Chapter 098
“Lyn, fijn dat je er ben.” Sam kijkt me aan alsof hij iets van me verwacht. “Loop maar mee naar boven.”
“Waarom ben ik hier,” wil ik weten en ga ik achter hem aan.
“Ik geloofde het zelf niet tot ik hem zag. Wachten jullie beneden maar. Eerst Lyn,” zegt Sam snel en doet hij een deur voor me open. Mopperend gaan de anderen naar beneden en vragen ze aan Seth wat er aan de hand is. Mijn ogen moeten wennen aan de donkere kamer. Toch vertelt Seth helemaal niks.
“Sam, ik zie geen hand voor ogen.” Op dat moment gaat er een nachtlampje aan en schrik ik me een ongeluk als ik Paul in bed zie liggen. Ik heb hem in maanden niet meer gezien. Niet sinds hij me zijn liefde verklaart heeft. Zijn gezicht is bleek en ingevallen. Hij lijkt zelfs afgevallen te zijn.
“Jij ben de laatste die hem gezien heeft. We hebben maanden niks van hem gehoord. Pas twee weken geleden heeft Edward hem gevonden in Tacoma. Het schijnt dat hij ons kan horen en Carlisle denkt dat hij vandaag of morgen wakker kan worden,” vertelt Sam me.
“Wat is er gebeurd?” Ik ben niet gewend om Paul zo te zien.
“Hij heeft het op een drinken gezet. Dit is erger dan met Leah,” gaat hij zacht verder. “Hij ligt al twee weken in coma maar omdat hij anders is, hebben we hem niet naar een ziekenhuis gebracht. Ik hoop dat hij wakker wordt als hij jou hoort.” Ik voel tranen opkomen als ik het woord coma hoor.
“D...dit wilde ik niet. Waarom heeft hij dit gedaan,” snik ik en voel ik Sam's arm om me heen.
“Omdat hij jou niet kon krijgen. Ik heb alles al geprobeerd om hem wakker te krijgen. Ik ben zelfs in staat om zijn vader en moeder erbij te halen,” zucht hij.
“Nee, zijn vader is een alcoholist geworden omdat zijn moeder bij hem weg gegaan is. Zijn moeder heeft hier te veel nare herinneringen dat ze niet terug wil komen. Net als dat zijn moeders familie in Tacoma woont,” weet ik. Dat heeft Paul me zelf verteld.
“Probeer het alsjeblieft.” Sam's ogen staan bijna wanhopig en snap ik dat hij ook niet meer weet wat hij moet doen. “Ik zal je alleen laten.” Daarna ben ik alleen met Paul en schuif ik een stoel dichter bij het bed.
“Waarom doe je dit nou?” Nu ik alleen ben, laat ik mijn tranen gaan. Hier ben ik verantwoordelijk voor. “Waarom ben je gaan drinken? Doe me dit niet aan, alsjeblieft.” Dit heb ik nooit gewild. Ook al ben ik met Embry, ik heb wel gevoelens voor Paul. Kom terug, praat tegen me. Ik ben je imprint niet dus waarom doe je dit? Verliefdheid en je zielsverwant vinden staan los van elkaar. Word wakker Paul. Ik pak zijn hand en is zelfs zijn temperatuur niet zo warm meer. Wat? Nee, geef dat niet op. Het hoort bij je identiteit. In stilte huil ik en leg ik mijn hoofd op het bed neer. Wat later voel ik een hand op mijn schouder.
“Kom hier,” fluistert Embry. Alsof mijn benen me in de steek laten, tilt hij me op en zit ik daarna bij hem op schoot.
“Dit wil ik niet,” huil ik en verberg ik mijn gezicht tegen zijn schouder. “Ik weet niet...”
“Sst, ik weet echt wel dat je gevoelens voor hem heb.” Embry's hand gaat tegelijk troostend over mijn rug. “Zo heb ik hem nog nooit gezien.”
“Ik... ik ben de laatste... die hem gezien heb.” Mijn stem hapert zelfs iets. Even horen we iets en draai ik mijn hoofd met een ruk om naar Paul.
“Lyn?” Paul's stem klinkt breekbaar. Ik kijk naar Embry en knikkend gebaard hij dat ik naar hem kan gaan.
