Het is nog vroeg in de ochtend als ik wakker word in een boom. Exact op dezelfde plek als ik mezelf in slaap heb gehuild, word ik nu wakker.
'Waar kan ze zijn? We hebben niet veel tijd.' hoor ik gefluister onder me. Voorzichtig zet ik me recht op de tak en laat mezelf met een lichte plof op de grond zakken.
'Als je mij zoekt, hier ben ik.' Zeg ik op een zachte toon en het eerste gezicht die ik zie, is die van Thorin.
'Eindelijk, ik wilde je al bijna achter laten.' nors beent Thorin naar de anderen en verbaasd kijk ik hem na.
'Hij was even bezorgd als ieder ander, alleen laat hij het op een aparte manier blijken.' weet Balin me te vertellen. Ik knik even als teken dat ik het eens ben met het laatste, hij laat het inderdaad op een aparte manier blijken. Snel neem ik de weinige spullen die ik bij heb bij elkaar en zodra de groep vertrekt, volg ik hun. We volgen een kleine baan die ons uit het Elfenrijk leiden, richting een nieuw avontuur.
'Opgepast allemaal, we komen zo dadelijk in het wild terecht.' brult Thorin voor de gehele groep. Bilbo die voor me loopt, stopt even en kijkt terug naar Rivendel.
'Ik ga het missen.' zegt hij zacht tegen me. Ik knik, ten teke dat ik het ook erg ga missen.
'Meneer Bilbo, hou de groep niet op.' bromt Thorin, waarna hij verder stapt. Even draai ik met mijn ogen en Bilbo gniffelt even. Samen stappen we wat sneller door om weer aan te kunnen sluiten bij de groep.

Onze tocht die we te voet afleggen is vermoeiend en als het donkerder wordt, volgen we een pad om voorbij de bergen te geraken. Het is inmiddels weer gaan regenen en doordat het pad niet te breed is, moet ik mijn best doen om er niet af te slippen. Ik begeef mij tussen Kili en in Fili, die me steeds in het oog houden dat ik niet zou vallen. Achter me hoor ik Bilbo gillen, die struikelt en bijna over de rand valt. Gelukkig hebben Dwalin en Bofur hem nog net op tijd kunnen helpen.
'We moeten ergens schuilen.' roept Thorin door de regen. Net op dat moment kijkt Dwalin in de verte en wijst voor hem uit.
'Pas op!' roept hij uit en in de lucht komt op een hoge snelheid een steen onze kant uit, die net boven ons op de rots bots. Kleine stukjes steen dwarrelen naar beneden en Fili houdt me beschermend vas terwijl hij ons beiden tegen de rots duwt. Niet veel later zijn we steenreuzen tegen elkaar vechten, terwijl ze stukken van de berg rukken om er elkaar mee te bekogelen. Het stuk van het pad waar ik op sta, begint zich plots in twee te splitsen en Fili trekt me verder naar achteren. De broers worden op die manier van elkaar gescheiden en Kili kijkt ontredderd naar zijn broer.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen