Chapter 087
Zelf ben ik niet zo van het sporten en lig ik languit op het kleed. Kijkend naar de jongens die aan het voetballen zijn. Gelukkig is het wel droog en is de zee onstuimig. Het heeft iets kalmerend om de zee te kunnen horen. Glimlachend pak ik mijn boek uit mijn tas. Emily heeft een picknickmand meegenomen.
“Jij ben dus ook niet van het sporten,” lacht Emily naast me. Doordat de mannen aan het voetballen zijn, hebben wij het kleed voor onszelf en liggen we languit.
“Totaal niet, geef mij dan maar liever een boek.” Ik weet dat ik rustig ben.
“Wat voor boek lees je,” wil ze weten.
“Een roman. Dat is makkelijk weg te leggen,” grinnik ik.
“Krijg je thuis dan wel de kans om te lezen,” gaat ze verder en draai ik me op mijn buik. Op die manier kan ik ook bij de bak met snoep. Winegums en dat is mijn verslaving.
“Thuis, nee.” Ik schud mijn hoofd.
“Hm, gaat het dan zo goed tussen jou en Embry,” grijnst ze.
“Ze kunnen ons verstaan, Emily,” herinner ik haar. “Zelfs als ik fluister, kunnen ze ons gesprek volgen.”
“Ver genoeg dus,” begrijpelijk knikt ze.
“Waar hebben jullie het over?” De jongens zijn blijkbaar even uit gevoetbald en voel ik Embry's arm om me heen.
“Alsof je dat niet weet,” mompel ik en glimlach ik naar hem.
“Zou ik het anders...” Verder komt Embry niet want ik stop een paar winegums in zijn mond. Zo houd hij zijn mond wel dicht. “Hm, lekker.” Hij trekt zijn wenkbrauwen op. Dan raak ik mijn boek kwijt.
“Lees je deze boeken nog?” Dat is Jared en kijk ik omhoog.
“Waarom niet?” Ik weet gewoon dat ik het boek niet meer terug krijg en ga ik tegen Embry aanliggen. Als ik naar Emily kijk, zie ik dat Sam half tegen haar aan ligt en met zijn arm om haar heen. “Ik ken het boek toch al.” Ik hoor Embry grinniken.
“Waarom lees je het dan nog?” Jared blijkt aan mijn andere kant te zitten.
“Ik moet wat doen als jullie aan het voetballen zijn.” Ik haal mijn schouders op.
“Lezen kun je thuis doen,” hoor ik Seth zeggen.
“En wie zegt dat ik thuis alleen ben,” geef ik antwoord met een lach.
“Lyn, verdomme, dat wil ik niet weten,” bromt Jared ongelukkig.
“Hij is gewoon jaloers,” lacht Embry en gaat zijn hand naar het bakje snoep.
“Zo'n opmerking zegt wat over hem en hoe hij denkt. Serieus, ik zal medelijden hebben met jou vriendin als je die krijgt.” Ik ben nog niet uitgepraat of ik hoor iedereen lachen.
“Het is echt niet wat je denk, Lyn,” is het commentaar van mijn broer
“O nee, jouw gedachten zijn aan de slaapkamer gerelateerd. Hoe snel wil jij wel niet gaan als je iemand heb? Moet ik me dan schaars maken na twee weken?” Opnieuw lacht iedereen om mijn opmerking. Ik weet dat ik net officieel net een week met Embry ben en nog steeds heeft Jared de ketting om mijn nek niet gezien. Terwijl ik die ketting elke dag draag. Een week een relatie en ik ken hem al drie weken. Als het niet bijna vier weken is. Ik maak me los uit Embry's armen en ga rechtop zitten. “Zie jij trouwens iets aan mij of niet?” Het duurt mij te lang en normaal zou het opvallen dat ik een ketting draag.
“Nee, moet dat dan,” reageert Jared.
“Kom op, blondje. Zelfs ik zie het,” proest Leah het uit van het lachen. “Zelfs Seth ziet het bij haar en hij is de jongste hier.”
“Bedankt, zus,” zucht Seth zogenaamd beledigd.
“Wat moet ik zien dan?” Jared kijkt naar zijn vrienden. Alsof hij hulp van hun wil.
“Zelfs ik weet wat ze bedoelen,” komt het van Sam.
“En dan ben jij mijn broer.” Ik schud mijn hoofd naar hem. “Ik geef het op.”
“Je tweelingbroer wel te verstaan.” Embry komt omhoog. “Die ketting om haar nek heeft ze van mij gehad.”
“Een mooie ketting.” Jared kijkt nu beter. “Wat voor steentje?”
“Een parel,” antwoord ik en gaat Embry weer liggen. “Waarom zag je dit niet gewoon een week geleden?”
“Een week,” reageert mijn broer.
“Ja, een week,” knik ik. “Een week geleden heeft hij me officieel gevraagd en met deze ketting.”
“Wauw.” Door die reactie, draai ik me om en ga ik tegen Embry aanliggen.
“Wanneer wilde je naar huis gaan?” Het interesseert hem dus niet dat de anderen ons kunnen horen.
“Hm, geen haast want ik lig zo wel lekker.” Ik lig met mijn hoofd op zijn schouder en met zijn arm om me heen.
“Ongetwijfeld.” Nu herken ik Quil wel. Zeker na de vorige keer dat hij Embry en mij stoorde. “Heb je een goede foto, Jared?”
“Godsamme man, waarom doe je dat nou.” Jared schrikt duidelijk en verbaasd het me niet dat hij een foto van ons gemaakt heeft.
“Echte chantagefoto's zul je nooit hebben want meestal schop ik je dan uit huis. Of we zitten in haar kamer en we horen het als je de deur open doet,” grinnikt Embry. Nu lijkt niemand meer bij te komen.
“God, bespaar me als het wel zo ver is.” Jared's stem klinkt weer.
“Daar heeft God niks mee te maken, broertje,” glimlach ik. “Ik gooi je dan wel uit huis en kan je bij iemand anders op de bank crashen.”
“Bij wie dan wel. Ga liever naar zijn huis. Ik durf te wedden dat zijn moeder een keer naar haar familie wil in het Makah reservaat.” Door de opmerking, van Jared, gooit Embry een snoepje naar mijn broer en is hij sneller dan mij. Toch knipoogt hij wel naar me en weet ik dat hij het wel onthoudt. Jammer genoeg vangt Jared het snoepje op in plaats van dat het zijn hoofd raakt.
Er zijn nog geen reacties.