Dagen en weken gaan voorbij. Het grootste deel van de dag breng ik door op mijn kamer met de deur op slot. Jack heeft me talloze keren gebeld en gestuurd. Bovendien probeert hij via mijn broer contact te zoeken. Dat vind ik echt niet kunnen! Hoe haalt die eikels het in zijn hoofd, hoe durft hij er na alles nog maar aan te denken hier nog te komen? Hoe kan hij mijn broer nog in zijn ogen kijken?
Dankzij zijn briljante acties begint Dylan zich heel erg druk te maken over mij. Hij vindt het niet normaal dat ik me opsluit en Jack niet toelaat in mijn kamer. Ik kan het wel begrijpen, wie laat er nu zijn vriend of vriendin niet binnen in de slaapkamer. Wie praat er nu in godsnaam niet met zijn vriend of vriendin?

"Ok, Jas, ik ben het beu. Al die weken dat je jezelf opsluit... ik wil het weten... wat is er gebeurd? En zeg niet dat er niets scheelt want ik weet dat er iets is." roept Dylan van op de gang en bonkt luid op de deur. "Ben je alleen? En niet liegen he." antwoord ik. "Buiten ons is er niemand in huis." Ik haal de deur uit het slot en open ze. Als Dylan op mijn bed zit ga ik naast hem zitten. erts kan ik niet anders dan naar mijn o zo interessante handen te kijken, maar wanneer ik al mijn moed bij elkaar heb kijk ik hem recht in de ogen. "hij heeft me geslagen." Ik begin te huilen, voor het eerst sinds de feiten gebeurde voelt het alsof een last van mijn schouders verdwijnt. "Die komt er niet meer in. Ik wil hem nooit meer zien, en al zeker niet in jouw buurt."

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen