Chapter 069
Als we in mijn kamer zijn, kan ik net de deur dicht gooien en voel ik Embry's armen weer om me heen. Gelijk zoenen we weer en voor ik het weet, liggen we samen op bed. Op dit soort momenten is het moeilijk om van hem af te blijven. Over een paar weken of zo. Tenzij het nog moeilijker gaat worden. Zijn handen blijven op mijn heupen liggen om daarna aftastend onder mijn shirt te gaan. Waar zijn handen bij mijn buik blijven. Al zoenend, kan ik evenmin van hem afblijven en voel ik zijn stevige buik. Strelend gaan mijn handen wat omhoog over zijn borstkas. Wat me een zachte kreun oplevert. Daarna lig ik op mijn rug en laat Embry me los. Alsof hij adem te kort kom en kijken we elkaar aan.
“Dit is moeilijk,” fluistert hij en ben ik het met hem eens. “Ik wil verder namelijk.”
“Hoeveel verder,” wil ik weten. Eerlijk gezegd, wil ik zelf ook verder en twijfel ik of ik daar wel goed aan doe.
“Nee, dat wil je nog niet.” Zijn stem is schor en kust hij me opnieuw. Korter deze keer en laat hij me los. “Je nieuwe kamer is bijna klaar. Ik denk dat de muren wel droog zijn. We kunnen daar verder gaan.” Voor ik kan reageren, staat Embry op en kan ik zien dat het voor hem ook lastig is.
“Veel hoeft er niet gedaan te worden. Het belangrijkste is een ander matras,” zeg ik en ga ik op mijn bed zitten.
“We kunnen jouw matras erin leggen tot het nieuwe matras komt, die wordt bezorgd,” klinkt het door een dichte deur en is het Jared.
“Wanneer wordt het bezorgd,” wil ik weten en doet Embry de deur open.
“Morgen tussen negen en twaalf uur,” antwoord Jared.
“Dan ga ik niet voor één nacht mijn matras daar leggen,” schud ik mijn hoofd.
“Je kunt wel de rest doen. Dan hoef je morgen alleen je bed te doen.” Embry kijkt van mijn broer naar mij.
“Zoveel hoef je niet meer te doen. Ik ben beneden.” Jared gaat naar beneden en sta ik met een zucht op. Meer omdat ik weet dat Embry het rustig aan wil doen. Ik zelf ook wel maar op sommige momenten is het lastig. Vooral als we zoenen.
“Als we klaar zijn, kunnen we naar buiten gaan voor een wandeling,” stelt Embry voor en gaan we naar mijn nieuwe kamer. Wat nu niet meer aanvoelt als de kamer van mijn ouders. “Als we zo ver zijn, wil ik je wel voorgesteld hebben aan mijn moeder. En ik dacht dat we eerst een paar keer uit wilde gaan? Bioscoop of iets dergelijks.”
“Je heb gelijk,” reageer ik. “Hoelang heb je nog je ronde in de avond?”
“Nog drie dagen,” glimlacht hij en krijg ik een kus. “Wat wilde je hier nog doen?”
Er zijn nog geen reacties.