik kan praten. De laatste tijd zit ik gewoon wat rond te lopen in het huis en het een beetje aan het verkennen. Daniel lijkt het daar dus echt wel naar zijn zin te hebben. Hij leest altijd wel een boek. Of kijkt geïnteresseerd naar hoe 2 dieren vechten op tv. Verschrikkelijk.

"Mam, kom even. Laat haar bij de andere meiden." zegt Daniel koel. Nathalie zet haar hand op mijn rug en schudt haar hoofd als teken dat ik niet op hem moet letten. Ik glimlach gerustgesteld naar haar en volg haar dan naar een grote zaal. Als ze de deur open heeft gedaan, wordt er even naar mij gekeken maar al snel let iedereen weer op wat ze bezig is. Wat me opvalt is dat er enkel meisjes zijn. En zoals Nathalie me al eerder had gezegd, zijn er een aantal meiden 'tienermoeder'.

"Zo, blijf jij maar even bij hun. Straks komt Daniel je weer halen." Ik knik glimlachend naar haar en ze doet de deur dicht als ze vertrekt. Ik kijk de kamer rond en zie hoe de meiden zich vermaken in nagels lakken, make-up aanbrengen of met hun kind bezig zijn. Ik slik even en neem dan ongemakkelijk plaats op een zetel. Naast mij zit een meisje een boek te lezen.

"Hey, ik ben Victoria." zeg ik. Meer naar iedereen gericht maar ik kijk meer rond dan hun glimlachend aan te kijken. Niemand reageert op mijn begroeting. Ik kuch even zachtjes en kijk dan naar het boek dat het meisje naast me vast heeft. "Oh, is dat Harry Potter? Ik ben gek op die reeks." zeg ik tegen het meisje. Ze heeft een simpele hoodie aan met een jeansbroek. Ze kijkt me geërgerd aan. Wat een teef! Kan ze niet gewoon een beetje vriendelijk doen?

"Nou en? Heb ik ernaar gevraagd?" vraagt ze arrogant en verlaat de zaal. Ik kijk haar na en rol dan met mijn ogen. Had ik maar niet met haar gepraat. Ik was al even vergeten dat ze hier allemaal net als mij zijn. Ik voel me helemaal niet op mijn gemak, vooral omdat ik nu echt besef dat hier enkel meiden zijn als degene die ik heb achter gelaten. Een zucht verlaat mijn mond.

"Trek je niet veel van haar aan, ze is altijd zo." Blijkbaar was ik zo in gedachten omdat ik niet gemerkt heb dat er twee meiden naast me zijn komen zitten. Ik glimlach naar degene met blond haar, eveneens ook degene die me meedeelde dat het meisje dat weg was altijd zo is. Ze steekt haar hand uit met een gespannen glimlach. "Léa." glimlacht ze als ze wat meer ontspannen is. "En dit is Febe."

"Ik ben Victoria." grinnik ik als ik hun handen heb geschud. Er komen nog wat meiden rondom me staan tot uiteindelijk iedereen rond me staat. Ik glimlach ongemakkelijk naar ze en opeens schieten ze allemaal in de lach. Ik probeer te begrijpen wat er scheelt maar ik begrijp er helemaal geen bal van.

"Dus je bent met Daniel gekomen. Hoe is die gast?" vraagt een meisje. Ik frons mijn wenkbrauwen even en draai dan met mijn ogen. Ze kijken elkaar allemaal niet-begrijpend aan.

"Jullie willen het niet weten! Ik kan er een boek over schrijven. Hij is echt verschrikkelijk! Shoppen met hem: not done! Eten met hem aan tafel: not done! Leven met hem: vergeet het maar. Het is echt erger dan leven zonder internet, geloof me. Hij loopt de hele dag te zagen en jou te kwetsen. Echt onvoorstelbaar!" zeg ik. Ik voel hoe mijn hart weer in stukken breekt maar ik negeer het en probeer me groot te houden. Ik zie hoe de meiden elkaar aanstaren met grote ogen.

"Wow, meen je dat? Hij ziet er zo knap uit! Ik zou nooit denken dat hij zo hard is... Ik dacht dat hij heel lief was." zegt een meisje dat ongelooflijk mager is en een bleke huid heeft. Ik schud mijn hoofd naar haar. "Ik ben Nora trouwens." zegt ze en steekt haar hand uit. Ik schud die glimlachend. De andere meiden stellen zich ook snel voor.

"Gaan jullie ook naar school?" vraag ik aan de meiden. Ze schudden allemaal hun hoofd.

"Nee, wij hebben een privé-leraar." Ik maak een o-gebaar met mijn mond. Ondertussen ga ik al twee weken naar school. "Jij wel dan?"

