Chapter 042
O mijn god. Wat moet ik nou? Hoe kan ik hierover praten en met wie? Dit kan ik onmogelijk tegen Jared zeggen. Hij zou gelijk achter Paul aan gaan. Embry valt ook af want ik ben zijn inprent. Om mij te beschermen zou hij eveneens achter Paul aangaan. Eerst Embry gezoend en daarna Paul. Goed, ze zijn allebei goed. Twijfelend ga ik op mijn bed zitten. Door het inprent gedoe, zou Embry mijn zielsverwant zijn en ik voel me zeker op mijn gemak bij hem. Als een goede vriend, een broer, een geliefde en een beschermer in één. Alsof hij alles zou doen om mij gelukkig te zien. Maar de manier waarop Paul me net zoende, beloofde hij mij hetzelfde. Ja, klein verschil. Mijn toekomst ligt bij één van hen. Waarom zou ik mijn inprent over een normale relatie kiezen? Inprenten lijkt een manier te zijn om je zielsverwant te vinden. Wat als het ook wat anders is. Voor ik me kan bedenken, trek ik mijn kledingkast open en kleed ik me snel aan. Paul sprong net uit mijn raam en dat kan ik ook doen. Ik wil eerst antwoorden en daarna tijd om na te denken. Met een zucht trek ik mijn schoenen aan en loop ik naar mijn raam. Dat nog steeds open staat. Eerst trek ik mijn bed glad en doe ik een elastiekje om mijn pols. Soepel spring ik uit mijn raam en land op mijn voeten. Misschien weet Sam hoe het zit. Hoewel ik geen idee heb hoe ik hem moet vinden, begin ik vanzelf te rennen en verdwijn ik tussen de bomen.
“Lyn, goeden morgen,” kan ik horen en sta ik even stil. Ik sluit mijn ogen als ik dingen hoor breken. “Jared, ze is weg.”
“Wat? Denk je dat ze ons gehoord heeft.”
Verdrietig laat ik mijn hoofd hangen en loop ik voorzichtig door. Sorry jongens, ik wil eerst weten wat inprenten echt is. Volgens mij klopt er iets niet. Tussen de bomen door, vlecht ik mijn lange haar in en met het elastiekje hou ik de vlecht op zijn plaats. Van het mouwloos vest, trek ik de capuchon over mijn hoofd. Om zo niet op te vallen. Wat later kan ik gegrom horen en kijk ik waar het vandaan kom. Een zandkleurige wolf komt tevoorschijn en kan ik aan de ogen zien dat het Seth is.
“Ik heb je hulp nodig om bij Sam te komen,” zeg ik tegen hem. “Vergeet je ronde, Seth, en breng me bij hem.” De wolf twijfelt even. “Zeg het tegen degene met wie je loopt. Als je mij bij Sam afzet, kun jij verder met je ronde.” Alsof dat hem overhaalt, gaat hij liggen. Meteen begrijp ik hem en klim ik op zijn rug. “Rennen, alsjeblieft.” Ik hou voorzichtig zijn vacht vast en verberg mijn gezicht. Veel van mijn omgeving zie ik niet totdat Seth vaart mindert. Daardoor weet ik dat we vlakbij Sam's huis moeten zijn. Op dat moment kan ik een bruin huis voor me zien en gaat Seth weer liggen. “Dank je wel.” Nu maar hopen dat Sam thuis is. Na een paar stappen, gaat de deur open en komt Sam naar buiten.
Er zijn nog geen reacties.