“Ik ben er.” Vanzelf pak ik zijn hand. “Waarom doe je dit jezelf aan? Je bezorgd me bijna een hartaanval.” Dat is niet gelogen. Ondanks zijn gevoelens voor mij, zie ik hem wel als een goede vriend.
“E... Em... Embry,” stottert Paul als antwoord.
“Ik haal wel water.” Embry loopt de kamer uit.
“Waarom Paul?” Ik merk dat zijn hand omhoog komt en veegt hij mijn tranen weg.
“Waarom... huil je... om mij?” Het klinkt alsof zijn keel droog aanvoelt.
“Waarom niet? Je ben een goede vriend, Paul,” snik ik.
“Ik... ik wil... je vriend... niet zijn,” slikt hij moeizaam en trekt hij mij omlaag. Wat ik aarzelend toe sta. “Ik wil... een relatie... met je,” fluistert hij in mijn oor en kust hij mijn wang. Alsof hij meer niet kan hebben momenteel.
“Paul, wil je alsjeblieft luisteren.” Ik zit op de rand van het bed. “Dat... dat je dit jezelf aangedaan heb, komt door liefdesverdriet.” Ik zie dat hij zijn hoofd van me wegdraait. “Ik weet niet wat dat met iemand kan doen want ik heb het nooit meegemaakt. Wat ik wel weet, is dat het met jou wel goed komt. Deze verliefdheid die jij ervaart, zal niks voorstellen wanneer jij je inprent vindt en die zal je vinden. Daar ben ik van overtuigd.”
“Hoe... hoe dan... Lyn. Jij... je zit... in mijn hoofd... en ik... krijg je er niet uit.” Het lijkt erop dat hij langzaam beter gaat praten.
“Vertrouw erop dat alles goed zal komen. Ik geloof dat alles gebeurd met een reden en mijn intuïtie verteld mij dat je je inprent zal vinden. Dat je een gezin zal krijgen. Ik ben niet meer dan een vriendin. Accepteer dat alsjeblieft.” Ik ril bij het idee dat het misschien niet meer goed komt tussen ons. Embry heeft me dan even alleen gelaten maar ik weet dat hij bij de deur staat te wachten.
“Denk... denk je dat... echt?” Paul's stem slaat over.
“Ja, dat denk ik echt. Mijn intuïtie heeft me nooit in de steek gelaten,” knik ik en leg ik zijn hand op mijn wang. Om zo zijn aandacht te houden. “Toen ik klaar was met studeren, wist ik dat ik naar La Push moest komen omdat mijn gevoel me vertelde dat mijn toekomst hier ligt. Ook met het gevecht tegen de newborns had ik het gevoel dat er iets zou gebeuren en ik kreeg gelijk want Jake raakte gewond. Geloof me als ik zeg dat jouw toekomst er heel anders uitziet.”
“Dat...” Nu is hij de woorden gewoon kwijt want ik weet dat hij de waarheid in mijn ogen kan zien. “En wat zegt je intuïtie... over je eigen toekomst?”
“Dat ik...,” stotter ik zelf met een glimlach. “Dat ik over een jaar ongeveer ga trouwen. Kinderen komen pas over drie of vier jaar als Embry klaar is met zijn studie.” Ik heb met Embry namelijk heel sterk het idee dat hij geen haast heeft en we willen eerst samen genieten van elkaar. “Geloof je me?”
“Ik geloof je,” fluistert Paul en trekt hij me in zijn armen. Deze keer doet hij niks om te laten merken dat hij mij wil. De deur gaat open en komt Embry binnen met een glas water. “Dank je dat je deed alsof je doof was.” Na een paar slokken water klinkt Paul's stem een stuk beter.
“Graag gedaan,” glimlacht Embry en weet ik dat hij niks door zal vertellen van het gesprek tussen Paul en mij.
“Ze is een engel met een hart van goud.” Paul kijkt duidelijk naar Embry. “Als je haar iets aan doet, heb je ruzie met mij.”
“Gebeurd niet. Dat zou ik haar niet aan kunnen doen,” verzekert Embry mij.
Reageer (1)
Arme Paul
8 jaar geleden