"Ja." zeg ik kortaf. "Ik ben al twee weken gegaan maar ik ken er nog niemand. Het is wel redelijk stom omdat ik tijdens iedere pauze gewoon naar het toilet ga, om geen gesprek te beginnen met die mensen die er toch niets van begrijpen." Hier begin ik me opeens thuis te voelen. Met in mijn achterhoofd dat al deze meiden hier het even moeilijk hebben als mij, geeft me ergens rust. Nora, Léa, Febe, Chelsea, Cloé, Ella en Kaylee, 7 meiden die allemaal een ander verhaal hebben dan mij maar toch dezelfde pijn hebben doorgemaakt.

"Misschien moet je proberen een gesprek te beginnen met iemand, het zal echt wel helpen. Toen we allemaal hier kwamen was het eerste wat we hadden gedaan na een maandje of zo, elkaars verhaal vertelt aan elkaar. Het hielp, echt waar. Als je wilt kan je het hier ook kwijt." Ik kijk Chelsea aan. Ik vertrouw hun niet. Wie weet wat ze ermee gaan doen? Ze gaan het zeker aan Nathalie vertellen. Zonder mijn toestemming. Ik schud langzaam mijn hoofd. "Goed, maar als je er klaar voor bent, zeg je het maar." glimlacht ze deze keer. Ik glimlach ook.

"Oh trouwens, Cloé en Febe hebben beiden een zoontje. Jacob en Sébastian." zegt Ella. Ik zie hoe Jacob in Cloés armen ligt te slapen en Sébastian met een pluk haar van Kaylee is aan het spelen terwijl Febe hem vast heeft. Ik grinnik even.

"Wil je hem vasthouden?" vraagt Febe terwijl ze al naar me toe loopt en overhandigt me Sébastian. Ik houd hem vast en bekijk hem glimlachend. Als mijn andere 'vriendinnen' hun zouden tegenkomen, dan zouden ze deze meiden verafschuwen en zou ik dat ook doen, gewoon om erbij te horen. Ik zou echt mijn echt ik niet naar boven halen omdat ik bang ben dat ik gekwetst ga zijn.

Ik kijk Sébastian aan. Hij begint een beetje te giechelen wat mij doet glimlachen. Een keer dacht ik dat ik zwanger was, wat gelukkig niet zo was. Ik werd zo'n 4 maanden niet ongesteld en ik dacht dat mijn leven nu al mocht stoppen omdat ik moeder ging worden. Met veel haat was mijn moeder met mij naar het het ziekenhuis gegaan. 'Ik kan nog niet eens voor één iemand zorgen, laat staan voor jou en jouw kind. Je gaat zelf maar werken want je ziet geen cent van mij!' had mijn moeder gezegd. Nu denk je dat dat gemeen is maar zo is mijn moeder. Zo ben ik ook opgegroeid.

"Heb je nooit een kind willen hebben?" vraagt Febe lachend. Ik haal mijn schouders op en schud mijn hoofd. Dat is ook de waarheid. Ik ben nog niet klaar voor een baby en zeker niet op deze leeftijd. Ook al was de kans dat ik zwanger zou worden wel heel groot, aangezien ik vaak dronken was op feestjes en wakker werd naast een wildvreemde.

"Niet echt maar ik heb wel allang zwanger kunnen zijn. Alleen heb ik het geluk altijd aan mijn zijde gehad." zeg ik kort. De deur zwaait open en Daniel verschijnt in de deuropening. Febe neemt Sébastian van mij over en de meiden gaan zich meteen weer bezighouden. Ik sta op en volg hem als hij teken geeft. "Tot de volgende keer." glimlach ik naar de meiden. Ze steken allemaal hun hand snel op of tonen me een glimlach.

Ik groet Nathalie en stap in de auto bij Daniel. Ik slik. Hopelijk wordt dit geen vervelende rit zoals altijd. Tot mijn grote verbazing zegt Daniel helemaal niets. Ik kijk door de ruit en ik kan een kleine glimlach niet onderdrukken. Als we aankomen stapt Daniel de auto uit en haast zich naar de deur. Ik -nog steeds een beetje verrast- stap langzaam uit de auto. Daniel ziet dat ik niet 100 percent ben en kijkt me fronsend aan.

"Ben je nog normaal?" vraagt hij koel. Ik knik naar hem en loop de trappen op. Zonder nog om te kijken. Als ik in mijn kamer kom sluit ik de deur en draai me om. Daar ligt hij. Op mijn bed. Gelukkig, dan heb ik toch iemand om deze avond mee door te brengen.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen