21.2: (On)gewenste bezoekers
Rondom me gebeurt van alles, maar ik weet niet wat. Zo geïnfiltreerd met mijn gevoelens dat ik ze wel wil negeren en reageren, maar het lukt slecht. Totdat hij me voorzichtig opneemt en me naar binnen draagt. Ik frons, zijn we al in de Zug geweest en thuis dan?
"Har?" Mijn stem is schor en pijnlijk.
"Hé, het is goed lieverd." Een kleine glimlach verschijnt op zijn gezicht terwijl we de trappen naar boven nemen.
"Lottie, en mam, en Phoebe en-" Zijn gekwelde blik legt me het zwijgen op. Ik ben ook een idioot om zo in trance te raken op belangrijke momenten.
"Ze zitten in de extra kamer met eten. Een geleerde is onderweg, en jij moet dringend gaan slapen."
"Beer..." Meteen begin ik tegen te werken als hij de deur van mijn eigen kamer opent en me op het bed legt. "Mijn kamer?" Mijn stem trilt gekwetst, maar Harry is er ook niet volledig bij met zijn gedachten.
"Als ze je willen komen bezoeken." Wacht....
"Ze weten niet dat we echt iets serieus hebben?" Een bittere lach van de zenuwen en ongeloof verlaat mijn droge lippen. "Schaam je je voor mij?"
"Lou, je denkt niet recht. Het is beter als je gaat slapen. Echt waar." Zijn geduld lijkt voor een keer op te zijn aangezien ik hem irriteer door hem hier te houden.
"Ik irriteer je. Wel, ga dan weg meneer de keizer. Zolang het voor goede zaken is zal ik proberen dit te vergeten." Mijn woede neemt toe, net als de vermoeidheid terwijl ik mijn vuisten span en ontspan.
"Het is voor goede zaken, slaap zacht Lou." Zijn woorden klinken niet zo mooi als ze zouden kunnen klinken. Er zit geen emotie in terwijl ik weer te veel emoties voel. Ik laat me op mijn rug vallen en val onmiddellijk in slaap.
Op een of andere manier ben ik al terug wakker. Ik denk dat het mijn geweten is dat er wilt zijn voor Lot en de rest; ik wil niks missen, zelfs niet als- als er iets verkeerd gaat. Alles plakt en een vies gevoel verspreidt zich over me. Ik besluit snel met een doek en water het grote vuil van me af te halen om dan mijn haren in de kom te doen en die ook af te drogen. Andere, minder dure kleding helpt ook al om me beter te doen voelen. Al snel bevind ik me op de gang, ik heb geen idee welke kamer de extra kamer is.
"Rune?" Geen reactie, zelfs niet als ik wat langer wacht. Ik besluit dan maar om op mijn menselijk gehoor af te gaan. Helemaal vanachter in de gang hoor ik stemmen. Voorzichtig open ik de deur. Ongemakkelijk valt mijn mond een beetje open als twee vampiers, vijf mensen en een onbekende man me aanstaren. Zonder iets te zeggen doe ik de deur achter me toe en ga ik naast Dais op de grond zitten. Zwijgend. Lottie zweet nog steeds erg en haar gezichtskleur is er niet op vooruit gegaan.
"Het is nog niet op mensen getest, ik weet niet of deze atrochemische medicijnen haar gaan helpen."
De geleerde heeft intussen al grijs lang haar terwijl zijn ogen Harry aankijken.
"Ik contacteer mijn wicca, jij zoekt jouw medicijnen. Snel alsjeblieft." De man buigt diep waarna hij meteen de kamer verlaat. "Louis, je moet Jean voor me contacteren, dat gaat het snelste." Ik trek mijn wenkbrauwen beledigd op, net als mijn moeder. Ik zou hem er zo van langs willen geven om daarnet, maar hij is met goede dingen bezig dus sta ik op en volg ik hem naar zijn bureau waar hij snel en nerveus een dik boek voor me legt.
"Is alles oké Har?" Zijn ogen dwalen even rond voordat hij mij vindt en haastig knikt, nee dus.
"Hier staat het, ik-" Hij trekt enkele lades open en legt zoals vorige keer verschillende ingrediënten in een schaaltje. De zenuwen lopen door heel mijn lijf als ik het dikke boek zie met de sterke kaft en het gevulde schaaltje.
"Har, ik weet niet of ik dit wel kan." Ik probeer kalm te klinken, maar mijn stem is zo benepen door alles dat het allesbehalve kalm overkomt.
"Je moet wel. Je hebt het al eerder gedaan, je kunt dit Louis. Je moet je alleen concentreren." Alleen concentreren? Zo simpel is het echt niet, was het maar dat. Ik zeg niks als ik op de houten stoel ga zitten en de spreuk een keer lees ‘rela-ción co desex-ado lai-cos’.
"Ben je zeker van dit?"
"Heel zeker. Hoe sneller we haar helpen, hoe beter. " Ik frons en draai tegen hoge snelheid mijn hoofd in zijn richting.
"Denk je dat ik dit niet besef?! Ze is mijn zusje já, ik laat niemand iets doen zonder dat ik weet wat en hoe. Leg nog maar meer druk op me!" Ik snuif arrogant en haal mijn wijsvinger van de tafel om terug naar de spreuk te kijken. Adem diep in en uit, komaan Tomlinson.
“Relación co desexado laicos. Relación co desexado laicos.” Ik ben volledig geconcentreerd, en toch gebeurt er niets. “Relación co desexado laicos.” Gefrustreerd open ik mijn ogen terug, Harry kan er niet mee lachen, alles behalve dat. Hij zegt niets, en het is doodeng. “Relación co desexado laicos!” Ik span al mijn spieren aan, maar...niks. Boos en hevig knipperend met mijn ogen kijk ik terug op.
“Je probeert wel, maar het is geen echte concentratie Louis.” Mijn vuisten spannen zich gevaarlijk aan en het schaaltje begint te smeulen. Mijn woede bereikt wel degelijk dingen, net als mijn grote mond. Snel doe ik mijn ogen toe en concentreer me op dat gevoel en het smeulende potje.
“Relación co desexado laicos!” Onmiddellijk voel ik me duizelig, alsof ik moet overgeven. Ik probeer het tegen te houden, maar het feit dat ik niets zie helpt ook niet echt. Meteen voel ik hoe ik naar de keel gegrepen wordt door een onbekende kracht; ik vermoed mijn ‘vader’. ‘Ik ben het Louis! Stop!’ Een vies geluid verlaat mijn keel als de greep wordt losgelaten. ‘Het is Charlotte, ze is erg ziek. We hebben je dringend nodig om haar proberen te redden.’ Ik klink zakelijk, zoals Harry in zulke situaties, maar de bittere naklank valt niet te ontkennen. Ik weet niet eens of hij wilt komen; laatste keer had ik nog ruzie met hem om hetgeen tussen mij en Harry. Dat hij me niet kon accepteren zoals ik was. ‘Ze is en blijft je vrouw haar dochter vergeet mij.’ Doordat ik niks zie – wat er vervelend is, weet ik ook niet ofdat ik wel bij de juiste persoon zit.
‘Ik doe mijn best. Zijn jullie in het kasteel?’
‘Ja, dankjewel.’ Meteen wordt de verbintenis verbroken en hap ik naar adem. Zeg niet dat ik weer mijn adem onbewust heb ingehouden. Godverdomme. Volgens mij is mijn hoofd zo rood als iets.
“Komt hij?” Ik knik naar Harry terwijl ik diep ademhaal, proberend te snelle oppervlakkige ademhaling te vermijden.
“Ja, hij ging zijn best doen.” Ik geef Harry een blik, ik weet niet of hij vergeten is dat we geen beste vriendjes zijn, maar hij heeft er niets van gezegd.
“Je hebt het fantastisch gedaan Boo. Volgende keer misschien wel blijven ademhalen.” Ik grinnik en veeg mijn haren terug in de goede richting. Als Harry’s emeraldogen de mijne vinden zakt mijn hart recht tot in mijn maag. Schlemiel dat ik ben; ik zie hem echt graag. Harry lijkt hetzelfde te voelen als zijn lippen zachtjes uit elkaar wijken, opzoek naar de mijne, maar de afstand vermijdt het. Ik sla mijn ogen neer, niet wetend of alles nu goed is tussen ons of niet. “Louis.” Ik zucht zachtjes en draai mijn hoofd terug in zijn richting. Harry zit niet meer waar hij eerst zat. Hij staat achter me, voorovergebogen om zwoel in mijn oor te kunnen fluisteren. “Boo. Alles zit toch helemaal goed tussen ons, niet?” Bij het laatste woord raken zijn lippen mijn oor voorzichtig aan waardoor ik mijn adem snel vasthoudt en er een huivering over mijn rug loopt. Ik moet reageren, komaan Tomlinson. Je kan dit. Ik adem diep in voordat ik me half draai zodat ik hem kan zien, glimlach, en mijn kin omhoog til om hem meer ruimte te geven.
“Bedoel je onze bedrelatie of echte relatie daarmee?” Ik probeer verleidelijk te doen als ik een knoopje van mijn hemd losmaak. “Het is hier warm,” mompel ik dan verontschuldigend terwijl Harry’s ogen bijna uit hun kassen vallen.
“Is daar dan een verschil in?” Hij haalt vluchtig zijn tong over zijn roze lippen als ik opsta en mijn armen rond zijn hals sla.
“Helemaal niet.” Ik kus hem zachtjes, maar Harry is als een wilde beer onder me – moeilijk onder controle te houden. Ik kreun zachtjes en trek aan zijn haren als zijn handen naar beneden afdwalen – ik moet zijn aandacht krijgen. “Har, Lot is net iets dringender. Tenzij je je niet meer kunt beheersen, Beer.” Harry glimlacht en kust me deze keer meer teder.
“Mijn beheersing is prima Boo, voorlopig toch.”
Reageer (1)
het moet goed komen!
8 jaar geledensnel verder