Jaylyn Cameron

Als ik niet naar de badkamer moest, had ik nog in bed gelegen. Net als dat ik dan geen stemmen had gehoord beneden. Jared is schijnbaar wakker en herken ik ook Sam's stem. Waarom nu? Het is bijna half vier.
“Nog één opmerking over vechten en hij verandert alsnog hier binnen. Het trillen word erger,” komt het van Sam.
“Ik wilde alleen met Lyn praten.” Ik schrik als ik Paul kan horen. Wat doet hij hier? Juist door jou verander ik al van kamer. Ik kan er niks aan doen dat ik me zelfs niet meer veilig voel in dit huis.
“Zij niet met jou.” Ik hoor Jared weer. “Het enige dat zij voor jou voelt is angst. Bang dat je haar kan verwonden.” Voorzichtig ga ik naar beneden.
“Wat is hier aan...” Verder kom ik niet want ik kan zien dat Paul op een stoel zit met zijn handen op zijn rug gebonden. Tegenover hem staan Jared, Sam en Embry, die weer geschrokken naar mij kijken.
“Lyn, het is nu niet veilig voor je. Ga terug naar boven,” begint Sam als eerste en gaat mijn blik weer naar Paul. Het valt me op dat hij over heel zijn lichaam trilt.
“Waarom wil je niet met me praten?” Paul kijkt duidelijk naar mij. In plaats van iets te zeggen, deins ik achteruit door de kwade en intimiderende blik in zijn ogen.
“Daar is je bewijs dat ze bang is voor je.” Embry doet een paar stappen mijn kant op. Het volgende moment hoor ik een geluid dat er iets kapot scheurt.
“Paul, kalmeer,” commandeert Sam hem en tegelijk staat Embry voor me. Waardoor ik niet kan zien wat er gebeurd is. “Jared, alles oké?”
“Ja, het heelt al,” is het antwoord. Wat mij kwaad maakt. Paul was hier voor mij en nu zet hij zijn klauwen in mijn broer. Mijn broer. Kom niet aan Jared of Embry. Voordat iemand nog iets kan doen, schiet ik tussen de mannen en Paul. Om te zien dat Paul als een wolf voor me staat.
“Waar is de man waar ik eerst bevriend mee werd? Jij heb lef om hier in te breken, om te veranderen en mijn broer te raken. De enige die hier het recht heeft om kwaad te worden, ben ik.” Mijn eigen angst dwing ik naar de achtergrond en dat komt vooral omdat ik woedend ben op Paul.
“Lyn, niet doen. Kom terug.” Embry probeert me terug te trekken maar ik luister er niet naar.
“Ik dacht dat je een vriend was. Ik accepteerde je al als een vriend omdat je bevriend ben met Jared en Embry,” ga ik verder.
“Ehm, Lyn, je trilt. Is dat vanwege je woede of heb je het koud?” Nu proberen twee mannen me terug te trekken om mij veilig te stellen.
“Woede,” zeg ik zonder mijn blik van Paul af te wenden.
“Het had anders toch vijf jaar geleden moeten gebeuren,” schijnt Sam te zeggen. Iemand moet knikken als een antwoord want ik hoor niks.
“Het enige dat ik voor jou voel is angst en afkeer. Wat je me ook denkt te kunnen beloven, het zou nooit werken,” schud ik mijn hoofd. “Je heb woede uitbarstingen en daardoor verander je snel. Waarom zou ik met zo iemand willen zijn? Ik zou constant in angst zijn omdat je me elk moment kan verwonden.”
“Niet dat ze jou zou kiezen.” Een paar armen worden om me heen geslagen. Beschermend en weet ik dat het Embry is.
“Ik zie je hooguit als een vriend en meer niet. Maar zelfs dat heb je verziekt voor jezelf.” Door Embry's armen wordt ik wat rustiger. “Als je wil dat ik je als een vriend behandel, moet je eerst gaan veranderen en accepteren dat ik met Embry ben.”
“Waarom zou je dat doen na alles wat hij gedaan heeft?” Jared komt naast me staan. Sam staat aan de andere kant van me en Embry achter me. Alsof ze mij willen beschermen.
“Omdat hij een vriend van jullie is.” Ik kijk naar Paul. Het enige dat kapot lijkt te zijn, is de eethoek en een buffetkast. “Maar ik moet zeggen dat ik vraagtekens zet bij de vriendschap. Echte vrienden gaan niet achter de vriendin aan van een vriend.”
“Kom op.” Embry tilt me op en loopt hij naar boven.
“Embry, haar eigen kamer nu. Ik wil ook nog naar bed kunnen,” reageert Jared ergens achter ons.
“Jij moet snel kalmeren want zo kun je niet door de deur. Embry had gelijk om hem eerst naar buiten te gooien,” zucht Sam.
“Niet naar luisteren.” Embry gooit mijn slaapkamerdeur, met zijn voet, dicht en legt hij mij op bed. “Ik kan niet geloven dat je dat gedaan heb. Hij had je kunnen verwonden.”
“Paul maakte mij kwaad door opnieuw in te breken en door te veranderen, raakte hij mijn broer.” Ik ril weer door de gedachte.
“Dus je kan goed kwaad worden.” Hij trekt zijn broek uit en komt hij naast me liggen. Meteen voel ik zijn armen weer. “Als hij jou verwond had, zou ik hem dat nooit vergeven. Je betekend veel voor me.” Met zijn hand tilt hij mijn hoofd op dat ik hem wel aan moet kijken. Niet in staat om iets te zeggen, druk ik mijn lippen op de zijne. Deze keer kan ik aan onze zoen merken dat hij me van alles beloofd. Zijn liefde, zijn hart, zijn ziel, zijn leven.

Reageer (1)

  • Altaria

    Volgens mij veranderd ze echt nog een keertje

    8 jaar geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen