Chapter 060
Jared Cameron
Ik wist dat Lyn er moeite mee kon hebben. Zij had een goede band met mam dus het verbaasd me niet dat ze weer tranen had. Nu moet ik haar nog overhalen dat ze tijdelijk in mijn kamer kan liggen. Meer omdat ik denk dat Paul nog een keer kan komen en ik wil hem dan direct uit huis gooien. Wat alleen kan als ik in haar kamer lig. Iets waar Embry het mee eens is. Hoewel hij met het idee kwam om bij haar te blijven. Vind ik het wat te vroeg voor en gelukkig denkt Lyn hetzelfde. Samen met Embry hebben we de kamer van mijn ouders leeg gemaakt. De meubels hebben we naar het midden geschoven en zouden we morgen gaan verven. Ik kijk voorzichtig om de hoek naar de keuken. Dat het stil is, bevalt me niet. Om te zien dat ze elkaar zoenen en liggen zijn armen om haar heen. Pardon, dat is geen onschuldige kus meer. Ik wend mijn hoofd af. De enige reden dat ze afscheid moeten nemen, komt omdat Embry zijn ronde nog heeft en ik wil niet dat hij zo snel blijft slapen.
“Weltrusten en ik zie je morgen, schoonheid,” hoor ik Embry zeggen. O god, waar is de kotsbak.
“Weltrusten en tot morgen.” Ik herken mijn zus gelijk. Inwendig begin ik te lachen. Hoewel ik het leuk vind om haar te plagen, ben ik blij voor haar dat ze iemand heeft. Wat minder is, is dat zij eerder iemand heeft dan ik. Gaat hij nu ook echt weg of moet ik even helpen? Ik kijk weer om de hoek. Oh gadverdamme, weer zijn tong in haar mond. Hebben ze mij dan niet gehoord. Deze keer schraap ik mijn keel en doet Lyn, van schrik, een stap achteruit.
“Tijd om naar bed te gaan. Jij naar boven.” Ik wijs naar mijn zus. “En jij naar huis.” Ik sla mijn armen over elkaar om te laten zien dat ik het meen.
“Jared, waarom deed je dat?” Ik heb er net voor gezorgd dat Lyn in mijn bed ligt. Zelf zou ik in haar kamer slapen. Wat ik net zolang wil doen tot Lyn's nieuwe slaapkamer klaar is.
“Omdat ik dacht dat hij er anders nog een uur was. Waarom zo lang afscheid nemen? Je ziet hem morgen weer.” Ik sta bij de deur. “Je houd van hem.” Dat ze mijn ogen ontwijkt, is voor mij een antwoord.
“Dat ga ik anders nog niet hardop zeggen.” Haar stem is zacht.
“Alles in jouw tijd, Lyn. Weltrusten.” Ik doe de deur dicht en hoor haar hetzelfde terug zeggen. Vervolgens ga ik naar haar kamer en controleer ik of het raam open is. Ik slaap altijd met het raam open. Gewoon voor frisse lucht en ook voor het geval dat er iemand roept. Dan kan ik er gelijk vandoor. Kom maar Paul, ik gooi je net zo hard weer naar buiten via het raam. Glimlachend kruip ik in bed en gaat mijn blik omhoog naar de foto's erboven. In het donker kan ik het nog goed zien en zie ik zelfs een foto van Lyn en mijzelf. Beide gekleed in dezelfde kleuren. Een zachtblauwe jurk bij haar. Zelf heb ik een zwarte broek aan met een overhemd in dezelfde kleur als haar jurk. De enige keer dat ik mee gedaan heb aan een danswedstrijd. Meer omdat ze thuis wilde oefenen en ze had iemand nodig om dat te doen. Toen was Lyn nog elf jaar. Nu is ze negentien en is ze met Embry. Al snel heb ik mijn draai gevonden en val ik in slaap.
Niet wetend waar ik wakker van geworden ben, draai ik mijn hoofd om naar de wekker. Die aangeeft dat het drie uur in de nacht is. Is er iets met Lyn? Ben ik door mezelf wakker geworden? Juist dan hoor ik zachte geluiden en realiseer ik me dat ik niet alleen ben. Als jij het ben, overleef je het deze keer niet.
“Lyn?” Zijn stem herken ik uit duizenden en blijf ik nog even stil liggen. “Ben je wakker? We moeten praten.” Je moet helemaal niks. Ze is met Embry en ze verlaat hem niet. Ze heeft me zelf gezegd dat ze van hem houdt. Niet van jou dus waar komt jouw interesse voor haar vandaan? “Lyn.” Ik hoor een paar voetstappen die dichter bij het bed komen. Ik geef hem geen kans om weg te komen en spring uit bed.
“Hoe haal je het in je hoofd om nog hierheen te komen.” Ik grijp Paul meteen in de houdgreep. Dat hij het niet verwacht, is duidelijk en pak ik het ceintuur van Lyn's ochtendjas. Om Paul's handen op zijn rug vast te binden. “Prent het in je hoofd dat ze met Embry is. Meekomen.” Ik neem hem mee naar beneden en bel Sam op.
“Waar is Lyn?” Paul kijkt me boos aan.
“Waar jij haar niet zoekt.” Het doet me niks dat hij boos is.
“Is ze bij Embry,” verbijstering is op zijn gezicht te zien en zet ik de keukendeur open. Nee, idioot ze ligt in mijn bed maar dat ga ik jou niet zeggen.
Reageer (1)
Ik mag Paul steeds minder! Arg
8 jaar geleden